preambule
De Europese Unie, hierna „de Unie” genoemd,
en
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Republiek Kroatië,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd,
enerzijds, en
Canada,
anderzijds,
hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,
Naar aanleiding van de langdurige vriendschap die de burgers van Europa en Canada
door hun intensieve historische, culturele, politieke en economische banden hebben
gevormd,
Nota nemend van de vooruitgang die is geboekt sinds de kaderovereenkomst voor commerciële
en economische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en Canada van 1976,
de verklaring over de trans-Atlantische betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap
en haar lidstaten en Canada van 1990, de gemeenschappelijke politieke verklaring over
de betrekkingen tussen de EU en Canada en het gemeenschappelijke actieplan EU-Canada
van 1996, de EU-Canada-partnerschapsagenda van 2004, en de overeenkomst tussen de
Europese Unie en Canada tot vaststelling van een kader voor de deelname van Canada
aan de crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie van 2005,
Opnieuw bevestigend dat zij sterk gehecht zijn aan de democratische beginselen en
de rechten van de mens die in de Universele Verklaring van de rechten van de mens zijn vastgelegd,
Van oordeel zijnde dat de verspreiding van massavernietigingswapens een ernstige bedreiging
voor de internationale veiligheid vormt,
Voortbouwend op hun lange traditie van samenwerking bij de bevordering van de internationale
beginselen van vrede en veiligheid en de rechtsstaat,
Opnieuw bevestigend dat zij vastbesloten zijn om via bilaterale en multilaterale kanalen
terrorisme en georganiseerde misdaad te bestrijden,
Vastbesloten samen armoede te verminderen, inclusieve economische groei te stimuleren
en ontwikkelingslanden in hun inspanningen voor politieke en economische hervormingen
bij te staan,
Overwegende dat zij duurzame ontwikkeling in economisch, sociaal en ecologisch opzicht
wensen te bevorderen,
Uitdrukking gevend aan het feit dat zij trots zijn op de intensieve persoonlijke contacten
tussen hun burgers en hun gehechtheid aan de bescherming en bevordering van de diversiteit
van cultuuruitingen,
Erkennend dat doeltreffende multilaterale organisaties een belangrijke rol kunnen
spelen om de samenwerking te bevorderen en positieve resultaten in mondiale aangelegenheden
en problemen te bereiken,
Zich bewust van de dynamische aard van hun handels- en investeringsbetrekkingen, die
verder zullen worden versterkt door een brede economische en handelsovereenkomst op
effectieve wijze uit te voeren,
Opmerkende dat de bepalingen van deze overeenkomst die binnen het toepassingsgebied
van het derde deel van titel V van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen, het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende
partijen binden, en niet als deel van de Europese Unie, totdat de Europese Unie tezamen
met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland Canada ervan in kennis heeft gesteld dat
het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland gebonden zijn als deel van de Europese Unie,
overeenkomstig Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten
aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Indien het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland niet langer gebonden zijn
als deel van de Europese Unie overeenkomstig artikel 4 bis van Protocol nr. 21, moet de Europese Unie tezamen met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland Canada onmiddellijk
in kennis stellen van iedere wijziging in hun positie; in dat geval blijven zij op
persoonlijke titel gebonden door de bepalingen van de overeenkomst. Hetzelfde geldt
voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan die verdragen is gehecht,
Gezien de institutionele veranderingen die zich in de Europese Unie hebben voorgedaan
sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon,
Bevestigend dat zij strategische partners zijn en vastberaden zijn om op basis van
wederzijds respect en dialoog hun betrekkingen en internationale samenwerking te versterken
om hun gemeenschappelijke belangen en waarden te bevorderen,
Overtuigd dat een dergelijke samenwerking op progressieve en pragmatische wijze tot
stand moet komen naargelang van de ontwikkeling van het beleid,