Wet van 21 april 1993, tot wijziging van de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd
uittreden en de Wet houdende bijzondere regelen met betrekking tot het recht op uitkering
als bedoeld in de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet uitkering wegens
vrijwillig vervroegd uittreden en de Wet houdende bijzondere regelen met betrekking
tot het recht op uitkering als bedoeld in de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd
uittreden te wijzigen in verband met een met de centrales van overheidspersoneel overeengekomen
verlaging van het uitkeringspercentage;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: