De Lidstaten van de Raad van Europa, die deze Overeenkomst hebben ondertekend,
Gelet op het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna te noemen „het Verdrag”);
Gelet op de Europese Overeenkomst betreffende personen die deelnemen aan procedures
voor de Europese Commissie en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, ondertekend
te Londen op 6 mei 1969;
Gelet op Protocol nr. 11 bij het Verdrag inzake herstructurering van het bij het Verdrag
ingestelde controlemechanisme, ondertekend te Straatsburg op 11 mei 1994 (hierna te
noemen „Protocol nr. 11 bij het Verdrag”), dat een permanent Europees Hof voor de
Rechten van de Mens instelt (hierna te noemen „het Hof”), dat de Europese Commissie
en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vervangt;
Overwegende, in het licht van deze ontwikkeling, dat het voor een betere verwezenlijking
van de doelstelling van het Verdrag raadzaam is dat personen die deelnemen aan procedures
voor het Hof bepaalde immuniteiten en faciliteiten worden verleend door een nieuwe
Overeenkomst, de Europese Overeenkomst betreffende personen die deelnemen aan procedures
voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (hierna te noemen „deze Overeenkomst”),