Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 02-01-2005]
- a. Wet:
-
de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel (Stb. 1991, 674);
- b. reorganisatie:
-
de reorganisatie van het politiebestel, bedoeld in de Wet;
- c. politieregio:
-
een politieregio als bedoeld in artikel 2 van de Wet;
- d. Korps landelijke politiediensten:
-
het korps landelijke diensten als bedoeld in artikel 14 van de Wet;
- e. bevoegd gezag:
-
de burgemeester, bedoeld in artikel 2 van de Wet, onderscheidenlijk de Minister van
Justitie, ieder voor zoveel hem betreft;
- f. ambtenaar:
-
de ambtenaar in de zin van het Besluit sociaal beleidskader reorganisatie politiebestel;
- g. reorganisatiegebied:
-
-
1e. de organisatie-eenheden, behorende tot het Korps Rijkspolitie of tot de diensten,
ressorterende onder de Directie politie van het Ministerie van Justitie, met uitzondering
van het Gerechtelijk Laboratorium, het Laboratorium voor Gerechtelijke Pathologie
en de rijksrecherche van de Procureurs-Generaal;
-
2e. de gemeentelijke politiekorpsen;
-
3e. de door het bevoegd gezag in overleg met de Regionale Commissie onderscheidenlijk
de Commissie Korps landelijke diensten, bedoeld in artikel 1 van het Besluit overleg
en medezeggenschap reorganisatie politiebestel (Stb. 1991, 675) nader aan te wijzen
organisatieeenheden of onderdelen daarvan, die zullen worden ondergebracht in een
politieregio of in het Korps landelijke politiediensten;
met dien verstande dat de afzonderlijke politieregio's en het Korps landelijke politiediensten
ieder een afzonderlijk reorganisatiegebied vormen:
- h. functie:
-
-
1e. de in een organisatiebeschikking vastgelegde onderscheidenlijk vast te leggen formatieplaats
waarvan de functie-inhoud is of wordt bepaald door het samenstel van werkzaamheden,
zoals is of wordt vastgelegd in de voor de betreffende functie geldende functiebeschrijving;
-
2e. in geval geen formele functiebeschrijving aanwezig is:
iedere nadere taakinvulling waarover tussen de ambtenaar en het bevoegd gezag overeenstemming
bestaat;
- i. oorspronkelijke functie:
-
in beginsel de functie of het samenstel van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden,
neergelegd in of afgeleid van een functiebeschrijving, die in de formatie van het
korps per 1 april 1991 voorkomt, alsmede de op die datum bestaande informele functies;
- j. passende functie:
-
het samenstel van werkzaamheden dat de ambtenaar in verband met diens persoonlijkheid,
persoonlijke omstandigheden en bestaande vooruitzichten redelijkerwijze kan worden
opgedragen;
- k. vitale functie:
-
een door het bevoegd gezag als zodanig aangemerkte functie die is genoemd in de door
hem op grond van artikel 6 van het Besluit sociaal beleidskader reorganisatie politiebestel
ter uitvoering daarvan vastgestelde nadere regels;
- l. vaste functie:
-
functie die tot de structurele formatie van een politieregio, dan wel het Korps landelijke
politiediensten, wordt gerekend;
- m. tijdelijke functie:
-
functie opgenomen in het personeelsplan die uiterlijk per 1 januari 1996 vervalt;
- n. personeelsplan:
-
het personeelsplan bedoeld in artikel 2 van het Besluit sociaal beleidskader reorganisatie
politiebestel;
- o. bestaande vooruitzichten:
-
de maximum bezoldiging die behoort bij de aan de oorspronkelijke functie van de ambtenaar
verbonden waardering;
- p. horizontale plaatsing:
-
-
1e. de plaatsing van een ambtenaar in een functie waaraan hetzelfde bezoldigingsniveau
is verbonden als aan zijn oorspronkelijke functie, dan wel in een functie die qua
aard en niveau van werkzaamheden gelijk is aan de oorspronkelijke functie;
-
2e. de plaatsing van de ambtenaar in een functie die hij reeds vóór het opstellen van
de nieuwe formatie van een politieregio onderscheidenlijk het Korps landelijke politiediensten
vervulde en waaraan als gevolg van de invoering van het nieuwe systeem van functiewaardering
een hoger of lager bezoldigingsniveau is verbonden;
- q. negatieve verticale plaatsing:
-
de plaatsing van een ambtenaar in een functie, waaraan een lager bezoldigingsniveau
is verbonden dan dat in zijn oorspronkelijke functie, dan wel in een functie die qua
aard en niveau van werkzaamheden lichter is dan zijn oorspronkelijke functie, maar
die overigens als passend kan worden aangemerkt;
- r. positieve verticale plaatsing:
-
de plaatsing van een ambtenaar in een functie, waaraan een hoger bezoldigingsniveau
verbonden is dan dat in zijn oorspronkelijke functie, dan wel in een functie die qua
aard en niveau van de werkzaamheden zwaarder is dan zijn oorspronkelijke functie.