Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Venezuela, Caracas, 20-02-1987

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-01-1988 t/m heden

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Venezuela

Authentiek : NL

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Venezuela

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, en de Regering van de Republiek Venezuela,

geleid door de wens de van oudsher tussen de beide naties bestaande vriendschapsbanden te versterken en de economische en technologische samenwerking tussen de twee landen te bevorderen, het een gemeenschappelijk belang achtend de economische vooruitgang van de onderscheiden landen te stimuleren, en erkennend dat nauwe samenwerking en uitwisseling van technische en praktische kennis factoren zijn die bijdragen tot de ontwikkeling van de menselijke en materiële hulpbronnen van de naties,

zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

Binnen het kader van hun wetten en voorschriften stimuleren en bevorderen de Partijen, op basis van wederzijds voordeel, de economische en technologische samenwerking tussen de instellingen, organisaties, instanties, maatschappijen en andere belangstellende partijen van hun onderscheiden landen om te komen tot economische en technologische samenwerking, in het bijzonder op die gebieden waar gemeenschappelijke inspanningen en een gezamenlijke bijdrage van technische kennis en ervaring tot voordeel van de economie van de onderscheiden landen kunnen strekken.

Artikel 2

De in deze Overeenkomst bedoelde samenwerking krijgt met name gestalte door de bevordering van programma's en projecten en door middel van de totstandkoming van gemeenschappelijke ondernemingen.

De programma's en projecten voor economische en technologische samenwerking die het onderwerp van deze Overeenkomst vormen, zullen in beginsel worden opgesteld overeenkomstig de doelstellingen en prioriteiten voor de ontwikkeling van elk land.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde technologische samenwerking omvat tevens toegepaste wetenschappen en daaraan kan uitvoering worden gegeven d.m.v. projecten, programma's en ondernemingen waarin de samenwerking tussen de in artikel 1 genoemde belangstellende lichamen en andere partijen gestalte krijgt of wordt geïntensiveerd. Deze samenwerking kan onder meer omvatten:

  • I) de uitwisseling van kennis en technische documentatie;

  • II) de uitwisseling van stagiair(e)s;

  • III) bezoeken en studiereizen van specialisten en technici;

  • IV) de organisatie van cursussen en het plegen van overleg tussen specialisten;

  • V) gemeenschappelijk onderzoek naar de technieken die voor de uitvoering van de overeengekomen projecten vereist zijn;

  • VI) ontwikkeling van het menselijk potentieel.

Artikel 4

De Partijen bevorderen de beoogde samenwerking in de economische sectoren van de twee landen waarin deze samenwerking passend wordt geacht. Bijzonder belang wordt gehecht aan samenwerking in de volgende sectoren:

  • I plattelandsontwikkeling, landbouw, tuinbouw, landbouwindustrie, zuivelindustrie, enz.;

  • II metaalindustrie;

  • III chemische industrie;

  • IV werktuigbouw;

  • V metallurgische industrie;

  • VI petrochemische industrie;

  • VII woningbouw, met inbegrip van sociale woningbouw;

  • VIII infrastructuur met betrekking tot transport, o.a. wegen, waterwegen, havens, waterhuishouding;

  • IX telecommunicatie;

  • X mijnbouw;

  • XI energie;

  • XII specialistische adviesverlening en technische constructies;

  • XIII kapitaalgoederen voor de ijzer- en staalindustrie, de aardolieindustrie en de petrochemische industrie;

  • XIV ijzer-en staalindustrie;

  • XV vervoer, met inbegrip van de binnenvaart;

  • XVI diensten en voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg;

  • XVII handel.

Artikel 5

De vormen van, de financiële en andere modaliteiten en voorwaarden voor de samenwerking in het kader van deze Overeenkomst worden overeengekomen tussen de instellingen, organisaties, instanties, maatschappijen en andere belangstellende partijen.

Artikel 6

  • 1 Elk der beide Partijen kan de andere Partij voorstellen overleg te plegen inzake aangelegenheden die de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst raken. Dit overleg kan worden gevoerd langs diplomatieke weg of door middel van een Gemengde Commissie die wordt ingesteld met het oog op en voor de duur van dit overleg. De Gemengde Commissie bestaat uit door de onderscheiden Regeringen te benoemen vertegenwoordigers.

    Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de Regering van de Nederlandse Antillen en/of de Regering van Aruba voorstellen afzonderlijk overleg te plegen met de Regering van de Republiek Venezuela inzake aangelegenheden betreffende de economische en technologische samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en/of Aruba en Venezuela. In geval van zulk overleg wordt een bijzondere Gemengde Commissie bijeengeroepen.

  • 2 Elk der beide Partijen kan voorts, langs diplomatieke weg of door middel van de Gemengde Commissie, het voorstel doen speciale groepen in het leven te roepen ter bespreking en bestudering van de mogelijkheden voor samenwerking in de in artikel 4 bedoelde bijzondere sectoren. Vertegenwoordigers van de belangstellende lichamen en andere partijen, bedoeld in artikel 1, kunnen in een adviserende hoedanigheid deelnemen aan de vergaderingen van de speciale groepen. Van de bevindingen van de speciale groepen wordt verslag uitgebracht aan de betrokken autoriteiten van de onderscheiden landen of aan de Gemengde Commissie, indien deze bijeengeroepen is.

Artikel 7

Elk der beide Partijen zal overeenkomstig haar wetten en voorschriften de kwesties oplossen betreffende de binnenkomst, het verblijf en het verrichten van arbeid op en het reizen binnen haar grondgebied van onderdanen van de andere Partij, die werkzaamheden in het kader van deze Overeenkomst verrichten.

Artikel 8

Alle geschillen tussen de Partijen in verband met de uitlegging of de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst worden op een door het internationale recht erkende vreedzame wijze opgelost.

Artikel 9

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is de Overeenkomst van toepassing op het Koninkrijk in Europa, de Nederlandse Antillen en Aruba.

Artikel 10

De Partijen stellen elkaar er schriftelijk van in kennis dat aan de wettelijke procedures die door elk der beide landen voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zijn vereist, is voldaan. De Overeenkomst treedt in werking dertig dagen na de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving.

Artikel 11

  • 1 De Overeenkomst blijft van kracht voor een tijdvak van drie jaar en wordt telkens stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van een jaar. Elke Partij behoudt zich het recht voor, de andere Partij schriftelijk in kennis te stellen van haar besluit de Overeenkomst op te zeggen. In dit geval wordt de opzegging van kracht zes maanden na de datum van ontvangst van genoemde kennisgeving.

  • 2 De in het eerste lid van dit artikel bedoelde opzegging is niet van invloed op de afwikkeling van in het kader van deze Overeenkomst overeengekomen lopende projecten.

  • 3 Onder voorbehoud van het in het eerste lid van dit artikel genoemde tijdvak heeft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden het recht de toepassing van deze Overeenkomst te beëindigen ten aanzien van elk deel van het Koninkrijk afzonderlijk.

TEN BLIJKE WAARVAN de onderstaande vertegenwoordigers, naar behoren daartoe gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Caracas, op 20 februari 1987, in de Engelse, de Nederlandse en de Spaanse taal, waarbij de drie teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) H. VAN DEN BROEK

Voor de Regering van de Republiek Venezuela

(w.g.) S. A. CONSALVI

Naar boven