De Belgische nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of
een identiteitskaart afgegeven door de Belgische autoriteiten, indien deze documenten
volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen, of door middel van een uittreksel
uit het register van de burgerlijke stand betreffende de verkrijging van deze nationaliteit.
De Belgische nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort,
een ander reisdocument of een door de Belgische autoriteiten afgegeven identiteitskaart
waarvan de geldigheidsduur niet meer dan tien jaar is verlopen; eveneens aan de hand
van een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen afgegeven door de bevoegde autoriteiten
in Frankrijk, Luxemburg of Zwitserland ten behoeve van Belgische onderdanen die daar
hun vaste verblijfplaats hebben, en waaruit de Belgische nationaliteit van de houder
blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder
blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen
van andere Belgische staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van de betrokkene
zelf.
De Luxemburgse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of
een identiteitskaart afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten, indien deze documenten
volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen.
De Luxemburgse nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort
of een identiteitskaart afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur
niet meer dan tien jaar is verlopen, of aan de hand van een geldige identiteitskaart
voor vreemdelingen waaruit de Luxemburgse nationaliteit van de houder blijkt, een
rijbewijs, een zeemansboekje, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Luxemburgse
staatsburgers of aan de hand van verklaringen van de betrokkene zelf.
De Nederlandse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of
een identiteitskaart afgegeven door de Nederlandse autoriteiten, indien deze documenten
volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen.
De Nederlandse nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort
of identiteitskaart afgegeven door de Nederlandse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur
niet meer dan tien jaar verlopen is, eveneens aan de hand van een Belgische of Luxemburgse
identiteitskaart voor vreemdelingen waaruit de Nederlandse nationaliteit van de houder
blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de nationaliteit van de houder
blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen
van andere Nederlandse staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van de betrokkene
zelf.