MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
’s-Gravenhage, 10 februari 2015
Afdeling Verdragen
MINBUZA-2015.47587
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden biedt de
Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens zijn complimenten aan en heeft, onder
verwijzing naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Organisatie
voor het Verbod van Chemische Wapens betreffende de zetel van de OPCW van 22 mei 1997
alsmede naar de gesprekken tussen het Ministerie en de OPCW inzake de registratie
van stagiairs die de OPCW heeft toegelaten tot haar stageprogramma in Nederland, de
eer het volgende voor te stellen:
-
1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder “stagiair”: Een persoon die
door de OPCW is toegelaten tot het stageprogramma van de OPCW en op die grond bepaalde
taken voor de OPCW vervult. Een stagiair valt in geen geval onder de begripsomschrijving
van een functionaris van de OPCW.
-
2. Binnen acht (8) dagen na de eerste aankomst van een stagiair in Nederland verzoekt
de OPCW het Ministerie van Buitenlandse Zaken de stagiair te registreren in overeenstemming
met het derde lid.
-
3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken registreert een stagiair ten behoeve van zijn
of haar stage bij de OPCW voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden, mits de OPCW
het Ministerie van Buitenlandse Zaken een door de stagiair ondertekende verklaring
doet toekomen, vergezeld van voldoende bewijs, waaruit blijkt dat:
-
a. de stagiair Nederland is binnengekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde
immigratieprocedures;
-
b. de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud
te voorzien alsmede voor zijn of haar terugkeer, en voldoende verzekerd is tegen ziektekosten
(met inbegrip van een dekking voor kosten van ziekenhuisopname voor ten minste de
duur van de stage plus een maand) en een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering,
en niet ten laste zal komen van de openbare middelen van Nederland;
-
c. de stagiair gedurende zijn of haar stage in Nederland uitsluitend werkzaam zal zijn
als stagiair bij de OPCW;
-
d. de stagiair geen familieleden meebrengt die bij hem of haar in Nederland zullen wonen,
tenzij in overeenstemming met de desbetreffende immigratieprocedures;
-
e. de stagiair Nederland verlaat binnen 14 dagen na het einde van zijn of haar stage,
tenzij hij of zij op andere gronden gerechtigd is in Nederland te verblijven in overeenstemming
met de desbetreffende immigratiewetgeving.
-
4. Na registratie van de stagiair in overeenstemming met het derde lid, geeft het Ministerie
van Buitenlandse Zaken aan de stagiair een identiteitskaart af.
-
5. De OPCW is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit niet-naleving door in
overeenstemming met het derde lid geregistreerde stagiairs van de voorwaarden van
de in dat lid bedoelde verklaring.
-
6. De stagiair geniet geen voorrechten of immuniteiten.
-
7. In uitzonderlijke omstandigheden kan het maximumtijdvak van zes maanden genoemd in
het derde lid eenmaal worden verlengd met ten hoogste zes maanden.
-
8. De OPCW stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen acht (8) dagen na het definitieve
vertrek van de stagiair uit Nederland daarvan in kennis en retourneert daarbij de
identiteitskaart van de stagiair.
Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor de OPCW, stelt het Ministerie voor dat deze
nota en de bevestigende antwoordnota van de OPCW tezamen een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de OPCW. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dat antwoord
en treedt in werking op de datum waarop het Koninkrijk der Nederlanden de OPCW er
schriftelijk van in kennis heeft gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding
is voldaan.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van
deze gelegenheid gebruik om de OPCW opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere
hoogachting.
Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens
’s-Gravenhage