AMBASSADE VAN ZWITSERLAND
Den Haag, 11 januari 2006
Nota nr. 4 - 2006
De Ambassade van Zwitserland biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk
der Nederlanden haar complimenten aan en heeft de eer onder verwijzing naar het Samenwerkingsverdrag
tussen Zwitserland en de Europese Politiedienst van 24 september 2004 (hierna te noemen
het Samenwerkingsverdrag), en gelet op artikel 41, tweede lid, van de Overeenkomst
op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting
van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst, 26 juli 1995), voor te stellen
dat ten aanzien van de voorrechten en immuniteiten benodigd voor de goede taakvervulling
van de verbindingsofficieren bij Europol, bedoeld in artikel 14 en Bijlage 3 van het
Samenwerkingsverdrag overeenstemming wordt bereikt zoals vervat in het Aanhangsel.
Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor het Ministerie, stelt de Ambassade voor dat
deze nota en de bevestigende nota van het Ministerie een verdrag zullen vormen tussen
Zwitserland en het Koninkrijk der Nederlanden, dat voorlopig zal worden toegepast
vanaf de dag van ontvangst door de Ambassade van deze bevestigende nota, echter niet
voor de datum waarop het Samenwerkingsverdrag tussen Zwitserland en de Europese Politiedienst
van 24 september 2004 in werking treedt.
De Ambassade van Zwitserland maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie
van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van
haar zeer bijzondere hoogachting.
Bijlage: genoemd Aanhangsel
Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden
Den Haag