Wet van 23 oktober 1952, houdende nadere regeling inzake de sluiting van de scheepsboekhouding,
aangehouden krachtens het Koninklijk besluit van 21 juni 1836, Stb. 41
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gebleken over te gaan
tot een nadere regeling inzake de sluiting van de scheepsboekhouding, aangehouden
krachtens het Koninklijk besluit van 21 Juni 1836, Staatsblad no. 41;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: