3. Promotie en marketing van de Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
3.1. De hoogte van een financiële bijdrage voor de promotie en marketing van een Nederlandse
Publieksfilm voor de Benelux wordt door het Bestuur per geval bepaald met inachtneming
van het bepaalde in 1.3.
3.2. Het verlenen van een financiële bijdrage voor de realisering van een Nederlandse
Publieksfilm voor de Benelux bindt het Bestuur niet tot het verlenen van een bijdrage
voor de promotie en marketing van die film.
3.3. Met betrekking tot internationale coproducties die door Nederlandse producenten
zijn geïnitieerd betrekt het Bestuur bij het bepalen van de financiële bijdrage de
omvang van de deelname van de Nederlandse producent in de kosten van realisering,
promotie en marketing, alsmede van de aard en omvang van de Nederlandse inbreng in
het project conform het bepaalde in artikel 1.1.2.
3.4. Eerder door het Bestuur verstrekte bijdragen van welke aard dan ook ten behoeve
van dezelfde Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt worden geacht deel uit
te maken van de financiële bijdrage(n) die ter uitvoering van dit uitvoeringsreglement
wordt verleend. Hieronder wordt ook begrepen de realiseringsbijdrage die overeenkomstig
artikel 2 van dit uitvoeringsreglement is verleend.
3.5. Om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage voor promotie en marketing
van een Publieksfilm voor de Beneluxmarkt mag de betreffende film niet geheel of gedeeltelijk
in de openbaarheid gebracht zijn of worden voordat het Bestuur een beslissing op de
aanvraag heeft genomen. Uitzondering geldt voor de vertoning voor uitsluitend promotionele
doeleinden van fragmenten van de film met een totale duur van ondergeschikte betekenis.
3.6. Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor promotie en marketing van een
Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt dient de producent dezelfde gegevens
te overleggen als hiervoor genoemd in artikel 2.6.
3.7. In de in artikel 2.6 sub b genoemde begroting moeten de totale promotie- en marketingkosten ten behoeve van
de film zijn opgenomen. Uit de begroting de daarbij behorende toelichting genoemd
in artikel 2.6 sub e) moet duidelijk blijken welke promotie en marketing kosten zien op de periode dat
de film wordt gerealiseerd (Deze periode eindigt op het moment dat de werkkopie van
de film is voltooid) en welke promotie en marketingkosten zien op de periode daarna.
Voor de post voorlopige promotie en marketing op deze begroting wordt verwezen naar
de in 2.7 genoemde onderdelen.
3.8. De totale promotie- en marketingkosten bedragen een bedrag van minimaal 5% van
de productiekosten van de film. Genoemd bedrag mag niet lager zijn dan € 70.000.
3.9. Het Bestuur verleent geen financiële bijdrage voor de promotie en marketing van
de film als uit het marketingplan van de distributeur niet blijkt dat de distributeur
bereid is om minimaal 5% van de productiekosten te investeren voor Prints & Advertising.
3.10.1. Er kan een financiële bijdrage worden verleend voor promotie en marketing
kosten die zien op de periode dat de film wordt gerealiseerd. Daarnaast kan een financiële
bijdrage worden verleend voor promotie en marketingkosten die zien op de periode nadat
de film is gerealiseerd. Het Bestuur zal laatstgenoemde bijdrage pas verlenen nadat
zij een werkkopie van de film heeft gezien. Het Bestuur verleent de financiële bijdrage(n)
voor de promotie en marketing van de Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt
bij twee afzonderlijke beschikkingen.
3.10.2. Het verlenen van een realiseringsbijdrage overeenkomstig artikel 2 van dit uitvoeringsreglement, alsmede het verlenen van financiële bijdrage voor de
promotie en marketing kosten die zien op de periode dat de film wordt gerealiseerd,
bindt het Bestuur niet tot het verlenen van een bijdrage voor de promotie en marketing
kosten die zien op de periode daarna.
3.11. De financiële bijdrage(n) voor de promotie en marketing van de film zal (zullen)
worden verleend onder de opschortende voorwaarde dat Senter binnen vier maanden na
de dagtekening van de beschikking een verklaring heeft afgegeven op basis waarvan
beleggers in de film gebruik kunnen maken van de FIA en de willekeurige afschrijvingsfaciliteit.
De verlening van deze financiële bijdrage(n) vindt daarnaast plaats onder de voorwaarde
dat de ontvanger van de financiële bijdrage meewerkt aan de ondertekening van de door
het Fonds opgestelde standaardovereenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.
3.12.1. Aan de verlening van de financiële bijdrage(n) voor de promotie en marketing
van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt worden de volgende verplichtingen
verbonden:
-
a. De overige financiering van het project dient ten genoegen van het Bestuur te worden
aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen
maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;
-
b. De overeenkomst tussen de ontvanger van de financiële bijdrage en de regisseur van
het project dient te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde
termijn en door het Bestuur te worden goedgekeurd;
-
c. Ingeval van een internationale coproductie dienen voorts de schriftelijke bewijsstukken
met betrekking tot de financiering door de coproducent(en) te worden overgelegd binnen
de sub a van dit artikellid genoemde termijn;
-
d. De ontvanger van de financiële bijdrage voor promotie en marketing van de film dient
de bijdrage terug te betalen indien er opbrengsten zijn uit de exploitatie van de
film ten behoeve waarvan de bijdrage is verleend.
-
e. De ontvanger van de financiële bijdrage is verplicht om het Fonds tijdig te informeren
over de opbrengsten uit de exploitatie van de film.
-
f. De hiervoor onder d) genoemde verplichting gaat in op het moment dat de ontvanger
van de financiële bijdrage opbrengsten uit de exploitatie van de film ontvangt, dan
wel vanaf het moment dat hij het Fonds daarover heeft geïnformeerd.
3.12.2 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de promotie en marketing
van een Nederlandse Publieksfilm voor de Beneluxmarkt met een productiebudget van
meer dan € 1.800.000 verbindt het Bestuur de verplichting dat voor de realisering
van de film een completion bond wordt afgesloten.
3.12.3 Indien de ontvanger van de financiële bijdrage de in artikel 3.12 sub a) tot
en met c) en 3.12.2 van genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het
Bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele
van de ontvanger van de financiële bijdrage te wijzigen.