Besluit van 10 december 2004, houdende regels ter uitvoering van de Rijkswet Onderzoeksraad
voor veiligheid (Rijksbesluit Onderzoeksraad voor veiligheid)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
14 juni 2004, nr. PRO 2004/67264, Directoraat-generaal Veiligheid, project PRO;
Gelet op de artikelen 7, derde lid, 9, 30, tweede lid, 31, eerste, tweede en derde
lid, 45, zevende lid, 50, derde lid, en 54 van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 2 september 2004, nr. W04.04.0255/I/K);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 6 december 2004, nr. PRO 2004/78768;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan: