De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, en de Regering van de Republiek Venezuela,
geleid door de wens de van oudsher tussen de beide naties bestaande vriendschapsbanden
te versterken en de economische en technologische samenwerking tussen de twee landen
te bevorderen, het een gemeenschappelijk belang achtend de economische vooruitgang
van de onderscheiden landen te stimuleren, en erkennend dat nauwe samenwerking en
uitwisseling van technische en praktische kennis factoren zijn die bijdragen tot de
ontwikkeling van de menselijke en materiële hulpbronnen van de naties,
zijn als volgt overeengekomen:
Binnen het kader van hun wetten en voorschriften stimuleren en bevorderen de Partijen,
op basis van wederzijds voordeel, de economische en technologische samenwerking tussen
de instellingen, organisaties, instanties, maatschappijen en andere belangstellende
partijen van hun onderscheiden landen om te komen tot economische en technologische
samenwerking, in het bijzonder op die gebieden waar gemeenschappelijke inspanningen
en een gezamenlijke bijdrage van technische kennis en ervaring tot voordeel van de
economie van de onderscheiden landen kunnen strekken.
De in deze Overeenkomst bedoelde samenwerking krijgt met name gestalte door de bevordering
van programma's en projecten en door middel van de totstandkoming van gemeenschappelijke
ondernemingen.
De programma's en projecten voor economische en technologische samenwerking die het
onderwerp van deze Overeenkomst vormen, zullen in beginsel worden opgesteld overeenkomstig
de doelstellingen en prioriteiten voor de ontwikkeling van elk land.
De in artikel 1 bedoelde technologische samenwerking omvat tevens toegepaste wetenschappen
en daaraan kan uitvoering worden gegeven d.m.v. projecten, programma's en ondernemingen
waarin de samenwerking tussen de in artikel 1 genoemde belangstellende lichamen en
andere partijen gestalte krijgt of wordt geïntensiveerd. Deze samenwerking kan onder
meer omvatten:
-
I) de uitwisseling van kennis en technische documentatie;
-
II) de uitwisseling van stagiair(e)s;
-
III) bezoeken en studiereizen van specialisten en technici;
-
IV) de organisatie van cursussen en het plegen van overleg tussen specialisten;
-
V) gemeenschappelijk onderzoek naar de technieken die voor de uitvoering van de overeengekomen
projecten vereist zijn;
-
VI) ontwikkeling van het menselijk potentieel.
De Partijen bevorderen de beoogde samenwerking in de economische sectoren van de twee
landen waarin deze samenwerking passend wordt geacht. Bijzonder belang wordt gehecht
aan samenwerking in de volgende sectoren:
-
I plattelandsontwikkeling, landbouw, tuinbouw, landbouwindustrie, zuivelindustrie, enz.;
-
II metaalindustrie;
-
III chemische industrie;
-
IV werktuigbouw;
-
V metallurgische industrie;
-
VI petrochemische industrie;
-
VII woningbouw, met inbegrip van sociale woningbouw;
-
VIII infrastructuur met betrekking tot transport, o.a. wegen, waterwegen, havens, waterhuishouding;
-
IX telecommunicatie;
-
X mijnbouw;
-
XI energie;
-
XII specialistische adviesverlening en technische constructies;
-
XIII kapitaalgoederen voor de ijzer- en staalindustrie, de aardolieindustrie en de petrochemische
industrie;
-
XIV ijzer-en staalindustrie;
-
XV vervoer, met inbegrip van de binnenvaart;
-
XVI diensten en voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg;
-
XVII handel.
De vormen van, de financiële en andere modaliteiten en voorwaarden voor de samenwerking
in het kader van deze Overeenkomst worden overeengekomen tussen de instellingen, organisaties,
instanties, maatschappijen en andere belangstellende partijen.
-
1 Elk der beide Partijen kan de andere Partij voorstellen overleg te plegen inzake aangelegenheden
die de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst raken. Dit overleg kan worden gevoerd
langs diplomatieke weg of door middel van een Gemengde Commissie die wordt ingesteld
met het oog op en voor de duur van dit overleg. De Gemengde Commissie bestaat uit
door de onderscheiden Regeringen te benoemen vertegenwoordigers.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de Regering van de Nederlandse Antillen
en/of de Regering van Aruba voorstellen afzonderlijk overleg te plegen met de Regering
van de Republiek Venezuela inzake aangelegenheden betreffende de economische en technologische
samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en/of Aruba en Venezuela. In geval van
zulk overleg wordt een bijzondere Gemengde Commissie bijeengeroepen.
-
2 Elk der beide Partijen kan voorts, langs diplomatieke weg of door middel van de Gemengde
Commissie, het voorstel doen speciale groepen in het leven te roepen ter bespreking
en bestudering van de mogelijkheden voor samenwerking in de in artikel 4 bedoelde
bijzondere sectoren. Vertegenwoordigers van de belangstellende lichamen en andere
partijen, bedoeld in artikel 1, kunnen in een adviserende hoedanigheid deelnemen aan
de vergaderingen van de speciale groepen. Van de bevindingen van de speciale groepen
wordt verslag uitgebracht aan de betrokken autoriteiten van de onderscheiden landen
of aan de Gemengde Commissie, indien deze bijeengeroepen is.
Elk der beide Partijen zal overeenkomstig haar wetten en voorschriften de kwesties
oplossen betreffende de binnenkomst, het verblijf en het verrichten van arbeid op
en het reizen binnen haar grondgebied van onderdanen van de andere Partij, die werkzaamheden
in het kader van deze Overeenkomst verrichten.
Alle geschillen tussen de Partijen in verband met de uitlegging of de tenuitvoerlegging
van deze Overeenkomst worden op een door het internationale recht erkende vreedzame
wijze opgelost.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is de Overeenkomst van toepassing op het
Koninkrijk in Europa, de Nederlandse Antillen en Aruba.
De Partijen stellen elkaar er schriftelijk van in kennis dat aan de wettelijke procedures
die door elk der beide landen voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zijn
vereist, is voldaan. De Overeenkomst treedt in werking dertig dagen na de datum van
ontvangst van de laatste kennisgeving.
-
1 De Overeenkomst blijft van kracht voor een tijdvak van drie jaar en wordt telkens
stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van een jaar. Elke Partij behoudt zich het
recht voor, de andere Partij schriftelijk in kennis te stellen van haar besluit de
Overeenkomst op te zeggen. In dit geval wordt de opzegging van kracht zes maanden
na de datum van ontvangst van genoemde kennisgeving.