PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN BIJ DE NOORD-ATLANTISCHE
VERDRAGSORGANISATIE
Brussel, 31 mei 2017
BRN/PA/17-023
De Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie biedt de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) haar complimenten
aan en heeft de eer, onder verwijzing naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
(NAVO) betreffende de privileges en immuniteiten van het personeel van het NATO Consultation,
Command and Control Agency (NC3A) en hun gezinsleden van 29 september 2006, en de Briefwisseling houdende een verdrag tot aanvulling van het Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie inzake de voorrechten
en immuniteiten van NATO Consultation, Command and Control Agency (NC3A) van 24 september 2013, alsmede naar de gesprekken tussen het Ministerie en het NATO
Communications and Information Agency, de rechtsopvolger van NC3A (NCI Agency), inzake
de registratie van stagiairs die NCI Agency heeft toegelaten tot zijn stageprogramma
in Nederland, het volgende Verdrag voor te stellen:
-
1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder “stagiair”: studenten en pas
afgestudeerden (diploma in de afgelopen twaalf (12) maanden behaald) die door NCI
Agency zijn toegelaten tot het stageprogramma van NCI Agency en op die grond bepaalde
taken voor NCI Agency vervullen waarvoor zij een vergoeding ontvangen voor de kosten
van levensonderhoud uit hoofde van hun stage bij NCI Agency. Een stagiair valt in
geen geval onder de begripsomschrijving van een functionaris van NCI Agency.
-
2. Binnen acht (8) dagen na de eerste aankomst van een stagiair in Nederland verzoekt
NCI Agency het Ministerie van Buitenlandse Zaken de stagiair te registreren in overeenstemming
met het derde lid.
-
3. Onverminderd de van toepassing zijnde immigratieregelgeving registreert het Ministerie
van Buitenlandse Zaken een stagiair ten behoeve van zijn of haar stage bij NCI Agency
voor een tijdvak van ten hoogste zes (6) maanden, mits NCI Agency het Ministerie van
Buitenlandse Zaken een door de stagiair ondertekende verklaring doet toekomen, vergezeld
van voldoende bewijs, waaruit blijkt dat:
-
a. de stagiair Nederland is binnengekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde
immigratieprocedures;
-
b. de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud
te voorzien alsmede voor zijn of haar terugkeer, en voldoende verzekerd is tegen ziektekosten
(met inbegrip van een dekking voor kosten van ziekenhuisopname voor ten minste de
duur van de stage plus een (1) maand) en een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering
heeft, en niet ten laste zal komen van de openbare middelen van Nederland;
-
c. de stagiair gedurende zijn of haar stage uitsluitend werkzaam zal zijn als stagiair
bij NCI Agency en in Nederland geen betaalde werkzaamheden zal verrichten;
-
d. de stagiair geen familieleden meebrengt die bij hem of haar in Nederland zullen wonen,
tenzij in overeenstemming met de desbetreffende immigratieprocedures;
-
e. de stagiair Nederland verlaat binnen veertien (14) dagen na het einde van zijn of
haar stage, tenzij hij of zij op andere gronden gerechtigd is in Nederland te verblijven
in overeenstemming met de desbetreffende immigratieregelgeving.
-
4. Na registratie van de stagiair in overeenstemming met het derde lid, geeft het Ministerie
van Buitenlandse Zaken aan de stagiair een identiteitskaart af.
-
5. NCI Agency is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit niet-naleving door
in overeenstemming met het derde lid geregistreerde stagiairs, van de voorwaarden
van de in dat lid bedoelde verklaring.
-
6. In uitzonderlijke omstandigheden kan het maximumtijdvak van zes (6) maanden genoemd
in het derde lid eenmaal worden verlengd met ten hoogste zes (6) maanden.
-
7. NCI Agency stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen acht (8) dagen na het
definitieve vertrek van de stagiair uit Nederland daarvan in kennis en retourneert
daarbij de identiteitskaart van de stagiair.
-
8. Alle geschillen die voortvloeien uit de interpretatie of toepassing van dit Verdrag
worden uitsluitend beslecht door middel van overleg, onderhandeling of een andere
wijze van beslechting die beide verdragspartijen overeenkomen.
-
9. Door niets in dit Verdrag worden de bepalingen van het Verdrag nopens de rechtspositie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, van
de nationale vertegenwoordigers bij haar organen en van haar internationale staf, gedaan te Ottawa op 20 september 1951, gewijzigd, herzien of veranderd en niets
in dit Verdrag kan worden geïnterpreteerd of uitgelegd als zijnde een wijziging, herziening
of enige andere verandering van de bepalingen van dat Verdrag.
Indien het voorstel aanvaardbaar is voor de NAVO, heeft de Permanente Vertegenwoordiging
van het Koninkrijk der Nederlanden de eer voor te stellen dat deze nota en de bevestigende
antwoordnota van de NAVO tezamen een Verdrag inzake stagiairs zullen vormen tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en de NAVO, en dat dit Verdrag voorlopig zal worden
toegepast vanaf de datum van dat antwoord en in werking zal treden op de datum waarop
het Koninkrijk der Nederlanden de NAVO ervan in kennis heeft gesteld dat aan de wettelijke
vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.
De Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie maakt van deze gelegenheid gebruik om de NAVO opnieuw te verzekeren
van haar zeer bijzondere hoogachting.
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
Brussel