-
(1) „onderdaan’’: wat betreft Macedonië, een persoon met de Macedonische nationaliteit,
wat betreft Nederland, een persoon met de Nederlandse nationaliteit;
-
(2) „werknemer’’, een persoon die legaal werkzaam is bij een werkgever alsmede iedere
persoon die krachtens de toegepaste wetgeving wordt aangemerkt als werknemer;
-
(3) „zelfstandige’’, een persoon die zonder een arbeidsovereenkomst werkzaamheden verricht
of een beroep uitoefent voor zijn of haar eigen rekening;
-
(4) „wetgeving’’: de wetten en andere voorschriften die betrekking hebben op de in artikel
2 bedoelde stelsels en takken van sociale zekerheid;
-
(5) „bevoegde autoriteit’’, met betrekking tot Macedonië, het ministerie van Arbeid en
Sociaal Beleid en het ministerie van Volksgezondheid, en met betrekking tot Nederland,
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en, voor zover het verstrekkingen
uit hoofde van de wetgeving inzake ziekteverzekering betreft, de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport;
-
(6) „bevoegd orgaan’’: het orgaan dat is belast met de uitvoering van de in artikel 2
omschreven wetgeving of een gedeelte daarvan;
-
(7) „bevoegde staat’’, de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan het bevoegde
orgaan is gevestigd;
-
(8) „verzekeringstijdvak’’, een tijdvak van betaling van premie of bijdrage, een tijdvak
van arbeid, een tijdvak van wonen of enig ander tijdvak dat als verzekeringstijdvak
wordt omschreven, erkend of aangemerkt krachtens de wetgeving die op die persoon van
toepassing is gedurende bedoeld tijdvak;
-
(9) „prestatie’’, „verstrekking’’, „pensioen’’ of „bijslag’’, een uitkering, verstrekking,
pensioen of bijslag, waarin wordt voorzien door de wetgeving van een van de Verdragsluitende
Partijen met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die op dergelijke uitkeringen,
verstrekkingen, pensioenen of bijslagen van toepassing zijn uit hoofde van de wetgeving
bedoeld in artikel 2;
-
(10) „gezinslid’’, een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt in de wetgeving
van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan deze persoon woont;
-
(11) „woonplaats’’, de plaats waar een persoon gewoonlijk woont;
-
(12) „verblijfplaats’’, de plaats waar een persoon tijdelijk verblijft;
-
(13) „orgaan van de woonplaats’’, het orgaan dat ter plaatse waar de rechthebbende woont,
krachtens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij die door dit orgaan wordt toegepast
bevoegd is de desbetreffende prestaties te verlenen, of, indien een dergelijk orgaan
niet bestaat, het door de bevoegde autoriteit van de betrokken Verdragsluitende Partij
aangewezen orgaan;
-
(14) „orgaan van de tijdelijke verblijfplaats’’: het orgaan dat ter plaatse waar de rechthebbende
tijdelijk verblijft, krachtens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij die door
dit orgaan wordt toegepast bevoegd is de desbetreffende prestaties te verlenen, of,
indien een dergelijk orgaan niet bestaat, het door de bevoegde autoriteit van de betrokken
Verdragsluitende Partij aangewezen orgaan.