Wijzigingswet Mediawet (herziening organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep)

Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 01-01-1999 t/m heden

Wet van 13 november 1997 tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep te herzien, teneinde door middel van een professionalisering van het bestuur waarborgen te scheppen voor een nauwere samenwerking tussen de landelijke omroepinstellingen en verdere coördinatie van de programmering op en tussen de verschillende radio- en televisienetten, met behoud van de rechten en plichten die voortvloeien uit de verleende concessies voor landelijke publieke omroep;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL III

Degenen die op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van deze wet lid zijn van het algemeen bestuur van de Nederlandse Omroep Stichting, onder wie de voorzitter van de NOS, zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet lid, onderscheidenlijk voorzitter, van de raad van toezicht van de Nederlandse Omroep Stichting.

ARTIKEL IV

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, in gevallen waarin deze wet niet voorziet, regels worden gesteld met betrekking tot de invoering van artikelen van deze wet of onderdelen daarvan.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 13 november 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis

Uitgegeven de vijfentwintigste november 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven