Paragraaf 2. Tijdelijke voorziening inzake mondelinge behandeling in burgerlijke en
bestuursrechtelijke zaken
Artikel 2. (mondelinge behandeling in burgerlijke en bestuursrechtelijke gerechtelijke
procedures)
Indien in verband met de uitbraak van COVID-19 in penitentiaire beklag- en beroepsprocedures
het houden van een fysieke zitting niet mogelijk is, kan het horen van de klager en
de directeur als bedoeld in de in de artikelen 64, eerste lid, 69, vijfde lid, 73, vierde lid van de Penitentiaire beginselenwet, de artikelen 61, eerste lid, 67, vijfde lid, 69, vierde lid van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en de artikelen 69, eerste lid, 74, vijfde lid, en 78, vierde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen plaatsvinden door middel van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel.
Artikel 3. (verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing)
Beschikkingen in zaken van verlenging van een ondertoezichtstelling en van verlenging
van de machtiging van de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, om een minderjarige uit huis te plaatsen niet zijnde een machtiging als bedoeld
in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet, kunnen aanstonds worden gegeven indien mondelinge behandeling ook met toepassing
van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel onmogelijk blijkt. Een verlenging
is in dat geval mogelijk voor de duur van maximaal drie maanden.
Paragraaf 4. Tijdelijke afwijking diverse bepalingen Burgerlijke Wetboek, Boek 2 (rechtspersonen) en Boek 5 (verenigingen van eigenaars)
-
4 Waar in deze paragraaf wordt afgeweken van bepalingen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, worden daaronder ook statutaire bepalingen met dezelfde inhoud begrepen. Statutaire
bepalingen aangaande het fysiek bijeenkomen van het bestuur, de raad van commissarissen
en de algemene vergadering en statutaire bepalingen die de uitoefening van in deze
paragraaf aan het bestuur toegekende bevoegdheden beperken of aan de goedkeuring van
een ander orgaan of een derde onderwerpen, zijn niet van toepassing.
Artikel 6. (algemene vergadering verenigingen)
-
2 De in lid 1 onder b bedoelde vragen worden uiterlijk tijdens de vergadering, al dan
niet thematisch, beantwoord en deze antwoorden worden op de website van de vereniging
geplaatst of via een elektronisch communicatiemiddel toegankelijk gemaakt voor de
leden.
-
3 Het bestuur spant zich ervoor in dat tijdens de vergadering langs elektronische weg
of anderszins nadere vragen kunnen worden gesteld, tenzij dit in het licht van de
omstandigheden van dat moment in redelijkheid niet kan worden gevergd. De voorzitter
van de vergadering kan een en ander nader bepalen in het belang van de orde van de
vergadering.
-
5 Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 38 lid 6, het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend door middel
van een elektronisch communicatiemiddel.
-
6 Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 38 lid 8, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering door
middel van een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht gelijk worden gesteld
met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
Artikel 7. (verslaglegging vereniging en coöperatie)
In afwijking van de artikelen 48 lid 1, 49 lid 1 en 58 lid 1 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden
verlengd met ten hoogste vier maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering
geen bevoegdheid tot verlenging.
Artikel 8. (verslaglegging naamloze vennootschap)
In afwijking van artikel 101 lid 1 kan de termijn van vijf maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden
verlengd met ten hoogste vijf maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering
geen bevoegdheid tot verlenging en is de laatste zin van artikel 98 lid 3 niet van toepassing.
Artikel 9. (algemene vergadering naamloze vennootschap)
In afwijking van artikel 108 lid 2 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar of de in de statuten gestelde
kortere termijn door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vier maanden.
Artikel 10. (algemene vergadering naamloze vennootschap)
-
1 In afwijking van artikel 116 kan het bestuur bepalen dat een algemene vergadering wordt gehouden die uitsluitend
toegankelijk is langs elektronische weg, onder de voorwaarden bedoeld in artikel 11 van deze wet. Dit wordt bij de oproeping, bedoeld in artikel 113, vermeld.
-
2 Indien de oproeping reeds is uitgegaan, kan het bestuur tot uiterlijk 48 uur voor
het tijdstip van de algemene vergadering, de wijze van vergaderen wijzigen in een
vergadering als bedoeld in het eerste lid dan wel de plaats van de vergadering kan
wijzigen. Dit wordt aan de aandeelhouders kenbaar gemaakt op de wijze zoals voorgeschreven
in artikel 113.
Artikel 11. (algemene vergadering naamloze vennootschap)
-
2 De in lid 1 onder b bedoelde vragen worden uiterlijk tijdens de vergadering, al dan
niet thematisch, beantwoord en deze antwoorden worden op de website van de vennootschap
geplaatst of via een elektronisch communicatiemiddel toegankelijk gemaakt voor de
aandeelhouders.
-
3 Het bestuur zorgt er voor dat tijdens de vergadering langs elektronische weg of anderszins
nadere vragen kunnen worden gesteld, tenzij dit in het licht van de omstandigheden
van dat moment in redelijkheid niet kan worden gevergd. De voorzitter van de vergadering
kan een en ander nader bepalen in het belang van de orde van de vergadering.
Artikel 12. (algemene vergadering naamloze vennootschap)
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 117a lid 1, het bestuur bepalen dat iedere aandeelhouder bevoegd is om, in persoon of bij een
schriftelijk gevolmachtigde, langs elektronische weg aan de algemene vergadering deel
te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.
Artikel 13. (algemene vergadering naamloze vennootschap)
-
1 Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 117b lid 1, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering door
middel van een elektronisch communicatiemiddel of bij brief worden uitgebracht, gelijk
worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Dit
wordt bij de oproeping of bij de wijziging van de wijze van vergaderen vermeld.
Artikel 14. (algemene vergadering naamloze vennootschap)
In aanvulling op artikel 118 lid 1 kan het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend door middel
van een elektronisch communicatiemiddel. Dit wordt bij de oproeping of bij de wijziging
van de wijze van vergaderen vermeld.
Artikel 15. (onbehoorlijke taakvervulling bestuur naamloze vennootschap)
In afwijking van artikel 138 lid 2 wordt een verzuim van de verplichting uit artikel 394 tot openbaarmaking van de jaarrekening die betrekking heeft op het meest recente
afgesloten boekjaar niet in aanmerking genomen, indien dat te wijten is aan de gevolgen
van de uitbraak van COVID-19.
Artikel 16. (verslaglegging besloten vennootschap)
In afwijking van artikel 210 lid 1 kan de termijn van vijf maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden
verlengd met ten hoogste vijf maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering
geen bevoegdheid tot verlenging.
Artikel 17. (algemene vergadering besloten vennootschap)
-
1 In afwijking van artikel 226 lid 1 kan het bestuur bepalen dat een algemene vergadering wordt gehouden die uitsluitend
toegankelijk is langs elektronisch weg onder de voorwaarden bedoeld in artikel 18. Dit wordt bij de oproeping, bedoeld in artikel 223, vermeld.
-
2 Indien de oproeping reeds is uitgegaan, kan het bestuur tot uiterlijk 48 uur voor
het tijdstip van de algemene vergadering de wijze van vergaderen wijzigen in een vergadering
als bedoeld in het eerste lid. Dit wordt aan de aandeelhouders kenbaar gemaakt op
de wijze zoals voorgeschreven in artikel 223.
Artikel 18. (algemene vergadering besloten vennootschap)
-
2 De in lid 1 onder b bedoelde vragen worden uiterlijk tijdens de vergadering, al dan
niet thematisch, beantwoord en deze antwoorden worden op de website van de vennootschap
geplaatst of via een elektronisch communicatiemiddel toegankelijk gemaakt voor de
aandeelhouders.
-
3 Het bestuur spant zich ervoor in dat tijdens de vergadering langs elektronische weg
of anderszins nadere vragen kunnen worden gesteld, tenzij dit in het licht van de
omstandigheden van dat moment in redelijkheid niet kan worden gevergd. De voorzitter
van de vergadering kan een en ander nader bepalen in het belang van de orde van de
vergadering.
Artikel 19. (algemene vergadering besloten vennootschap)
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in afwijking van artikel 227a lid 1, het bestuur bepalen dat iedere aandeelhouder bevoegd is om, in persoon of bij een
schriftelijk gevolmachtigde, langs elektronische weg aan de algemene vergadering deel
te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.
Artikel 20. (algemene vergadering besloten vennootschap)
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in afwijking van artikel 227b, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering langs
elektronische weg worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor
die van de vergadering, gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering
worden uitgebracht. Dit wordt bij de oproeping vermeld.
Artikel 21. (algemene vergadering besloten vennootschap)
In aanvulling op artikel 228 lid 1 kan het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend langs elektronische
weg. Dit wordt bij de oproeping of bij de wijziging van de wijze van vergaderen vermeld.
Artikel 22. (onbehoorlijke taakvervulling bestuur besloten vennootschap)
In afwijking van artikel 248 lid 2 wordt een verzuim van de verplichting uit artikel 394 tot openbaarmaking van de jaarrekening die betrekking heeft op het meest recente
afgesloten boekjaar niet in aanmerking genomen, indien dat te wijten is aan de gevolgen
van de uitbraak van COVID-19.
Artikel 23. (verslaglegging stichting)
-
1 In afwijking van artikel 300 lid 1 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden
verlengd met ten hoogste vier maanden. In dat geval heeft het volgens de statuten
bevoegde orgaan, voor zover dat een ander orgaan dan het bestuur is, geen bevoegdheid
tot verlenging.
Artikel 24. (vereniging van eigenaars)