Gemeentewet
|
|
|
|
|
(artikel 149) besluit krachtens gemeentelijke verordening tot aanwijzing van een onroerende zaak
als beschermd monument, voor zover geen beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6°, van de wet is dan wel moet worden genomen;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 174a) besluit van de burgemeester tot het sluiten van een woning, een niet voor het publiek
toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 222, zoals dit artikel vanaf 1 januari 1995 luidt) gemeentelijk bekostigingsbesluit strekkend
tot het heffen van een gemeentelijke baatbelasting krachtens verordening;
|
x
|
|
|
|
(artikel 222, zoals dit artikel vanaf 1 januari 1995 luidt, juncto artikel 216) vaststelling verordening tot het heffen van een gemeentelijke baatbelasting.
|
x
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Provinciewet
|
|
|
|
|
(artikel 145) besluit krachtens provinciale verordening tot aanwijzing van een onroerende zaak
als beschermd monument, voor zover geen beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6°, van de wet is dan wel moet worden genomen.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Belemmeringenwet Landsverdediging
|
|
|
|
|
(artikelen 6 en 7) een door of namens de Minister van Defensie of de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties opgelegde gedoogplicht voor een ieder inzake het duurzaam of
tijdelijk gebruik van onroerende zaken voor de aanleg, de instandhouding of het gebruik
van een werk ten behoeve van de landsverdediging, met inbegrip van, voor zover van
toepassing, het in artikel 7 van de Belemmeringenwet Landsverdediging bedoelde mandaatbesluit.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Wet natuurbescherming
|
|
|
|
|
(artikel 2.1, eerste lid) aanwijzing door de Minister van Economische Zaken van een gebied als Natura 2000-gebied;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 2.11, eerste lid) aanwijzing door de Minister van Economische Zaken van een gebied als bijzonder nationaal
natuurgebied;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 4.2, derde lid) bij besluit van gedeputeerde staten of de Minister van Economische Zaken (krachtens
artikel 1.3, vijfde lid) opgelegd verbod op het vellen van houtopstanden.
|
x
|
|
|
x
|
|
|
|
|
|
Wet agrarisch grondverkeer
|
|
|
|
|
(artikel 7) aanwijzing als landgoed door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in
overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikel 37, derde lid) vestiging van een voorkeursrecht bij koninklijk besluit.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Erfgoedwet
|
|
|
|
|
(artikel 9.1, eerste lid, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 56 van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet) voorschriften van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met betrekking
tot de uitvoering van een werk dan wel een last tot stillegging van een werk;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 9.1, eerste lid, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 57, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet) door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgelegde gedoogplicht inhoudend
dat een rechthebbende ten aanzien van een terrein moet dulden dat dat terrein in het
belang van een archeologisch onderzoek wordt betreden, dat daarop metingen worden
verricht dan wel daarin opgravingen worden gedaan;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 9.1, eerste lid, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 57, tweede lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet) door een bestuursorgaan ter voorbereiding of uitvoering van een bestemmingsplan
als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 van die wet of een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht opgelegde gedoogplicht inhoudend dat een rechthebbende ten aanzien van een terrein
moet dulden dat een terrein in het belang van archeologisch onderzoek wordt betreden,
dat daarop metingen worden verricht dan wel dat daarin opgravingen worden gedaan.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 1, onderdeel b, sub 2°, van de wet) een toezending van een ontwerpbesluit door de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Erfgoedwet, in samenhang met artikel 3:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 1, onderdeel b, sub 3°, van de wet) een afschrift van een inschrijving door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
van een als rijksmonument aangewezen monument of archeologisch monument in het rijksmonumentenregister,
bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Belemmeringenwet Privaatrecht
|
|
|
|
|
(artikelen 2, vijfde lid, en 3, tweede lid) door de Minister van Verkeer en Waterstaat opgelegde gedoogplichten;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 5) bevel van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot verplaatsing van een werk.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Ontgrondingenwet
|
|
|
|
|
(artikel 21g) door de Minister van Verkeer en Waterstaat of gedeputeerde staten opgelegde gedoogplicht.
|
x
|
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Waterwet
|
|
|
|
|
(artikel 5.15 juncto artikel 30 van de Wet bodembescherming) maatregel (bevel) van de beheerder bij een ongewoon voorval;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikel 5.16) bevel van de beheerder tot het verrichten van onderzoek en tot het treffen van tijdelijke
beveiligingsmaatregelen;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikelen 5.21 en 5.24) door de beheerder opgelegde gedoogplichten.
|
x
|
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Opiumwet
|
|
|
|
|
(artikel 13b, eerste lid) besluit van de burgemeester tot oplegging van een last onder bestuursdwang, indien
dat besluit strekt tot sluiting van het betreffende object.
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
|
Huisvestingswet 2014
|
|
|
|
|
(artikelen 4 en 22) vaststelling huisvestingsverordening (aanwijzing categorie gebouwen waarvoor het
in artikel 22 bedoelde vergunningenstelsel inzake splitsing in appartementsrechten
geldt).
|
x
|
x
|
|
x
|
|
|
|
|
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
|
|
|
(artikel 5.2 juncto het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.18) besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang, respectievelijk besluit
tot oplegging van een last onder dwangsom van het bevoegd gezag, gericht op naleving
van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor
zover bij dat besluit met toepassing van artikel 5.18, eerste volzin, van die wet
is bepaald dat het besluit mede geldt jegens de rechtsopvolger van degene aan wie
het besluit is opgelegd alsmede jegens iedere verdere rechtsopvolger;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 5.24 juncto het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) vorderingsbesluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer tot oplegging van een last onder bestuursdwang, respectievelijk last
onder dwangsom door het bevoegd gezag gericht op naleving van het bepaalde bij of
krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Wet bodembescherming
|
|
|
|
|
(artikel 29, eerste lid, juncto artikel 37, eerste lid) beschikking van gedeputeerde staten dat sprake is van een geval van ernstige verontreiniging,
al dan niet met zodanige risico’s dat spoedige sanering noodzakelijk is;
|
x
|
x
|
|
X
|
(artikel 30 juncto artikel 31) maatregel (bevel) van gedeputeerde staten (artikel 30) (eventueel vooruitlopend
daarop: van de commissaris van de Koning (artikel 31)) bij een ongewoon voorval;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 39b juncto artikel 14 van het Besluit uniforme saneringen) beschikking van gedeputeerde staten houdende instemming met het verslag van een
uniforme sanering als bedoeld in artikel 39b, indien sprake is geweest van de saneringsaanpak,
bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van het Besluit uniforme saneringen, of van een combinatie van de saneringsaanpakken, bedoeld in artikel 3, eerste lid,
onder b en c, van het Besluit uniforme saneringen;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 39c, tweede lid) beschikking van gedeputeerde staten, houdende instemming met het verslag, bedoeld
in artikel 39c, eerste lid, indien in dat verslag beperkingen in het gebruik van de
bodem zijn beschreven;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 39d, derde lid) beschikking van gedeputeerde staten, houdende instemming met het nazorgplan;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 43) bevel van gedeputeerde staten tot tijdelijke beveiligingsmaatregelen, tot het verrichten
van onderzoek, tot het beheren of saneren van de bodem en overige daar genoemde beschikkingen;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 49) maatregel (bevel) van gedeputeerde staten;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 50) vordering van eigendom of gebruik van onroerende zaken, of van beperkte rechten
waaraan onroerende zaken zijn onderworpen, dan wel het gebruik daarvan, door de Minister
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 88) uitoefening bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 29, 30, 31, 37, 39b, 39c, 39d, 43 en 49, door de gemeenten Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht of een andere gemeente
die is aangewezen op grond van artikel 88, zevende lid, dan wel door een plusregio
als bedoeld in artikel 88, tweede lid.
|
x
|
|
|
X
|
|
|
|
|
|
Wet inzake de luchtverontreiniging
|
|
|
|
|
(artikel 60) door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer opgelegde
gedoogplicht voor zover deze betreft het gebruik maken van onroerende zaken ten behoeve
van het bepalen van luchtverontreiniging.
|
x
|
X
|
x
|
X
|
|
|
|
|
|
Wet ruimtelijke ordening
|
|
|
|
|
(artikel 6.12 juncto artikel 6.25) door het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 6.12 dan wel 6.25, vastgesteld exploitatieplan,
voor zover op grond daarvan de verplichting bestaat aan een omgevingsvergunning een
voorschrift tot betaling van een exploitatiebijdrage te verbinden.
|
x
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wet voorkeursrecht gemeenten
|
|
|
|
|
(artikel 2, in samenhang met artikel 3, 4 of 5) aanwijzing van gronden bij besluit van de gemeenteraad;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 6) voorlopige aanwijzing van gronden bij besluit van burgemeester en wethouders.
|
x
|
|
|
x
|
|
|
|
|
|
Woningwet
|
|
|
|
|
(artikel 13) door het bevoegd gezag opgelegde plicht tot het treffen van voorzieningen tot op
ten hoogste nieuwbouwniveau met betrekking tot een bestaand gebouw of ander bouwwerk,
niet zijnde een gebouw;
|
x
|
X
|
|
|
(artikel 13a) door het bevoegd gezag opgelegde plicht tot het treffen van voorzieningen om een
bouwwerk in overeenstemming te brengen met redelijke eisen van welstand;
|
x
|
X
|
|
|
(artikel 13b) door het bevoegd gezag opgelegde plicht om een in dat artikel genoemd object aan
een ander in gebruik of beheer te geven;
|
x
|
X
|
|
|
(artikel 17) besluit van het bevoegd gezag tot het sluiten van een gebouw, open erf of terrein;
|
x
|
X
|
x
|
|
(artikel 92 juncto de hoofdstukken I tot en met III van de Woningwet en artikel 5.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang, respectievelijk besluit
tot oplegging van een last onder dwangsom van het bevoegd gezag, gericht op naleving
van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I, II of III van de Woningwet, voor zover bij dat besluit met toepassing van artikel 5.18, eerste volzin, van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat het besluit mede geldt jegens
de rechtsopvolger van degene aan wie het besluit is opgelegd alsmede jegens iedere
verdere rechtsopvolger;
|
x
|
X
|
x
|
|
(artikel 92 juncto de hoofdstukken I tot en met III van de Woningwet en artikel 5.24 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) vorderingsbesluit van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie tot oplegging
van een last onder bestuursdwang, respectievelijk last onder dwangsom door het bevoegd
gezag gericht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I, II of III van de Woningwet.
|
x
|
x
|
x
|
|