Preambule
De Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Franse Republiek,
de Bondsrepubliek Duitsland, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden,
Zijnde Regeringen van Staten die Partij zijn bij het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen,
Verlangende de oplossing van het probleem van de zeelieden-vluchtelingen te bevorderen
in de geest van artikel 11 van bovengenoemd Verdrag, en de samenwerking met de Hoge Commissaris der Verenigde Naties voor de Vluchtelingen
in de uitoefening van zijn functies voort te zetten, in het bijzonder voor wat betreft
artikel 35 van dat Verdrag,
Zijn het volgende overeengekomen: