4. Aandachtspunten voor de controle van de verantwoording
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
-
4.1 Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten voor educatie berusten op een
of meer tussen de gemeente en een regionaal opleidingencentrum (ROC) afgesloten overeenkomsten.
Stel vast dat in de verantwoording geen lasten zijn opgenomen in verband met de inkoop
van educatieve programma’s bij andere instellingen en bedrijven.
De gemeente kan uitsluitend lasten in verband met educatie in de verantwoording opnemen
voor zover hiervoor een overeenkomst is vastgelegd met een ROC. De overeenkomst moet
voldoen aan de in artikel 2.3.4, tweede lid, van de WEB gestelde eisen.
-
4.2 Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten van educatie (zie bijlage 1 onder f.) uitsluitend betrekking hebben op door de gemeente aan ROC’s in 2004 uitbetaalde,
of ultimo 2004 nog verschuldigde, gelden voor educatie-activiteiten gedurende 2004.
De lasten voor educatie mogen uitsluitend betrekking hebben op educatie-activiteiten
die op grond van een over het jaar 2004 afgesloten overeenkomst in 2004 verschuldigd
zijn aan ROC’s.
-
4.3 Stel vast dat de gemeente de bedragen die in 2003 zijn teruggevorderd van instellingen
in 2004 heeft besteed c.q. verplicht.
Het betreft in 2003 van instellingen teruggevorderde bedragen (deze hoeven niet daadwerkelijk
naar de rekening van de gemeente te zijn overgemaakt) die niet reeds in 2003 wederom
door middel van een overeenkomst zijn verplicht aan instellingen. In 2003 teruggevorderde
gelden die in 2004 niet zijn verplicht, moeten worden geretourneerd aan het ministerie.
-
4.4 Stel vast dat bedragen die de gemeente van instellingen terugvordert uitsluitend de
rijksbijdrage vanaf 2003 betreft.
De gemeente mag alleen de rijksbijdrage die zij over het voorafgaande jaar (2003)
terugvordert opnieuw middels een overeenkomst verplichten.
De rijksbijdrage die over jaren voorafgaand aan 2003 wordt teruggevorderd mag niet
opnieuw worden verplicht. Deze moet worden opgenomen onder punt l. van bijlage 1.
-
4.5 Stel vast dat het bedrag dat naar 2005 wordt overgedragen niet meer bedraagt dan de
in 2004 van instellingen teruggevorderde bedragen, die nog niet opnieuw zijn verplicht
door middel van overeenkomsten.
De rijksbijdrage educatie 2004 dient in zijn geheel besteed te zijn aan educatie-activiteiten
(waaronder educatieve programma’s van inburgering) in 2004. Er mag niet wordengereserveerd
voor volgende jaren. Uitsluitend in 2004 van instellingen teruggevorderde middelen
die niet middels een overeenkomst opnieuw zijn verplicht voor 2004, mogen worden overgedragen
naar 2005.
-
4.6 Stel vast dat de bij de overheveling vermelde bedragen overeenkomen in de verantwoording
rijksbijdrage educatie en de verantwoording van de rijksbijdrage inburgering.
De rijksbijdrage educatie mag mede worden aangewend voor educatieve programma’s als
bedoeld in artikel 16 van de Wet inburgering nieuwkomers. Omgekeerd mag de rijksbijdrage voor de inburgering deels worden aangewend voor reguliere
educatie. Zie ook de voorlichtingspublicatie in Uitleg OCW-Regelingen van 14 maart
2001, nr. 7.
In beide gevallen geldt dat de overheveling alleen is toegestaan om een tekort aan
te vullen. Van een tekort is sprake als het totaal van de lasten hoger is dan het
totaal van de baten (inclusief een eventuele reserve). De overgehevelde bedragen moeten
dus in hetzelfde jaar daadwerkelijk worden besteed aan de ’nieuwe bestemming’ en mogen
bij de ’nieuwe bestemming’ niet worden gereserveerd voor latere jaren (inburgering),
of overgedragen naar latere jaren (educatie).
Ook moet in beide gevallen zowel in de verantwoording van de rijksbijdrage educatie
als in de verantwoording rijksbijdrage inburgering nieuwkomers de overheveling zichtbaar
worden en gelijk zijn aan elkaar. Dat wil zeggen: indien de rijksbijdrage educatie
deels is aangewend voor de inburgering van nieuwkomers, moeten deze middelen in de
verantwoording rijksbijdrage educatie worden opgenomen als lasten en in de verantwoording
rijksbijdrage inburgering nieuwkomers als baten.
In het geval dat inburgeringsmiddelen zijn besteed aan reguliere educatie moeten deze
middelen in de verantwoording rijksbijdrage inburgering nieuwkomers worden opgenomen
als lasten en in de verantwoording van de rijksbijdrage educatie als baten. Wanneer
er sprake is van overheveling moet vastgesteld worden dat:
-
lasten voor educatie zijn gemaakt voor activiteiten waarvoor niet tevens lasten zijn
opgenomen in de verantwoording rijksbijdrage inburgering nieuwkomers;
-
het totaal van de lasten voor educatie en voor educatieve programma’s niet hoger is
dan de lasten die voortvloeien uit de overeenkomsten die de gemeente heeft afgesloten
met ROC’s over de te verrichten educatie-activiteiten;
-
het saldo van de overgehevelde bedragen die genoemd zijn in de verantwoording educatie
en de verantwoording inburgering gelijk is aan nul.
Denk hierbij met name aan samenwerkingsverbanden waarbij middelen voor inburgering
en educatie worden overgeheveld door en aan verschillende gemeenten. De verantwoordingen
van de betrokken gemeenten en samenwerkingsverbanden moeten zo zijn afgestemd dat
het saldo van de overheveling gelijk is aan nul.
-
4.7 Stel vast dat in de overeenkomst tussen de gemeente en een regionaal opleidingencentrum
(ROC) is geregeld dat de instellingen verantwoording afleggen aan de gemeente en dat
deze wijze van verantwoorden als zodanig functioneert.
De gemeente moet hebben gecontroleerd of de aan het ROC toegekende middelen doelmatig
en rechtmatig zijn besteed. Dit moet gebeuren aan de hand van de in de overeenkomst
gemaakte afspraken. Niet rechtmatig ingezette middelen bij de instellingen worden
door de gemeente teruggevorderd en op het formulier verantwoording educatie 2004 (onder
punt c.) opgenomen.
Het is toegestaan dat de controle door de gemeente van de doelmatige en rechtmatige
inzet bij de instellingen 1 jaar vertraging heeft. Dit betekent dat bij de verantwoording
over 2004 moet worden vastgesteld dat de gemeente in ieder geval de afrekening van
de instelling over 2003 heeft gecontroleerd.