Regeling vernieuwing examenpraktijk groen beroepsonderwijs

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 23-01-2004

Regeling vernieuwing examenpraktijk groen beroepsonderwijs

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 2.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: minister van Landbouw, natuurbeheer en Visserij,

  • b. wet: Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • c. instelling: instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de wet;

  • d. project: samenhangend geheel van werkzaamheden gericht op de doelstelling, bedoeld in artikel 2;

  • e. aanvrager: bevoegd gezag van een instelling;

  • f. KCE: Stichting Kwaliteitscentrum Examinering i.o. te Utrecht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister kan aan een instelling subsidie verlenen ten behoeve van projecten die voldoen aan de criteria, bedoeld in het tweede lid.

  • 2 De criteria, bedoeld in het eerste lid, zijn:

    • a. het project is gericht op het verbeteren van de interne kwaliteitszorg met betrekking tot de examinering;

    • b. het project is gericht op het vergroten van de doelmatigheid van de examinering;

    • c. het project is gericht op het verbeteren van de examinering met betrekking tot de beroepspraktijkvorming;

    • d. het project is gericht op de flexibilisering van de examinering;

    • e. de aanvrager werkt ten behoeve van het project samen met een of meer andere instellingen of landelijke organen, of

    • f. het project wordt mede gefinancierd uit bijdragen van derden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Het totaal beschikbare budget bedraagt € 340.445,- (f 750.000,-).

  • 2 De subsidie bedraagt per project ten hoogste € 226.891 (f 500.000,-).

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De subsidieaanvraag wordt vóór 15 november 2001 ingediend bij KCE.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van een projectplan en een begroting.

  • 3 Het projectplan bevat tenminste:

    • a. een duidelijke, concrete en controleerbare beschrijving van de voorgestelde opbrengst van het project;

    • b. een duidelijke en concrete beschrijving van de projectuitvoering, die gedeeltelijk door de instelling wordt gedaan, en de daarbij gestelde termijnen;

    • c. een beschrijving van de wijze waarop de publieke beschikbaarheid en verspreiding van de opbrengst van het project zal plaatsvinden, en

    • d. de naam van de contactpersoon voor het project.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 KCE brengt vóór 1 december 2001 advies uit aan de minister omtrent toekenning van de subsidie.

  • 2 KCE kan de minister adviseren subsidie te verlenen ten aanzien van een deel van een project.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister beslist in december 2001 omtrent toekenning van de subsidie. Indien deze termijn niet gehaald kan worden, stelt de minister de betrokken aanvrager hiervan in kennis en stelt een redelijke termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden gezien.

  • 2 Na toekenning van subsidie verleent de minister aan de instelling een voorschot.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Binnen zes weken na afloop van het project dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij KCE.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een financieel verslag en een verslag van de projectactiviteiten.

  • 3 Het verslag van de projectactiviteiten bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten.

  • 4 Het verslag van de projectactiviteiten wordt op dezelfde wijze ingedeeld als het projectplan en bevat een analyse van de verschillen tussen de beoogde resultaten, vermeld in het projectplan, en de gerealiseerde resultaten.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister verleent een beschikking tot vaststelling van de subsidie binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 2 Indien de termijn, bedoeld in het vorige lid, niet kan worden gehaald, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en stelt een redelijke termijn vast waarbinnen de beschikking verleent wordt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De instelling verantwoordt de besteding van de subsidie in haar jaarrekening.

  • 2 In de jaarrekening van het jaar of de jaren waarin het project nog niet is afgerond, wordt aangegeven wat de stand is van de uitgaven met betrekking tot het project.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd indien:

  • a. de aanvrager onjuiste, niet tijdige of voor de beoordeling van de uitvoering van het project onvoldoende gegevens heeft verstrekt, of

  • b. het project niet is gestart, aanzienlijk is vertraagd of voortijdig wordt beëindigd, of

  • c. het projectverslag, bedoeld in artikel 8, niet of niet volledig wordt ingediend.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Op 1 januari 2002 vervallen de in artikel 3 vermelde guldensbedragen, met inbegrip van de guldentekens en de haakjes.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vernieuwing examenpraktijk groen beroepsonderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst

Naar boven