Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 10-12-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Wet van 9 maart 2017 tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie van ambtenaren zo veel mogelijk in overeenstemming te brengen met die van werknemers met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VI

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Wet op de loonvorming.]

Artikel VII

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2017. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2019/483.]

[Red: Wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.]

Artikel X

De krachtens artikel 125, eerste lid, onderdeel m, van de Ambtenarenwet vastgestelde regels, alsmede de krachtens artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993 of artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012 vastgestelde regels betreffende het in artikel 125, eerste lid, onderdeel m, van de Ambtenarenwet genoemde onderwerp, zoals deze golden voorafgaand aan inwerkingtreding van deze wet, blijven buiten toepassing bij de totstandkoming en inwerkingtreding van deze wet en de wetten, algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen, gemeentelijke en provinciale verordeningen en andere algemeen verbindende voorschriften waarmee wetten en andere algemeen verbindende voorschriften met deze wet in overeenstemming worden gebracht, dan wel waarmee voorzieningen worden getroffen ter uitvoering van deze wet.

Artikel XI

  • 1 Artikel X treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.1

  • 2 De overige artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel XIa

Voorafgaand aan de plaatsing in het Staatsblad vervangt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de in deze wet voorkomende aanduiding «201.» telkens door het jaartal van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.

Artikel XII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 9 maart 2017

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de achtentwintigste maart 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie,

S.A. Blok

  1. Op grond van artikel 8, tweede lid, van de Wet raadgevend referendum is de inwerkingtreding van deze wet opgeschort tot 10 mei 2017. ^ [1]