Regeling vergoedingen leden veterinair tuchtcollege en veterinair beroepscollege

[Regeling vervallen per 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 13-05-2014 t/m 30-06-2014

Regeling van de Minister van Economische Zaken en de Minister van Veiligheid en Justitie van 8 mei 2014, nr. WJZ/14011655, houdende vergoedingen voor de leden van het veterinair tuchtcollege en het veterinair beroepscollege (Regeling vergoedingen leden veterinair tuchtcollege en veterinair beroepscollege)

De Minister van Economische Zaken en de Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 25 en 26, vijfde lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • eindbeslissing: schriftelijke uitspraak van het veterinair tuchtcollege of het veterinair beroepscollege waarmee:

    • a. de bij het veterinair tuchtcollege of het veterinair beroepscollege ingediende klacht wordt afgedaan;

    • b. de behandeling van de klacht wordt gestaakt in verband met de intrekking van de klacht op of na de zitting;

    • c. de klager niet-ontvankelijk wordt verklaard;

    • d. de klacht kennelijk ongegrond wordt verklaard;

    • e. de zaak wordt afgehandeld na het intrekken van de klacht op grond van artikel 29, vierde lid van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990;

    • f. een wrakingsverzoek wordt afgehandeld; of

    • g. een verschoningsverzoek wordt afgehandeld.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 Aan de overige leden en hun plaatsvervangers van het veterinair tuchtcollege wordt een vergoeding per eindbeslissing toegekend van € 95.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 Aan de overige leden en hun plaatsvervangers van het veterinair beroepscollege wordt een vergoeding per eindbeslissing toegekend van € 95.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Indien een bij het veterinair tuchtcollege of het veterinair beroepscollege aanhangig gemaakte zaak vijf werkdagen of minder voorafgaand aan de zitting wordt ingetrokken, wordt aan de personen bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, en 3, tweede lid, een vergoeding toegekend van € 50.

  • 2 Aan personen als bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, en 3, tweede lid, tegen wie vijf werkdagen of minder voorafgaand aan de zitting een wrakingsverzoek wordt ingediend, wordt een vergoeding toegekend van € 50 indien het wrakingsverzoek is toegewezen.

  • 3 Aan personen als bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, en 3, tweede lid, tegen wie op of na de zitting een wrakingsverzoek wordt ingediend, wordt een vergoeding toegekend van € 80 indien het wrakingsverzoek wordt toegewezen.

  • 4 Aan personen als bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, en 3, tweede lid, die tijdens de behandeling van een zaak een verschoningsverzoek hebben gedaan en in die zaak worden vervangen, wordt een vergoeding toegekend van € 50.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Degene die op grond van de artikelen 2, 3, en 4 in aanmerking komt voor een vergoeding op grond van deze regeling dient daarvoor binnen drie maanden na de datum van de eindbeslissing, bedoeld in artikel 1, een declaratie in bij de Minister van Economische Zaken.

  • 2 Declaraties die niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Aan de voorzitter, de overige leden en hun plaatsvervangers, de leden-beroepsgenoten en de plaatsvervangende leden-beroepsgenoten worden reis- en verblijfskosten toegekend op grond van het Reisbesluit binnenland op basis van declaratie achteraf.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen leden veterinair tuchtcollege en veterinair beroepscollege.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 mei 2014

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven