Wet van 18 juni 1998 tot vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee
verband houdende intrekking van de Beginselenwet gevangeniswezen met uitzondering
van de artikelen 2 tot en met 5 en wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht en het
Wetboek van Strafvordering alsmede enige andere wetten (Penitentiaire beginselenwet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de penitentiaire regelgeving
te herzien, in het bijzonder aangaande het differentiatie- en selectiestelsel, en
in verband daarmee de Beginselenwet gevangeniswezen te vervangen door de Penitentiaire
beginselenwet alsmede enige bepalingen van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: