TITEL III. Voorbereiding en uitvoering der werken
De Nederlandse Minister draagt zorg voor de voorbereiding en de uitvoering van de
in artikel 2 bedoelde werken, daaronder begrepen het opmaken van plannen en aanbestedingsbescheiden,
het verkrijgen van de op grond van het Reglement van politie voor polders en waterschappen
in Zeeland van 18 juli 1922 vereiste vergunning, het bergen van vrijkomende grond
en de aanbesteding.
De Nederlandse Minister belast een ambtenaar met de leiding van en het toezicht op
de voorbereiding en de uitvoering van de werken. Deze ambtenaar pleegt regelmatig
overleg met een door de Belgische Minister daartoe aangewezen ambtenaar, over alle
vraagstukken van gemeenschappelijk belang welke zich bij de voorbereiding en de uitvoering
van de werken mochten voordoen. Ter verzekering van een goede voortgang van de werken
ontvangen bedoelde ambtenaren de nodige machtigingen.
De bestekken en de overeenkomsten tot uitvoering van de werken behoeven de voorafgaande
goedkeuring van de Belgische Minister. In deze stukken kan worden afgeweken van de
in artikel 2 en op de bij deze Overeenkomst behorende tekening opgenomen gegevens.
De Nederlandse Minister zendt de Belgische Minister afschriften toe van de gesloten
aannemingsovereenkomsten.
-
2 In gevallen waarin een openbare aanbesteding niet mogelijk of niet wenselijk is, kan
de Nederlandse Minister besluiten, met inachtneming van de daarvoor geldende regelen,
op een andere wijze in de aanbesteding van de levering van materialen en de uitvoering
van werken te voorzien.
-
3 Een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt niet genomen dan met instemming van
de Belgische Minister, behoudens wanneer het leveringen of werken betreft, waarvan
de raming een bedrag van f 75.000 niet overschrijdt. De keuze der uit te nodigen leveranciers
dan wel aannemers wordt mede in bedoelde instemming betrokken.
-
2 Indien de in het eerste lid bedoelde wijzigingen, afwijkingen of aanvullingen tot
gevolg zouden hebben dat de kosten worden verhoogd met meer dan 10% van de aannemingssom,
is de goedkeuring van beide Ministers vereist.
Indien tijdens de uitvoering onvoorziene werken of maatregelen nodig zijn, welke een
spoedeisend karakter hebben, kunnen deze worden uitgevoerd of getroffen zonder dat
de in artikel 8 bedoelde goedkeuring is verkregen. In deze gevallen stelt de Nederlandse
ambtenaar de Belgische ambtenaar hiervan zo spoedig mogelijk in kennis.
De goedkeuring van de door de aannemers opgeleverde werken geschiedt niet dan na overleg
tussen de ambtenaren.
TITEL V. Kosten en betalingen
Ingeval, als rechtstreeks en aanwijsbaar gevolg van de uitvoering van de in artikel
2 bedoelde werken, voorzieningen - buiten de in artikel 11 bedoelde normale onderhouds-
en vernieuwingswerken - zijn vereist tot behoud van de zeewering tussen dijkpaal 73
van de Wilhelmuspolder en de veerhaven te Perkpolder, zal België, ten uitzonderlijke
titel, de daaruit voortvloeiende kosten aan Nederland voldoen, indien de Nederlandse
Regering zulks verzoekt. Deze verplichting geldt slechts tot tien jaar na de definitieve
oplevering der in artikel 2 bedoelde werken.
De kosten, verbonden aan het onderhoud en de vernieuwing van de in artikel 2 bedoelde
werken, komen voor rekening van Nederland.
België kan generlei aanspraak maken op de eigendom van de overeenkomstig de bepalingen
van deze Overeenkomst uitgevoerde werken.
-
3 Indien, tijdens de uitvoering van de werken, mocht blijken dat de kosten het in het
tweede lid genoemd bedrag zullen overschrijden, maakt de Belgische Regering het bedrag
der hogere kosten in Nederlandse guldens over op de in dat lid genoemde rekening,
uiterlijk twee maanden na ontvangst van een daartoe strekkend gemotiveerd verzoek
van de Nederlandse Regering. Indien als gevolg van overschrijding van deze termijn
niet voldoende gelden op de rekening beschikbaar zouden zijn om de lopende uitgaven
te dekken, is België gehouden over het ontbrekende bedrag, voor de duur van de overschrijding,
een enkelvoudige rente, berekend tegen 6% per jaar, te vergoeden.
Indien de Belgische Minister bezwaar maakt tegen een door de Nederlandse Regering
verrichte betaling of een gedeelte daarvan, stelt hij de Nederlandse Minister hiervan
in kennis binnen zes weken na ontvangst van de betreffende opgave. In dat geval plegen
de ambtenaren en zo nodig de Ministers overleg teneinde terzake zo spoedig mogelijk
tot overeenstemming te komen.
Nederland vergoedt aan België een enkelvoudige rente van 4% per jaar over de gelden
welke op de in artikel 16, lid 2, genoemde rekening zijn gestort, voor zover deze
nog niet werden besteed ingevolge de bepaling van artikel 17.
Zo spoedig mogelijk na voltooiing van de in artikel 2 bedoelde werken, vindt tussen
beide Regeringen een eindafrekening plaats van de aan de werken verbonden kosten,
de door de Belgische Regering op de rekening, genoemd in artikel 16, lid 2, gestorte
gelden en de verschuldigde rentevergoedingen.