Wet van 10 april 1991, tot machtiging tot deelneming door Nederland in de Derde Aanvulling
der Middelen van het Internationale Fonds voor Landbouw Ontwikkeling (IFAD)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, dat het Koninkrijk der
Nederlanden deelneemt in de Derde Aanvulling der Middelen van het Internationale Fonds
voor Landbouw Ontwikkeling;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: