Bijlage 2. Subsidiehandleiding psi plus
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Private Sector Investeringsprogramma: deelprogramma PSI Plus
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
1. inhoud en inlichtingen
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het PSI-programma valt uiteen in twee deelprogramma’s, PSI Regulier en PSI Plus. Deze
bijlage bevat de subsidiehandleiding voor PSI Plus. PSI Plus heeft betrekking op Afghanistan,
Burundi, Democratische Republiek Congo, Guatamala, Jemen, Pakistan, Palestijnse Gebieden,
Sierra Leone en zuidelijk Soedan. PSI Regulier richt zich op 39 andere landen in Afrika,
Azië, Latijns-Amerika en op de Balkan. De handleiding van PSI Regulier is opgenomen
in bijlage 1.
De subsidiehandleiding maakt u wegwijs bij het aanvragen van subsidie in het kader
van PSI Plus. De subsidiehandleiding vormt tevens het formele kader voor de beoordeling
van subsidieaanvragen. Het aanvraagformulier maakt integraal onderdeel uit van de
subsidiehandleiding.
De subsidiehandleiding is als volgt ingedeeld. Paragraaf 2 bevat een algemene toelichting
over de inhoud van het programma. Paragraaf 3 licht toe welke kosten subsidiabel zijn.
Vervolgens wordt toegelicht aan welke criteria het voorstel dient te voldoen. Dit
zijn de formele vereisten (paragraaf 4), ingangscriteria (paragraaf 5) en toetsingscriteria
(paragraaf 6). Ook treft u een beschrijving aan van de beoordelingsprocedure (paragraaf
7) en enkele regels ten aanzien van de uitvoering (paragraaf 8).
Appendix I bevat het aanvraagformulier en appendix II de begrippenlijst. De subsidiehandleiding,
het aanvraagformulier, de begrippenlijst en aanvullende informatie kunt u downloaden
van de website van Agentschap NL: www.agentschapnl.nl/PSI. Voor nadere inlichtingen
kunt u zich wenden tot Agentschap NL, divisie NL EVD Internationaal, tel: 088-602
8513.
2. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Doel: De doelstelling van PSI is het stimuleren van duurzame economische ontwikkeling
door middel van het bevorderen van vernieuwende investeringen in de private sector
in ontwikkelingslanden. Hiermee wordt beoogd een belangrijke bijdrage te leveren aan
armoedevermindering door het creëren van economische bedrijvigheid, werkgelegenheid
en inkomensverbetering.
Typering van een PSI-project: Een PSI-project is een investeringsproject dat wordt
uitgevoerd door een Nederlandse (of buitenlandse) onderneming in samenwerking met
een lokale onderneming in één van de ontwikkelingslanden waarvoor PSI is opengesteld.
PSI subsidieert het project, dat bestaat uit zowel hardware (zoals machines) als technische
assistentie (zoals training, projectmanagement).
Het project is vernieuwend voor het betreffende land. Het innovatieve karakter dient
ten minste het type product of dienst, de productiemethode of de dienstverleningswijze
te betreffen. PSI verkleint de risico's voor het bedrijf dat een dergelijke investering
doet, door een financiële bijdrage in de investeringslasten. Het is de bedoeling dat
na afloop van de projectperiode vervolginvesteringen worden gerealiseerd die leiden
tot verdere groei van omzet en werkgelegenheid. Daarnaast dient het project commercieel
haalbaar te zijn en positieve impact te hebben op de lokale economie.
Uitvoerder: De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft de uitvoering van de
subsidieregeling opgedragen aan Agentschap NL, divisie NL EVD Internationaal, de uitvoeringsorganisatie
van de rijksoverheid voor internationaal ondernemen en samenwerken.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO): De Nederlandse overheid hecht veel belang
aan MVO en verwacht dat PSI-projecten op dit gebied voorop lopen in het betreffende
land en sector. Certificering, ook op sociaal gebied, is hierbij van belang. MVO wordt
integraal meegenomen in de beoordeling van de subsidieaanvraag. De aanvrager dient
een goede reputatie te hebben op het gebied van MVO hetgeen blijkt uit een vastgelegd
MVO-beleid voor de eigen onderneming dat de aanvrager al heeft, of binnen het eerste
projectresultaat zal opleveren.
Van bedrijven die gebruik maken van PSI wordt geëist dat zij zorgen dat zij en hun
eerste wezenlijke toeleverancier geen gebruik maken van kinderarbeid en ook geen andere
fundamentele arbeidsnormen in het buitenland schenden.
3. subsidiabele kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
De PSI-subsidie bestaat uit een bijdrage in de kosten die direct verbonden zijn met
de uitvoering van het project. Voor PSI Plus is de bijdrage 60% van de subsidiabele
kosten, met een maximumbijdrage van EUR 900.000. De kosten die voor subsidie in aanmerking
komen bestaan uit:
-
– kosten van duurzame kapitaalgoederen (hardware) die ingezet worden in het productieproces,
met uitzondering van bestaande gebouwen en land.
-
– kosten voor technische assistentie, zoals projectmanagement, training, advieskosten,
certificering.
-
– Kosten voor de beveiliging.
Tevens kunnen de premiekosten voor een verzekering onder MIGA SIP voor schade als
gevolg van (burger)oorlog, onlusten, onteigening en beperkingen in de uitvoer van
valuta voor een periode van 3 jaar worden vergoed. Zie ook www.miga.org/sip.
Op grond van artikel 9 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt de subsidie geweigerd indien de subsidie wordt aangevraagd na aanvang van de
activiteiten. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat activiteiten die vóór de indiening
van de aanvraag worden gemaakt ter voorbereiding van het project niet leiden tot weigering
van de subsidie, maar dat de kosten daarvan niet voor subsidie in aanmerking komen.
Het aanvraagformulier bevat een nadere toelichting op de subsidiabele en niet-subsidiabele
kosten.
4. formele vereisten
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
De aanvraag dient te voldoen aan onderstaande formele vereisten. Indien aan deze vereisten
niet is voldaan, neemt Agentschap NL de aanvraag niet in behandeling.
-
1. De aanvraag dient schriftelijk (1 origineel en 3 kopieën) en volledig te worden ingediend
bij Agentschap NL conform het aanvraagformulier in appendix I.
-
2. De aanvraag dient tijdig te zijn ingediend. De uiterlijke indieningsdatum voor de
eerste beoordelingsronde is maandag 14 februari 2011, 15.00 uur. De uiterlijke indieningsdatum
voor de tweede beoordelingsronde is maandag 22 augustus 2011, 15.00 uur.
-
3. Het adres waar de aanvraag dient te worden ingediend is:
Bezoekadres
|
Postadres
|
Agentschap NL, t.a.v. PSI
|
Agentschap NL, t.a.v. PSI
|
Juliana van Stolberglaan 148
|
Postbus 20105
|
Den Haag
|
2500 EC Den Haag
|
-
4. Ook moet een elektronische kopie worden ingeleverd of gemaild. Het e-mailadres is:
PSI@info.agentschapnl.nl.
-
5. Het formulier dient voorzien te zijn van de naam van de aanvrager. Een tekenbevoegde
vertegenwoordiger van de aanvrager dient het formulier te ondertekenen.
-
6. Naast de aanvrager dient een lokale partner het projectvoorstel mede te ondertekenen.
De lokale partner geeft hiermee aan bekend te zijn met de inhoud van de aanvraag en
zich in te zetten voor de succesvolle uitvoering van het project. Overigens is uitsluitend
de aanvrager de subsidieontvanger, indien de aanvraag is goedgekeurd. Dat betekent
dat alle verplichtingen op de aanvrager rusten, onverschillig wie de uitvoering ter
hand neemt.
-
7. De aanvrager en lokale partner dienen te verklaren dat zij bekend zijn met de OESO-Richtlijnen
voor multinationale bedrijven met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen,
de ILO-Verklaring inzake fundamentele rechten en principes voor werk en de VN-Conventie
over Biologische Diversiteit en dat ze hiernaar zullen handelen. Informatie over deze
documenten staat op de website van Agentschap NL (www.agentschapnl.nl/psi).
-
8. De aanvraag dient in de Engelse taal gesteld te zijn.
5. Ingangscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een aanvraag wordt in ieder geval afgewezen indien aan onderstaande ingangscriteria
niet is voldaan:
-
1. Landen:
Voor subsidie onder het PSI Plus komen alleen voorstellen in aanmerking voor de volgende
9 landen: Afghanistan, Burundi, Democratische Republiek Congo, Guatamala, Jemen, Palestijnse
Gebieden, Sierra Leone, Pakistan en zuidelijk Soedan.
-
2. Aanvrager PSI Plus:
Subsidie kan alleen worden aangevraagd door:
-
– een in Nederland gevestigde onderneming die is ingeschreven in het handelsregister
van de Kamer van Koophandel.
óf
een in het buitenland gevestigde onderneming die als zodanig is geregistreerd bij
de lokale Kamer van Koophandel (of vergelijkbare instantie) en niet is gevestigd is
in het land waarop de aanvraag betrekking heeft.
óf
een aan een onderneming gelieerde stichting (‘corporate foundation’). Deze stichting
dient als zodanig geregistreerd te zijn bij de Kamer van Koophandel of een vergelijkbare
instantie.
-
–
én deze onderneming dient ten minste twee jaar te bestaan.
-
3. Samenwerkingsverband:
-
– De aanvrager dient het project uit te voeren samen met een lokale partner. Deze lokale
partner is:
een onderneming in het land waar het project wordt gevestigd en is als zodanig geregistreerd
bij de lokale kamer van Koophandel (of vergelijkbare instantie). Overheidsorganisaties
mogen niet meer dan 25% van het eigendom van deze onderneming in bezit hebben.
óf
een natuurlijke persoon in bezit van de nationaliteit van het land waar het project
wordt gevestigd.
-
4. Projectduur, projectomvang en cofinanciering:
-
– De maximale projectduur is 30 maanden. Voor seizoensafhankelijke projecten (visserij-,
land-, tuin- en bosbouwprojecten) is het maximum 36 maanden.
-
– De subsidie voor PSI Plus bestaat uit een vergoeding van 60% van de subsidiabele kosten
tot een maximum van EUR 900.000. Het maximale projectbudget bedraagt EUR 1.500.000.
Dit is exclusief de eventuele verzekeringskosten voor MIGA SIP.
-
– Cofinanciering van het project door andere programma’s van de Nederlandse overheid
of van andere overheden is niet toegestaan. De aanvrager moet cofinanciering door
andere niet-commerciële partijen in zijn aanvraag vermelden. De PSI-bijdrage in combinatie
met financiële bijdragen van andere niet-commerciële partijen mag niet meer dan 80%
van het projectbudget bedragen.
6. toetsingscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Wanneer aan de hiervoor genoemde formele vereisten en ingangscriteria is voldaan,
beoordeelt Agentschap NL de aanvraag op basis van de toetsingscriteria hieronder.
In het aanvraagformulier worden deze criteria nader toegelicht.
-
a. Er moet een aantoonbare markt zijn voor de producten of diensten die het project voortbrengt.
-
b. De voorgestelde activiteit moet vernieuwend zijn voor het land waar het project wordt
uitgevoerd. De vernieuwing dient ten minste het type product of dienst, de productiemethode
of de dienstverleningswijze betreffen. Met deze vernieuwende projecten wordt beoogd
om onderontwikkelde economieën te helpen ontwikkelen. De aanvraag wordt afgewezen
indien het project leidt tot marktverstoring in de betreffende sector in het projectland.
-
c. Het projectvoorstel moet een realistische analyse van de bedrijfsrisico’s bevatten.
-
d. Daarnaast moet een overzicht worden gegeven van de veiligheidsrisico’s en de risico’s
ten aanzien van de politiek en sociaaleconomische situatie in het betreffende land.
Operationeel plan
-
e. Het operationeel plan dient duidelijk en logisch beschreven te zijn en concrete resultaten
te bevatten. Deze moeten voldoende specifiek, meetbaar en realiseerbaar zijn.
-
f. De capaciteit van de hardware die wordt aangeschaft dient in verhouding te staan tot
de beoogde productie aan het eind van het project.
-
g. Het project zelf dient van bescheiden omvang te zijn, zodat het leidt tot vervolginvesteringen.
Hiermee wordt het opstartkarakter (‘pilot’) benadrukt;
-
h. De technologie die wordt gebruikt dient commercieel bewezen te zijn. PSI is niet bedoeld
voor technologieontwikkeling.
-
i. Het operationeel plan dient een trainingsprogramma te bevatten voor personeel en belangrijke
partijen in de keten.
-
j. Het operationeel plan dient voldoende de uitgangspunten van MVO te reflecteren en
hier ook resultaten op te benoemen (voorbeelden per sector zijn te vinden op www.agentschapnl.nl/PSI).
-
k. Het projectbudget moet in verhouding staan tot de beschreven resultaten.
Financieel plan
-
l. Uit de cijfers moet blijken dat de activiteit commercieel haalbaar is. Het project
moet uiteindelijk leiden tot een winstgevende onderneming.
-
m. Het kasstroom overzicht moet helder zijn en logisch voortvloeien uit het commerciële
en operationele plan. Vervolginvesteringen dienen niet meegenomen te worden in dit
overzicht.
-
n. Commerciële financiering van de voorgestelde activiteit is niet mogelijk. Banken en
andere financiële instellingen zijn niet bereid het project te financieren vanwege
de hoge risico’s.
-
3. Impact:
-
a. Het project heeft de potentie om na afloop door te groeien, waarbij significante vervolginvesteringen
en extra omzet worden gerealiseerd.
-
b. Het project leidt tot de creatie van duurzame werkgelegenheid, waarbij goede beloning
en werkomstandigheden in acht worden genomen.
-
c. Het project moet het kennisniveau van lokale werknemers, management of toeleveranciers
verhogen en nieuwe vaardigheden overdragen.
-
d. Het project heeft positieve lange termijn effecten voor de keten (zoals contractboeren,
toeleveranciers en andere bedrijven).
-
e. Het project heeft bij voorkeur een positief effect op het milieu. Het mag in ieder
geval niet onnodig milieubelastend zijn.
-
f. Het project heeft bij voorkeur een positief effect op de positie van vrouwen, in het
bijzonder in managementposities. De positie van vrouwen mag in ieder geval niet verslechteren.
-
g. Het project heeft bij voorkeur een positieve impact op andere gerelateerde terreinen
(zoals gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur, kinderopvang, sport).
7. Beoordelingsprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Stap 1. Formele vereisten: Agentschap NL neemt de aanvraag in behandeling wanneer
aan de formele vereisten (paragraaf 4) is voldaan. Indien de subsidieaanvraag op één
of meer onderdelen onvolledig is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de
aanvraag alsnog te completeren binnen 7 kalenderdagen nadat Agentschap NL de aanvrager
van de onvolledigheid in kennis heeft gesteld. Wanneer niet correct of niet tijdig
is hersteld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Stap 2. Ingangscriteria: Vervolgens stelt Agentschap NL vast of de aanvraag voldoet
aan alle ingangscriteria (paragraaf 5). Indien aan één of meerdere van deze criteria
niet is voldaan wordt de aanvraag afgewezen.
Stap 3. Toetsingscriteria: Agentschap NL beoordeelt daarna de aanvraag inhoudelijk
en financieel op basis van de toetsingscriteria (paragraaf 6). Indien het voorstel
onvoldoende scoort op één of meerdere onderdelen, wordt de aanvraag afgewezen
Stap 4. Rangschikking: Agentschap NL maakt een rangschikking van de positief beoordeelde
voorstellen. De rangschikking wordt bepaald door een score die is gebaseerd op alle
toetsingscriteria (paragraaf 6).
Het in de Staatscourant gepubliceerde budget per ronde wordt toegewezen aan de positief
beoordeelde PSI Regulier en PSI Plus aanvragen in de orde van één rangschikking tot
het budget uitgeput is. Het is dus mogelijk dat een project voldoende scoort en toch
wordt afgewezen, omdat het budget van die ronde niet toereikend is.
Stap 5. Externe adviescommissie: Agentschap NL legt de inhoudelijke beoordeling en
de rangschikking ter toetsing voor aan een externe Adviescommissie die is aangesteld
door de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. Dit is de Adviescommissie Private
Sector Investeringsprogramma (APSI). De commissie bestaat uit tenminste drie leden
die worden benoemd door de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. De leden van de
commissie zijn deskundig op het terrein waarop de commissie een taak heeft en zijn
niet werkzaam bij het ministerie van Buitenlandse Zaken of bij Agentschap NL. De commissie
geeft een positief of negatief advies bij elk voorstel. In beginsel volgt Agentschap
NL het advies van de commissie op.
Verificatie: Agentschap NL kan het projectvoorstel gedurende de procedure voor advies
voorleggen aan de Nederlandse ambassade in het betreffende land en aan een extern
expert. Tevens is het mogelijk dat een vertegenwoordiger van Agentschap NL een bedrijfsbezoek
aflegt bij de aanvrager en eventueel naar het land zelf reist om informatie in te
winnen bij de lokale partner. Ook kan een extern bureau in opdracht van Agentschap
NL een onderzoek uitvoeren naar de aanvrager, de lokale partner of naar de eerste
wezenlijke toeleverancier van het project.
Indien noodzakelijk voor de beoordeling kan Agentschap NL zelfstandig contact opnemen
met de projectpartners en hen vragen om een nadere toelichting.
8. Subsidieverlening en uitvoering
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Subsidieverlening: Binnen dertien weken na de sluitingsdatum van het betreffende tijdvak
zal Agentschap NL beslissen over de subsidieaanvraag. Deze termijn kan worden verlengd
tot maximaal 22 weken.
Voortgangsrapportages: De subsidieontvanger dient eenmaal per 12 maanden te rapporteren
over de gerealiseerde activiteiten en kosten. Het bereiken van Resultaat 1 is essentieel
voor de verdere uitvoering van het subsidieproject. Indien Resultaat 1 niet, niet
tijdig of niet volledig is gerealiseerd, kan dit gevolgen hebben voor continuering
van de subsidieverstrekking en kan de subsidiebeschikking worden gewijzigd of zelfs
worden ingetrokken. De eerste voortgangsrapportage wordt daarom ingediend binnen 4
weken na afloop van de termijn voor het realiseren van Resultaat 1.
De termijn voor het indienen van de daaropvolgende voortgangsrapportages is telkens
12 maanden na de termijn voor het indienen van de vorige voortgangsrapportage, met
dien verstande dat in het laatste jaar van het subsidietijdvak de eindrapportage in
de plaats treedt van de voortgangsrapportage. De rapportages dienen in het Engels
te worden opgesteld volgens het beschikbaar gestelde model (zie www.agentschapnl.nl/PSI).
Meldingsplicht: De subsidieontvanger is verplicht onverwijld een schriftelijke melding
te doen, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend
niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht, dan wel hij niet aan de verplichtingen
die aan de subsidie zijn verbonden zal voldoen.
Voorschotten: Bij de subsidieverstrekking zal worden bepaald op welke wijze bevoorschotting
plaatsvindt. Gedurende het project bedragen de voorschotten in totaal niet meer dan
90% van de verstrekte subsidie. Het bevoorschottingsschema kan worden aangepast in
het licht van de door de subsidieontvanger verstrekte geactualiseerde liqiditeitsprognoses.
Subsidievaststelling: De aanvrager moet binnen twee maanden na afronding van de activiteiten
de inhoudelijke en financiële eindrapportage aanleveren. Deze eindrapportage dient
te worden ingediend overeenkomstig het beschikbaar gestelde model (zie www.agentschapnl.nl/PSI).
Agentschap NL beslist binnen dertien weken over de subsidievaststelling. Een fysieke
inspectie ter plaatse kan onderdeel uitmaken van de beoordeling van de aanvraag tot
subsidievaststelling. In dat geval kan Agentschap NL de beslistermijn verlengen tot
tweeëntwintig weken.
Spin-off fase: De spin-off fase is de periode van twee jaar na subsidievaststelling.
Gedurende deze periode is de subsidieontvanger verplicht om een redelijke financiële
investering in de joint-venture te doen.
Informatie na vaststelling: Tot 24 maanden na vaststelling van de subsidie kan Agentschap
NL de aanvrager verzoeken informatie te verstrekken over de impact van het project.
9. appendices
[Regeling vervallen per 01-01-2012]