Bijlage behorende bij het Besluit vaststelling beleidskader subsidies doorstroomprogramma’s
vmbo-mbo en vmbo-havo
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Beleidskader subsidies doorstroomprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Het Beleidskader subsidies doorstroomprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo (beleidskader)
regelt de activiteiten waarvoor en de voorwaarden waaronder de minister subsidie kan
verstrekken voor de daarin beschreven programma’s. De Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is van toepassing op het beleidskader.
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Uit onderzoek is gebleken dat sommige leerlingen moeite hebben met het maken van de
overstap van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) naar het middelbaar
beroepsonderwijs (mbo) of het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo). Met het
beleidskader zetten de minister en staatssecretaris zich gezamenlijk in om die leerlingen
te helpen deze overstap soepeler te kunnen maken. Zij voeren met het beleidskader
de motie van het Kamerlid Rog uit. In de motie wordt hen verzocht om – in overleg
met het vo en mbo – een schakelprogramma of doorstroomtraject te verkennen waarin
vmbo-leerlingen na de eindexamens worden voorbereid op hun vervolgopleiding in het
mbo of het havo.
Het beleidskader is onderdeel van het actieplan Gelijke Kansen, waarin de nadruk is
gelegd op het verbeteren van de overgangen in het onderwijs. Hiermee wordt beoogd
leerlingen en studenten die vanuit hun omgeving minder vanzelfsprekend hulpbronnen
vanuit sociaal, cultureel en economisch perspectief tot hun beschikking hebben (gehad)
tijdens hun schoolloopbaan bij deze overgangen een duwtje in de rug te geven. Uit
onderzoek is gebleken dat deze leerlingen een extra risico lopen om hun mogelijkheden
na een overgang niet optimaal te benutten of zelfs uit te vallen. Juist voor jongeren
die van huis uit minder ondersteuning en begeleiding krijgen, vormen overgangen soms
een risico. Onderzoek laat zien dat leerlingen met dezelfde cognitieve capaciteiten,
maar een verschillende achtergrond heel andere onderwijsloopbanen hebben. Bij elke
overgang in het onderwijs zijn de uitkomsten voor jongeren met hoger opgeleide ouders
gunstiger dan voor kinderen met lager opgeleide ouders. Vooral de zomerperiode (de
periode na de diplomering op het vmbo en de start van de opleiding op het mbo) blijkt
voor die laatste groep jongeren een kwetsbare periode te zijn.
Het beleidskader moet verder worden gezien tegen de achtergrond van de brief aan de
Tweede Kamer over het doorstroomrecht vmbo-havo, waarin wordt voorgesteld een wettelijke
grondslag te maken voor het doorstroomrecht van de gemengde leerweg (gl) en theoretische
leerweg (tl) in het vmbo naar het havo. De bedoeling is dat leerlingen met een vmbo-diploma
gl/tl zonder extra voorwaarden naar het havo moeten kunnen doorstromen, mits zij –
naast het verplichte aantal vakken – in ten minste één extra algemeen vormend vak
examen hebben gedaan.
In de brief over het doorstroomrecht vmbo-havo wordt voorgesteld om doorstroomprogramma’s
beschikbaar te stellen aan leerlingen die willen overstappen van het vmbo naar het
mbo of het havo. Via een groeimodel kan zo worden toegewerkt naar een structurele
verbetering van de aansluiting tussen de verschillende curricula. Voor de korte termijn
wordt daarom, met dit beleidskader, ook invulling gegeven aan het voorstel in de genoemde
brief over het doorstroomrecht vmbo-havo.
De doorstroomprogramma’s passen ten slotte in het perspectief voor de toekomst van
het vmbo, dat onlangs is geschetst in de brief ‘Sterk beroepsonderwijs’. In deze brief
wordt aangegeven dat de toekomst van sterk beroepsonderwijs wordt gebouwd op het principe
van het creëren van optimale leerroutes voor elke leerling. Met de in dit kader ontwikkelde
doorstroomprogramma’s wordt aan dit perspectief gewerkt.
Subsidieplafond
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Voor 2021 is € 5.488.000 beschikbaar voor de doorstroomprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo.
Het subsidieplafond is bepaald door het beschikbare bedrag te verminderen met de uitvoeringskosten
en met het subsidiebedrag dat is verstrekt ten behoeve van het vierde cohort leerlingen
dat aan de in 2020 beschikbaar gestelde doorstroomprogramma's deelneemt. Het subsidieplafond
voor 2022 wordt op een later moment bekendgemaakt. Aangezien het merendeel van de
vmbo-leerlingen doorstroomt naar het mbo, is ervoor gekozen om 70 procent van het
subsidieplafond beschikbaar te stellen voor doorstroomprogramma’s vmbo-mbo. Voor leerlingen
die vanuit het vmbo doorstromen naar het havo is een doorstroomprogramma waarbij zij
worden begeleid bij deze overstap eveneens belangrijk. Daarom wordt 30 procent van
het beschikbare subsidiebudget ingezet voor doorstroomprogramma’s vmbo-havo (zie voorts
onder ‘Verdeling subsidiebedrag’). Met betrekking tot de overgang van het vmbo naar
het havo is een verandering opgetreden: met ingang van 1 augustus 2020 is een doorstroomrecht
vmbo gl/tl-havo van kracht geworden. Vmbo-leerlingen in de gl of de tl die succesvol
eindexamen hebben gedaan met een extra (algemeen vormend) vak, hebben nu een wettelijk
doorstroomrecht naar de havo. Met de inzet van doorstroomprogramma’s kunnen scholen
overstappende leerlingen voorbereiden op de havo.
Doelstelling beleidskader
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Doel van het beleidskader is het subsidiëren van doorstroomprogramma’s die zich richten
op het creëren van een soepele overgang voor vmbo-leerlingen, in het bijzonder vmbo-leerlingen
in een kwetsbare positie, naar het mbo of het havo. De doorstroomprogramma’s worden
gemonitord en na een verdiepende fase geëvalueerd. De aanbevelingen uit de evaluatie
worden benut om het onderwijsbeleid voor dit onderwerp verder te ontwikkelen.
Doelgroep doorstroomprogramma’s
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De doorstroomprogramma’s zijn bedoeld voor vmbo-leerlingen die volgens hun school
extra begeleiding of ondersteuning nodig hebben. Gedacht kan worden aan leerlingen
die specifieke vaardigheden en/of kennis ontberen die nodig zijn voor een soepele
overgang. Het gaat vooral om leerlingen die vanuit hun omgeving gedurende hun schoolloopbaan
minder vanzelfsprekend hulpbronnen vanuit economisch, sociaal en cultureel perspectief
tot hun beschikking hebben (gehad) om hun mogelijkheden optimaal te ontplooien.
Te subsidiëren activiteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De subsidie is bedoeld voor extra activiteiten om de overgang van het vmbo naar het
mbo of het havo te versoepelen. De subsidie kan worden ingezet om onderwijstijdverlenging
te bekostigen, zoals onderwijs tijdens de zomervakantie of andere extra (tijds)investeringen,
of worden ingezet voor begeleiding en ondersteuning van leerlingen rondom en tijdens
de overgang van het vmbo naar het mbo of naar het havo, bijvoorbeeld ten aanzien van
leercultuur en studievaardigheden. De activiteiten moeten ten goede komen aan leerlingen
in het laatste leerjaar van het vmbo, gedurende de zomerperiode en/of in het leerjaar
na de overstap naar het mbo of havo.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een doorstroomprogramma zich in ieder
geval richten op één of meer van de volgende activiteiten, die het zelfvertrouwen
en de zelfstandigheid van de leerling of student vergroten:
-
1. Het voorbereiden op de gevraagde werkhouding in het mbo of het havo, bijvoorbeeld
door reflectie op de eigen rol en vaardigheden. Hierbij wordt de leerling ook begeleid
bij het verbeteren van de studievaardigheden zoals de ontwikkeling van een eigen leerstrategie
en het leren plannen en organiseren van de leeractiviteiten.
-
2. Persoonlijke begeleiding en coaching rondom en tijdens de overgang.
-
3. Het leren benutten van netwerken of hulpbronnen uit de omgeving.
Daarnaast kan er binnen het doorstroomprogramma aandacht worden besteed aan:
-
4. Het vakinhoudelijk ‘bijspijkeren’ op onderdelen van een vak. Bijvoorbeeld op onderdelen
van het vak wiskunde die in het vmbo niet zijn behandeld en in het havo wel aan bod
komen of op specifieke taal-, lees- en/of rekenvaardigheden.
-
5. De training en coaching van leraren, begeleiders, coaches, medeleerlingen of -studenten
die verder in hun opleiding zijn en die als coach of begeleider worden ingezet.
Tot slot moet aangegeven worden hoe binnen het programma wordt ingezet op de bevordering
van de betrokkenheid van ouders en/of betekenisvolle anderen uit de omgeving van de
leerling of de student.
Hoogte van de subsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Per deelnemende leerling wordt voor de berekening van de hoogte van de subsidie uitgegaan
van een bedrag van € 700 per kalenderjaar. De subsidie wordt per aanvraag verstrekt
voor twee cohorten leerlingen (dat wil zeggen: twee groepen leerlingen waaraan een
programma op twee opeenvolgende overstapmomenten wordt aangeboden). Het bevoegd gezag
kan per vmbo-vestiging per doorstroomprogramma voor maximaal 35 leerlingen per kalenderjaar
een subsidieaanvraag indienen. Het maximale bedrag dat per vmbo-vestiging (volgens
BRIN) per kalenderjaar per doorstroomprogramma kan worden verstrekt is € 24.500. Het
bevoegd gezag stelt elk schooljaar het aantal leerlingen vast dat in aanmerking komt
voor deelname aan het doorstroomprogramma. Het bevoegd gezag mag er voor kiezen meer
dan 35 leerlingen door middel van een doorstroomprogramma te ondersteunen, maar ontvangt
op basis van dit beleidskader geen subsidie voor de extra leerlingen.
Aanvraagprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Een subsidieaanvraag wordt ingediend door het bevoegd gezag van een vmbo-vestiging
in afstemming met één of meer samenwerkende regionale opleidingscentra (roc), beroepscolleges
of havoscholen. De betrokken partijen stellen hiervoor een plan op, dat door het bevoegd
gezag van alle partijen is ondertekend en bij de aanvraag wordt gevoegd. Samenwerking
is een voorwaarde voor een subsidieaanvraag. Het bevoegd gezag dat de subsidieaanvraag
indient, wordt aangewezen als penvoerder en subsidieontvanger.
In de aanvraag moet worden vermeld op welke manier het aangevraagde bedrag wordt verdeeld
over de deelnemende partijen en welke rol zij binnen het programma vervullen. Onder
deelnemende partijen worden in dit geval alleen de penvoerder en de samenwerkende
roc’s, beroepscolleges of havo-scholen verstaan. De penvoerder moet in de aanvraag
toelichten of en zo ja hoe eventuele derden worden betrokken, zoals bedrijven, maatschappelijke
organisaties, bibliotheken, gemeenten, of verenigingen. De kwaliteit van de begeleiding
van leerlingen en studenten en overige verplichtingen voor, tijdens of na de overstap
jegens leerlingen en studenten, zijn de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag
van de school of opleiding waar de leerling is ingeschreven. Een leerling wordt niet
uitgeschreven uit het vmbo voordat deze is ingeschreven bij de vervolgopleiding.
Om in aanmerking te komen voor subsidie voor het overstapmoment in augustus 2021,
2022 en 2023 kan het bevoegd gezag van de vmbo-vestiging jaarlijks, tussen 1 februari
en 30 april, een aanvraag indienen. De aanvraag wordt voor twee achtereenvolgende
overstapmomenten toegekend. Deze aanvraagtermijn wijkt af van de voorgaande aanvraagtermijn,
die jaarlijks vanaf 1 oktober tot 30 september was. Voor de laatste twee jaren van
deze subsidieregeling is niet gekozen voor een doorlopende aanvraagperiode. De reden
hiervoor is dat de subsidieperiode aflopend is. Vmbo-scholen kunnen in de laatste
subsidieperiode in het eerste kwartaal van 2021 en 2022 een aanvraag indienen. Deze
termijn is ruim op tijd zodat de vmbo-school de leerling kan voorbereiden op het overstapmoment
van 1 augustus in hetzelfde jaar. Vmbo-scholen kunnen de subsidie aanvragen bij de
Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) voor de eerstvolgende subsidieperiode,
via het aanvraagformulier te vinden op www.dus-i.nl. Binnen 13 weken wordt op de aanvraag
beslist, gerekend vanaf 30 april. Het bevoegd gezag vermeldt in de aanvraag voor hoeveel
leerlingen en voor welke activiteiten de subsidie wordt aangevraagd.
Extra aanvraagmogelijkheid voor 2017
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Er kan nog subsidie worden aangevraagd voor het overstapmoment tussen de schooljaren
2016–2017 en 2017–2018. Aanvragen kunnen worden ingediend van 1 juni 2017 tot 21 juni
2017. Indien het bevoegd gezag in deze periode een aanvraag heeft ingediend, kan het
voor dezelfde vestiging niet eerder dan voor 1 oktober 2018 opnieuw een aanvraag indienen.
De aanvraagperiode van 1 juni tot 21 juni 2017 is bedoeld voor het inrichten van doorstroomprogramma’s
voor leerlingen die na het schooljaar 2016–2017 overstappen van het vmbo naar het
vervolgonderwijs. Uiterlijk op 30 juni wordt op deze groep aanvragen beslist.
Gedurende de periode dat het bevoegd gezag subsidie ontvangt op basis van dit beleidskader
voor een doorstroomprogramma, worden aanvragen voor dezelfde vestiging voor hetzelfde
doorstroomprogramma niet gehonoreerd.
Reguliere betaalcyclus
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De subsidie wordt voor twee overstapmomenten beschikt. Scholen die subsidie ontvangen
voor een doorstroomprogramma ontvangen ook subsidie voor het daaropvolgende overstapmoment.
Hierdoor kan gedurende twee opvolgende kalenderjaren en voor twee overstapmomenten
een doorstroomprogramma worden uitgevoerd voor leerlingen. De minister betaalt het
subsidiebedrag in twee keer uit. Het moment van betalen wordt met de subsidiebeschikking
bepaald.
Verdeling subsidiebedrag
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Indien het jaarlijks voor doorstroomprogramma’s vmbo-mbo dan wel voor doorstroomprogramma’s
vmbo-havo beschikbare budget niet wordt uitgeput, wordt het resterende bedrag toegevoegd
aan het budget voor respectievelijk doorstroomprogramma’s vmbo-havo dan wel voor doorstroomprogramma’s
vmbo-mbo. Indien het subsidieplafond na afloop van de aanvraagperiode is bereikt,
wordt de onderlinge rangschikking van aanvragen door middel van loting vastgesteld,
waarbij wordt vastgehouden aan de eerder aangegeven verdeling van 70 procent doorstroomprogramma’s
vmbo-mbo en 30 procent voor doorstroomprogramma’s vmbo-havo.
Caribisch Nederland
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De scholen voor voorbereidend middelbaar onderwijs, havo en mbo in Caribisch Nederland
worden ook uitgenodigd voor het indienen van een aanvraag voor een doorstroomprogramma
zoals in dit beleidskader wordt bedoeld. Alle subsidievoorwaarden uit dit beleidskader
zijn ook van toepassing op de scholen in Caribisch Nederland. Wanneer subsidie wordt
verstrekt, wordt deze omgerekend in dollars tegen de vastgestelde wisselkoers.
Vaststelling, betaling, besteding en verantwoording
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De minister beslist binnen dertien weken op de aanvraag. Het bevoegd gezag maakt er
bij de minister melding van, indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt
niet of niet geheel worden uitgevoerd. De subsidie wordt in dat geval en met inachtneming
van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht lager vastgesteld. Het teveel ontvangen bedrag wordt in dat geval teruggevorderd.
Als de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan de subsidie ook aan andere activiteiten
waarvoor bekostiging wordt verstrekt, worden besteed.
De subsidie wordt direct vastgesteld en de verantwoording geschiedt overeenkomstig
de Regeling jaarverslaggeving onderwijs of de Regeling jaarverslaglegging onderwijs BES. De subsidie wordt verantwoord in de jaarrekening, waarbij model G, onderdeel 1, niet hoeft te worden ingevuld (dat is gebruikelijk bij subsidies van € 25.000 of
meer; omdat de subsidie wordt verstrekt voor twee kalenderjaren, kan deze oplopen
tot € 49.000). De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten
waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat hij heeft voldaan aan de verplichtingen
die aan de subsidie zijn verbonden.
Evaluatie
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De subsidieontvanger en de samenwerkende partijen zijn verplicht om mee te werken
aan de beantwoording van vragen en het aanleveren van gegevens in het kader van de
monitoring en evaluatie van het beleidskader of aan de minister op diens verzoek.
Alle doorstroomprogramma’s worden gedurende de vier jaar van het beleidskader gevolgd.
Administratieve lasten
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Met de uitvoering van dit beleidskader zijn administratieve lasten voor scholen gemoeid.
Onder administratieve lasten wordt verstaan: de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen
aan de overheid, voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om
het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie.
De kosten zijn berekend volgens het standaardkostenmodel (SKM) dat is opgesteld door
het Ministerie van Financiën.
In totaal is naar verwachting 1 uur per aanvraag nodig voor het invullen van het aanvraagformulier.
In totaal worden om en nabij 120 aanvragen per kalenderjaar verwacht. De totale administratieve
lasten beslaan daarmee in totaal per kalenderjaar 120 x 45 (uurtarief) x 1 (uur)=
€ 5.400.
Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Dit besluit treedt de dag nadat het wordt gepubliceerd in werking. Dat betekent dat
wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Hier is voor gekozen omdat inwerkingtreding
op een later tijdstip zou betekenen dat scholen geen aanvragen meer zouden kunnen
indienen voor een doorstroomprogramma dat plaatsvindt in de zomer van 2017.