Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de totstandkoming van de derde tranche
van de Algemene wet bestuursrecht het wenselijk maakt een wettelijk kader te scheppen voor de verstrekking van een
aantal subsidies door de Minister van Verkeer en Waterstaat;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister:
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.
Onze Minister kan bij regeling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in:
-
a. het verkeers- en vervoerbeleid,
-
b. het luchtvaart- en luchtverkeersbeleid,
-
c. het scheepvaart- en maritiembeleid,
-
d. het waterbeleid of
-
e. het beleid terzake van de infrastructuur,
voorzover deze subsidies niet gebaseerd zijn op een andere wet.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling als bedoeld
in artikel 3, eerste lid, kan worden voorzien in de vaststelling van een subsidieplafond en de regeling van
de wijze van verdeling.
-
1 Een aanvraag kan worden afgewezen en een beschikking, inhoudende de verstrekking van
een subsidie op grond van deze wet, kan worden ingetrokken of gewijzigd ten nadele
van de ontvanger voor zover de subsidieverstrekking in strijd is of zou zijn met ingevolge
een verdrag voor de staat geldende verplichtingen.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat.