Beschikking voorschriften inzake liften

[Regeling vervallen per 01-09-2003.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-08-2003

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. lift en wet:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het Liftenbesluit I;

b. keuringsinstelling:

een ingevolge artikel 5, eerste lid, van de wet aangewezen instelling of onderzoekingsbureau.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

  • 1 Een merk van afkeuring van een lift bestaat uit een metalen plaatje, voorzien van een duidelijk leesbaar en duurzaam aangebracht opschrift “Lift afgekeurd”.

  • 2 Dit merk wordt door middel van stevig metaaldraad bevestigd aan of nabij de hoofdschakelaar van de lift.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Verzegeling van een lift vindt plaats door het aanbrengen van één of meer zegels op zodanige wijze, dat zonder verbreking, opheffing of beschadiging van die zegels de lift niet kan worden gebruikt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

  • 1 Een certificaat van goedkeuring voor een lift dient overeen te komen met het bij deze regeling als bijlage I gevoegde model.

  • 2 Een certificaat, als bedoeld in het eerste lid, verliest zijn geldigheid twaalf maanden na de datum van de eerste keuring, op grond waarvan het certificaat is afgegeven, en vervolgens telkens achttien maanden na afloop van de geldigheidstermijn van het vorige certificaat, met dien verstande dat, indien buiten toedoen van de lifthouder niet tijdig kan worden gekeurd, het certificaat zijn geldigheid behoudt gedurende ten hoogste vier maanden na afloop van de termijn waarvoor het is afgegeven.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Een liftboek, als bedoeld in artikel 22 van het Liftenbesluit I, dient overeen te komen met het bij deze regeling als bijlage II gevoegde model.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot liften door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief B.T.W. per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 1956.

's-Gravenhage, 23 augustus 1956

De

Staatssecretaris

voornoemd,

A.A. van Rhijn

Bijlage I. behorende bij beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 23 augustus 1956, no. 3112, afdeling Arbeidersbescherming

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

WET OP DE GEVAARLIJKE WERKTUIGEN

CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

Afgegeven door:

...................(naam en vestigingsplaats keuringsinstelling)

(aangewezen bij ministeriële beschikking van:................

Certificaat no. .....................................................................Dossier no. ......................................

Betreft lift in perceel: ...................................................................................................................

Evt.nadere aanduiding: ................................................................................................................

Eigenaar/houder: .... ...................................................................................................................

Adres eigenaar/houder: ...............................................................................................................

Soort lift: ....................................................................................................................................

Fabrikaat: ..................................................................................................................................

Geïnstalleerd door: .....................................................................................................................

Jaar van installatie: .....................................................................................................................

Datum keuring:..........................................................................................................................

 

...................(naam keuringsinstelling) verklaart, dat de bovenaangehaalde lift, met inachtneming van de hieronder vermelde afwijkingen alsmede van de vrijstellingen of ontheffingen, voldoet aan de vervaardigingsvoorschriften genoemd in het Liftenbesluit I.

...................(naam keuringsinstelling)

Datum van uitgifte: ...... .....................................................................................................................

Vorig certificaat no. ....................................................................................dd. ................................,

Huidig certificaat afgegeven..........................................................................dd. ................................,

Is geldig tot...........................................................................................................................................

Indien de volgende keuring buiten toedoen van de lifthouder niet tijdig kan geschieden, behoudt dit certificaat gedurende ten hoogste 4 maanden zijn geldigheid.

 

AFWIJKINGEN:

 

VRIJSTELLINGEN OF ONTHEFFINGEN op grond van artikel 11 van de Wet op de gevaarlijke werktuigen:

 

Bijlage II. behorende bij beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 23 augustus 1956, no. 3112, afdeling Arbeidersbescherming

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Bijlage 46759.png

Uittreksel gebruiksvoorschriften Liftenbesluit I

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Hij die een lift voorhanden heeft, die in gebruik of voor gebruik gereed is, is verplicht te zorgen, dat deze in goede staat van onderhoud verkeert en dat deze na onderhoud, wijziging of reparatie tenminste voldoet aan de voor die lift geldende vervaardigingsvoorschriften.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

  • 1 Hij, die een lift voorhanden heeft, is verplicht te zorgen, dat:

    • a. machinekamers, schijvenruimten en schachtputten niet worden gebruikt als bergruimte van voorwerpen, welke niet tot de lift behoren;

    • b. liftschachten uitsluitend als kokers voor liften en niet voor andere doeleinden worden gebruikt;

    • c. machinekamers, schijvenruimten en luiken, bestemd voor inspectie en onderhoud, zijn afgesloten met slot en sleutel;

    • d. de onder c bedoelde sleutels zijn voorzien van aanduidingen en op een uitsluitend voor bevoegden toegankelijke plaats worden bewaard;

    • e. in de machinekamers een aanwijzing is opgehangen, waarin is aangegeven op welke wijze de machine met de hand kan worden getornd.

  • 2 Hij, die een lift zonder kooiafsluiting voorhanden heeft, welke bestemd is voor het vervoer van goederen onder begeleiding van een persoon, is verplicht te zorgen dat de lift slechts wordt bediend door personen die met die bediening vertrouwd zijn.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Hij, die een lift bedient, bestuurt of belaadt, is verplicht te zorgen, dat:

  • a. de toelaatbare belasting en het aantal toe te laten personen, aangegeven op opschriften in de kooi, niet wordt overschreden;

  • b. bij vervoer van goederen de belasting zo gelijkmatig mogelijk over het vloeroppervlak van de kooi wordt verdeeld;

  • c. wagens voor het vervoer van goederen, benevens beweegbare onderdelen van die wagens, in de kooi zijn vastgezet.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Hij, die een lift voorhanden heeft, welke is voorzien van een merk van afkeuring, is verplicht te zorgen, dat:

  • a. de schachtdeuren van de lift zodanig zijn gesloten en vastgezet, dat deze niet zonder bijzondere hulpmiddelen kunnen worden geopend;

  • b. op of nabij elke schachtdeur van de lift duidelijk en opvallend een opschrift is aangebracht, luidende “Lift buiten dienst”, of enige andere aanduiding, waaruit kennelijk het buiten dienst gesteld zijn van de lift blijkt.

Naar boven