Uitvoeringsreglement inzake aanvragen voor een financiële bijdrage realisering en [...] en marketing Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 02-06-2003 t/m 31-12-2010

Uitvoeringsreglement inzake aanvragen voor een financiële bijdrage realisering en promotie en marketing Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt

Dit reglement is per direct van kracht en is geplaatst op de site van het Nederlands Fonds voor de Film - www.filmfund.nl
    • 1. Algemeen

    • 2. Realisering Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt

    • 3. Promotie en marketing Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt

    • 4. Toelichting

  • Ter uitvoering van artikel 2 lid 3 en artikel 6 lid 7 van het Bijdragereglement van het Nederlands Fonds voor de Film geldt het volgende:

    1. Algemeen

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    1.1 In dit uitvoeringsreglement wordt onder een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt verstaan een fictiefilm met de volgende kenmerken:

    • voldoende Nederlandse kenmerken;

    • een budget van minimaal € 1.400.000 en maximaal € 4.500.000;

    • een vertoningsduur van tenminste 60 minuten;

    • aan te wenden als hoofdfilm in een bioscoop of filmtheater vertoning.

    1.2.1. In dit reglement wordt een onderscheid gemaakt tussen een aanvraag voor een financiële bijdrage voor de realisering van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt en een aanvraag voor een financiële bijdrage voor de promotie en marketing van diezelfde film. De financiële bijdrage voor de promotie en marketing wordt op haar beurt onderverdeeld in een financiële bijdrage die ziet op de periode dat de film wordt gerealiseerd (ofwel totdat een werkkopie van de film is voltooid), en een financiële bijdrage die ziet op de periode daarna. Het Bestuur verleent de financiële bijdrage(n) bij afzonderlijke beschikkingen.

    1.2.2. Een aanvraag in de zin van dit uitvoeringsreglement dient te worden ingediend door een producent.

    1.2.3. Ingeval de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon, dient de natuurlijke persoon die deze rechtspersoon rechtsgeldig vertegenwoordigt en namens deze leiding geeft aan realisering, promotie en marketing van de film, aantoonbare ervaring te hebben als producent.

    1.3. De hoogte van de financiële bijdrage(n) wordt door het Bestuur per geval bepaald.

    De maximale financiële bijdrage(n) voor de realisering, promotie en marketing tezamen bedraagt het bedrag dat door derden (zoals distributeurs, omroepen, Fine BV en CoBO) als garantieopbrengst is toegezegd met de volgende beperkingen:

    • De financiële bijdrage(n) voor realisering, promotie en marketing tezamen zal in totaal niet hoger zijn dan € 900.000.

    • De financiële bijdrage(n) voor realisering, promotie en marketing tezamen zal in beginsel niet hoger zijn dan 30% van de productiekosten zoals opgenomen in de begroting als bedoeld in artikel 2.6 sub b1.

    1.4. De financiële bijdrage(n) wordt (worden) verstrekt aan de producent.

    1.5. Dit uitvoeringsreglement of een wijziging hiervan treedt in werking op de tweede dag na die waarop dit uitvoeringsreglement of de wijziging in de Staatscourant is gepubliceerd.

    1.6. Vanaf het moment van inwerkingtreding van dit uitvoeringsreglement of een wijziging hiervan, worden besluiten op aanvragen voor financiële bijdragen inzake films in de bijdragecategorie Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt alsmede andere door het Bestuur van het Fonds te nemen besluiten aangaande films in deze bijdragecategorie overeenkomstig dit uitvoeringsreglement afgehandeld.

    2. Realisering van de Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    2.1. De hoogte van een financiële bijdrage voor de realisering van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt wordt door het Bestuur per geval bepaald met inachtneming van het bepaalde in 1.3.

    2.2. Met betrekking tot internationale coproducties die door Nederlandse producenten zijn geïnitieerd betrekt het Bestuur bij het bepalen van de financiële bijdrage de omvang van de deelname van de Nederlandse producent in de kosten van realisering, promotie en marketing, alsmede van de aard en omvang van de Nederlandse inbreng in het project conform het bepaalde in artikel 1.1.

    2.3. Eerder door het Bestuur verstrekte bijdragen van welke aard dan ook ten behoeve van dezelfde Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt worden geacht deel uit te maken van de financiële bijdrage(n) die ter uitvoering van dit uitvoeringsreglement wordt (worden) verleend.

    2.4. Het Bestuur verleent geen bijdrage voor de omzetting van een televisieserie naar een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt, indien deze omzetting uitsluitend de distributie en vertoning van de speelfilmversie tot doel heeft. In afwijking hierop kan het Bestuur een bijdrage verlenen, indien de omzetting betrekking heeft op een jeugdtelevisieserie.

    2.5. Om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage voor realisering van een Publieksfilm voor de Beneluxmarkt mag de betreffende film niet geheel of gedeeltelijk in de openbaarheid gebracht zijn of worden voordat het Bestuur een beslissing op de aanvraag heeft genomen. Uitzondering geldt voor de vertoning voor uitsluitend promotionele doeleinden van fragmenten van de film met een totale duur van ondergeschikte betekenis.

    2.6. Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de realisering van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt dient de producent in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:

    • a. een ingevuld en door de aanvrager ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur gehanteerde model;

    • b. een begroting;

    • c. een gespecificeerd financieringsplan ter dekking van deze begroting;

    • d. een exemplaar van de synopsis, het scenario en de logline voor de speelfilm in de Nederlandse taal;

    • e. een toelichting op de begrotingspost promotie en marketing van de film en een voorlopige promotie- en marketingplan voor de film;

    • f. een kopie van de overeenkomst tussen de producent en de auteur(s) van het scenario en -voor zover van toepassing- van het bestaande werk waarop het scenario is gebaseerd, waaruit blijkt dat de producent, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende is op de verfilmingsrechten daarop;

    • g. het contract van de producent met de distributeur van de film;

    • h. een marketingplan van de distibuteur waaruit blijkt dat de distributeur bereid is om minimaal 5 % van de productiekosten te investeren voor Prints & Advertising;

    • i. intentie van de arrangeur van de film-CV dat de CV-participaties worden gestructureerd;

    • j. opbrengstgaranties van derden waaruit blijkt dat de film ten minste 25% van de productiekosten kan opbrengen;

    • k. de gegevens waaruit de Nederlandse inbreng blijkt;

    • l. Ingeval van een internationale coproductie dienen voorts te worden overgelegd:

      • de coproductieovereenkomst(en);

      • een curriculum vitae van de coproducent(en).

    2.7. In de in artikel 2.6 sub b genoemde begroting moeten de totale promotie- en marketingkosten ten behoeve van de film zijn opgenomen. Uit de begroting en de daarbij behorende toelichting genoemd in artikel 2.6 sub e) moet duidelijk blijken welke promotie en marketing kosten zien op de periode dat de film wordt gerealiseerd (totdat een werkkopie van de film is voltooid) en welke promotie en marketingkosten zien op de periode daarna. De post promotie en marketing op deze begroting bevat met name de volgende onderdelen:

    • a. de werkzaamheden van een publiciteitsbureau;

    • b. EPK-productie;

    • c. de vervaardiging van een trailer;

    • d. het ontwerp van een poster;

    • e. stills;

    • f. speciale fotosessies;

    • g. een selectie van scènes;

    • h. copywriting en vertalingen;

    • i. externe assistentie voor ontwikkelen marketingstrategie;

    • j. RAS-screenings;

    • k. het ontwerpen van een scriptcover;

    • l. overige promotie- en marketingactiviteiten ten behoeve van de film.

    2.8. De totale promotie- en marketingkosten bedragen een bedrag van minimaal 5% van de productiekosten van de film. Genoemd bedrag mag niet lager zijn dan € 70.000.

    2.9. Het Bestuur verleent geen financiële bijdrage voor de realisering van de film als uit het marketingplan van de distributeur niet blijkt dat de distributeur bereid is om minimaal 5 % van de productiekosten te investeren voor Prints & Advertising.

    2.10. De financiële bijdrage voor de realisering van de film zal bij beschikking worden verleend, onder de opschortende voorwaarde dat Senter binnen vier maanden na de dagtekening van de beschikking een verklaring heeft afgegeven op basis waarvan beleggers in de film gebruik kunnen maken van de FIA en de willekeurige afschrijvingsfaciliteit. De verlening van deze financiële bijdrage vindt daarnaast plaats onder de voorwaarde dat de ontvanger van de financiële bijdrage meewerkt aan de ondertekening van de door het Fonds opgestelde standaardovereenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.

    2.11.1. Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de realisering van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt worden de volgende verplichtingen verbonden:

    • a. De overige financiering van het project dient ten genoegen van het Bestuur te worden aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;

    • b. De overeenkomst tussen de ontvanger van de financiële bijdrage en de regisseur van het project dient te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn en door het Bestuur te worden goedgekeurd;

    • c. Ingeval van een internationale coproductie dienen voorts de schriftelijke bewijsstukken met betrekking tot de financiering door de coproducent(en) te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn;

    • d. De ontvanger van de financiële bijdrage voor realisering van de film dient de bijdrage terug te betalen indien er opbrengsten zijn uit de exploitatie van de film ten behoeve waarvan de bijdrage is verleend;

    • e. De ontvanger van de financiële bijdrage is verplicht om het Fonds tijdig te informeren over de opbrengsten uit de exploitatie van de film;

    • f. De hiervoor onder d) genoemde verplichting gaat in op het moment dat de ontvanger van de financiële bijdrage opbrengsten uit de exploitatie van de film ontvangt, dan wel vanaf het moment dat hij het Fonds daarover heeft geïnformeerd.

    2.11.2. Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de realisering van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt met een productiebudget van meer dan € 1.800.000 verbindt het Bestuur de verplichting dat voor de realisering van de film een completion bond wordt afgesloten.

    2.11.3. Indien de ontvanger van de financiële bijdrage de 2.11.1 sub a) tot en met c) en 2.11.2 genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het Bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van de financiële bijdrage te wijzigen.

    3. Promotie en marketing van de Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    3.1. De hoogte van een financiële bijdrage voor de promotie en marketing van een Nederlandse Publieksfilm voor de Benelux wordt door het Bestuur per geval bepaald met inachtneming van het bepaalde in 1.3.

    3.2. Het verlenen van een financiële bijdrage voor de realisering van een Nederlandse Publieksfilm voor de Benelux bindt het Bestuur niet tot het verlenen van een bijdrage voor de promotie en marketing van die film.

    3.3. Met betrekking tot internationale coproducties die door Nederlandse producenten zijn geïnitieerd betrekt het Bestuur bij het bepalen van de financiële bijdrage de omvang van de deelname van de Nederlandse producent in de kosten van realisering, promotie en marketing, alsmede van de aard en omvang van de Nederlandse inbreng in het project conform het bepaalde in artikel 1.1.2.

    3.4. Eerder door het Bestuur verstrekte bijdragen van welke aard dan ook ten behoeve van dezelfde Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt worden geacht deel uit te maken van de financiële bijdrage(n) die ter uitvoering van dit uitvoeringsreglement wordt verleend. Hieronder wordt ook begrepen de realiseringsbijdrage die overeenkomstig artikel 2 van dit uitvoeringsreglement is verleend.

    3.5. Om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage voor promotie en marketing van een Publieksfilm voor de Beneluxmarkt mag de betreffende film niet geheel of gedeeltelijk in de openbaarheid gebracht zijn of worden voordat het Bestuur een beslissing op de aanvraag heeft genomen. Uitzondering geldt voor de vertoning voor uitsluitend promotionele doeleinden van fragmenten van de film met een totale duur van ondergeschikte betekenis.

    3.6. Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor promotie en marketing van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt dient de producent dezelfde gegevens te overleggen als hiervoor genoemd in artikel 2.6.

    3.7. In de in artikel 2.6 sub b genoemde begroting moeten de totale promotie- en marketingkosten ten behoeve van de film zijn opgenomen. Uit de begroting de daarbij behorende toelichting genoemd in artikel 2.6 sub e) moet duidelijk blijken welke promotie en marketing kosten zien op de periode dat de film wordt gerealiseerd (Deze periode eindigt op het moment dat de werkkopie van de film is voltooid) en welke promotie en marketingkosten zien op de periode daarna. Voor de post voorlopige promotie en marketing op deze begroting wordt verwezen naar de in 2.7 genoemde onderdelen.

    3.8. De totale promotie- en marketingkosten bedragen een bedrag van minimaal 5% van de productiekosten van de film. Genoemd bedrag mag niet lager zijn dan € 70.000.

    3.9. Het Bestuur verleent geen financiële bijdrage voor de promotie en marketing van de film als uit het marketingplan van de distributeur niet blijkt dat de distributeur bereid is om minimaal 5% van de productiekosten te investeren voor Prints & Advertising.

    3.10.1. Er kan een financiële bijdrage worden verleend voor promotie en marketing kosten die zien op de periode dat de film wordt gerealiseerd. Daarnaast kan een financiële bijdrage worden verleend voor promotie en marketingkosten die zien op de periode nadat de film is gerealiseerd. Het Bestuur zal laatstgenoemde bijdrage pas verlenen nadat zij een werkkopie van de film heeft gezien. Het Bestuur verleent de financiële bijdrage(n) voor de promotie en marketing van de Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt bij twee afzonderlijke beschikkingen.

    3.10.2. Het verlenen van een realiseringsbijdrage overeenkomstig artikel 2 van dit uitvoeringsreglement, alsmede het verlenen van financiële bijdrage voor de promotie en marketing kosten die zien op de periode dat de film wordt gerealiseerd, bindt het Bestuur niet tot het verlenen van een bijdrage voor de promotie en marketing kosten die zien op de periode daarna.

    3.11. De financiële bijdrage(n) voor de promotie en marketing van de film zal (zullen) worden verleend onder de opschortende voorwaarde dat Senter binnen vier maanden na de dagtekening van de beschikking een verklaring heeft afgegeven op basis waarvan beleggers in de film gebruik kunnen maken van de FIA en de willekeurige afschrijvingsfaciliteit. De verlening van deze financiële bijdrage(n) vindt daarnaast plaats onder de voorwaarde dat de ontvanger van de financiële bijdrage meewerkt aan de ondertekening van de door het Fonds opgestelde standaardovereenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.

    3.12.1. Aan de verlening van de financiële bijdrage(n) voor de promotie en marketing van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt worden de volgende verplichtingen verbonden:

    • a. De overige financiering van het project dient ten genoegen van het Bestuur te worden aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;

    • b. De overeenkomst tussen de ontvanger van de financiële bijdrage en de regisseur van het project dient te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn en door het Bestuur te worden goedgekeurd;

    • c. Ingeval van een internationale coproductie dienen voorts de schriftelijke bewijsstukken met betrekking tot de financiering door de coproducent(en) te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn;

    • d. De ontvanger van de financiële bijdrage voor promotie en marketing van de film dient de bijdrage terug te betalen indien er opbrengsten zijn uit de exploitatie van de film ten behoeve waarvan de bijdrage is verleend.

    • e. De ontvanger van de financiële bijdrage is verplicht om het Fonds tijdig te informeren over de opbrengsten uit de exploitatie van de film.

    • f. De hiervoor onder d) genoemde verplichting gaat in op het moment dat de ontvanger van de financiële bijdrage opbrengsten uit de exploitatie van de film ontvangt, dan wel vanaf het moment dat hij het Fonds daarover heeft geïnformeerd.

    3.12.2 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de promotie en marketing van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt met een productiebudget van meer dan € 1.800.000 verbindt het Bestuur de verplichting dat voor de realisering van de film een completion bond wordt afgesloten.

    3.12.3 Indien de ontvanger van de financiële bijdrage de in artikel 3.12 sub a) tot en met c) en 3.12.2 van genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het Bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van de financiële bijdrage te wijzigen.

    4. Toelichting

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    1. Doel

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    • 1. Bepaalde films (de Nederlandse publieksfilm voor de Beneluxmarkt, zoals omschreven in art. 1.1.1 van het Uitvoeringsreglement van het Fonds) in aanvulling op andere financieringsinstrumenten een adequate financiële basis verlenen voor de realisering van de film. Deze films kunnen zonder de bijdrage van het Fonds namelijk niet voldoen aan het door Senter (voor de toekenning van de FIA) gehanteerde criterium dat de productie de beleggers daarin een redelijke financieringsbasis dient te kunnen bieden.

    • 2. Senter hanteert dat criterium omdat beleggers zonder voldoende financieringsbasis niet zullen investeren in de film. De film zal in dat geval niet in het kader van de FIA geproduceerd kunnen worden.

    • 3. De producenten stimuleren een betere opbrengst voor hun filmproduct te bedingen, hetgeen, op termijn, een positief effect kan hebben op de commercialiteit binnen de sector.

    2. Middelen

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    Het eerste doel wordt nagestreefd door de bijdrage van het Fonds voor dit genre films te verhogen met ca. € 450.000. Deze films konden op grond van de bestaande reglementen van het Fonds een maximale bijdrage krijgen van € 453.708. Door een speciale bijdragecategorie te creëren voor dit soort films kunnen producenten nu in aanmerking komen voor een bijdrage van maximaal € 900.000.

    Door de verhoging van de bijdrage kan de belegger in een filmproductie binnen deze categorie nu een redelijke financieringsbasis geboden worden. Dit maakt de FIA voor dit filmgenre toegankelijker.

    Het tweede doel wordt op drie manieren nagestreefd. Ten eerste door de producent te stimuleren meer budget aan de promotie van de film te besteden. In het reglement is opgenomen dat de producent minimaal 5% van de productiekosten van de film dient te begroten voor de promotie en marketing van de film.

    Ten tweede wordt een deel van de bijdrage (5% van de productiekosten) afhankelijk gesteld van het feit of de distributeur bij het gereedkomen van de film bereid is tenminste een gelijk bedrag aan P & A van de film te besteden. Uit de praktijk blijkt dat meer promotie, marketing en advertising tot een hogere opbrengst van de film en dus een hogere opbrengst voor de beleggers, leidt.

    Als laatste wordt de bijdrage van het Fonds afhankelijk gesteld van de door de producent verkregen garantieopbrengsten voor de film. Dit stimuleert de (voor)verkoop van de film tegen een meer marktconforme prijs. Overigens stelt het Fonds als voorwaarde voor de bijdrage dat de producent kan aantonen dat de film in ieder geval voor 25% van de productiekosten kan worden verkocht. Hiermee wordt een serieuze commerciële toets geïntroduceerd.

    De producenten zullen derhalve enerzijds gestimuleerd en anderzijds ten dele verplicht worden een meer marktconforme prijs voor hun film te bedingen. Dat zou kunnen leiden tot zogenoemde 'side-letters' op basis waarvan de verkoopopbrengsten kunstmatig worden verhoogd. Het Fonds zal in dit kader extra accountantscontrole toepassen om deze onwenselijke situatie te voorkomen.

    Voorts bestaat de mogelijkheid dat indien de films erg goed worden verkocht, de rendementen voor de beleggers op voorhand reeds zeer hoog zouden kunnen zijn. Het Fonds zal hier rekening mee houden en in voorkomende gevallen, in overleg met andere financiers en/of verstrekkers van afnamegaranties recoupent-schema's aanpassen.

    3. Samenhang van het reglement met de verklaring van Senter

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    Senter toetst op basis van een ministeriele regeling aanvragen voor de FIA en de willekeurige afschrijving. Alle producenten die beleggers willen aantrekken met gebruik van de FIA en de willekeurige afschrijving voor de financiering van hun filmproductie zullen derhalve bij Senter een verklaring vragen. Twee belangrijke zaken die daarbij door Senter worden getoetst zijn:

    • 1. of de financieringsbasis van de productie voldoende is om beleggers aan te kunnen trekken en

    • 2. of het budget van € 23 miljoen voor de FIA niet wordt overschreden.

      Zoals hiervoor is opgemerkt, zullen de Nederlandse publieksfilms voor de Beneluxmarkt doorgaans, zonder additionele financiering, de toets van de financieringsbasis niet doorstaan. Om die reden is het Fonds door OC&W in de gelegenheid gesteld voor deze categorie films aanvullende financiering te verlenen. Het Fonds beoordeelt aanvragen voor financiering van deze films op basis van haar Uitvoeringsreglement voor deze categorie films.

      Het Fonds verleent een bijdrage onder de opschortende voorwaarde dat Senter binnen vier maanden na dagtekening van de beschikking een verklaring heeft afgegeven op basis waarvan beleggers in de film gebruik kunnen maken van de FIA. Deze opschortende voorwaarde zal ook worden opgenomen in de door het Fonds opgestelde standaardovereenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening. Deze vier maanden kunnen overigens door omstandigheden, zoals een bezwaarprocedure bij Senter, worden verlengd.

      In verband met de verkrijging van een bijdrage van het Fonds en een verklaring van Senter dient de producent van een Nederlandse publieksfilm voor de Beneluxmarkt de volgende stappen te ondernemen:

      • 1. een producent vraagt het Fonds om op grond van het onderhavige Uitvoeringsreglement van het Fonds om financiering voor de film. Indien het Fonds de bijdrage toekent, voor de afgifte van een verklaring door Senter, dan wordt bepaald dat de bijdrage wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat binnen vier maanden, te rekenen vanaf de dagtekening van het besluit van het bestuur van het Fonds, een verklaring van Senter is verkregen;

      • 2. vervolgens gaat de producent naar Senter om op basis van de financiering van zijn begroting, waarin de bijdrage van het Fonds is opgenomen, een verklaring te vragen;

    • 3. de producent krijgt van Senter ofwel een verklaring, zodat de film kan worden geproduceerd ofwel géén verklaring, waardoor de bijdrage van het Fonds niet wordt verleend omdat de opschortende voorwaarde niet in vervulling is gegaan.

    4. Andere dan Nederlandse publieksfilmproducties voor de Beneluxmarkt

    [Regeling vervallen per 01-01-2011]

    Andere dan Nederlandse publieksfilmproducties voor de Beneluxmarkt komen niet in aanmerking voor een bijdrage van het Fonds op basis van het Uitvoeringsreglement voor de Nederlandse publieksfilm voor de Beneluxmarkt. Deze producties kunnen echter wel op basis van andere Uitvoeringsreglementen van het Fonds in aanmerking komen voor een bijdrage van het Fonds.

    Nederlands Fonds voor de Film

    Jan Luykenstraat 2

    1071 CM Amsterdam

    T. 020.5707676

    F. 020.5707689

    E. info@filmfund.nl

    Wijzigingen voorbehouden

    1. Onder productiekosten wordt niet verstaan het bedrag dat de distributeur bereid is bij te dragen aan Prints & Advertising ^ [1]
    Naar boven