het Koninkrijk België,
                                    
                                    de Republiek Bulgarije,
                                    
                                    de Tsjechische Republiek,
                                    
                                    het Koninkrijk Denemarken,
                                    
                                    de Bondsrepubliek Duitsland,
                                    
                                    de Republiek Estland,
                                    
                                    Ierland,
                                    
                                    de Helleense Republiek,
                                    
                                    het Koninkrijk Spanje,
                                    
                                    de Franse Republiek,
                                    
                                    de Italiaanse Republiek,
                                    
                                    de Republiek Cyprus,
                                    
                                    de Republiek Letland,
                                    
                                    de Republiek Litouwen,
                                    
                                    het Groothertogdom Luxemburg,
                                    
                                    Hongarije,
                                    
                                    Malta,
                                    
                                    het Koninkrijk der Nederlanden,
                                    
                                    de Republiek Oostenrijk,
                                    
                                    de Republiek Polen,
                                    
                                    de Portugese Republiek,
                                    
                                    Roemenië,
                                    
                                    de Republiek Slovenië,
                                    
                                    de Slowaakse Republiek,
                                    
                                    de Republiek Finland,
                                    
                                    het Koninkrijk Zweden,
                                    
                                    het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
                                    
                                    Verdragsluitende partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna de „lidstaten van de Europese Unie” genoemd, en
                                    
                                    de Europese Unie,
                                    
                                    enerzijds, en
                                    
                                    de Republiek Costa Rica,
                                    
                                    de Republiek El Salvador,
                                    
                                    de Republiek Guatemala,
                                    
                                    de Republiek Honduras,
                                    
                                    de Republiek Nicaragua,
                                    
                                    de Republiek Panama,
                                    
                                    hierna „Midden-Amerika”,
                                    
                                    anderzijds,
                                    
                                    gelet op de traditionele historische, culturele, politieke, economische en sociale
                                       banden tussen de partijen en de wens om de betrekkingen op basis van gemeenschappelijke
                                       beginselen en waarden te versterken, voortbouwend op de bestaande mechanismen die
                                       de betrekkingen tussen de partijen bepalen, alsmede de wens om de biregionale banden
                                       op gebieden van gemeenschappelijk belang te consolideren, te verdiepen en te diversifiëren
                                       in een sfeer van wederzijds respect, gelijkheid, non-discriminatie, solidariteit en
                                       wederzijds profijt;
                                    
                                    gelet op de positieve ontwikkelingen in beide regio’s gedurende de laatste twee decennia,
                                       waardoor bij de bevordering van gemeenschappelijke doelen en belangen een nieuwe fase
                                       kan worden ingeluid met diepgaandere, modernere en permanentere betrekkingen, met
                                       als doel een biregionale associatie tot stand te brengen die beantwoordt aan zowel
                                       de huidige binnenlandse uitdagingen als de nieuwe internationale realiteit;
                                    
                                    de nadruk leggend op het belang dat de partijen hechten aan de consolidatie van de
                                       politieke dialoog en het economisch samenwerkingsproces dat tot op heden bestaat tussen
                                       de partijen op grond van de Dialoog van San José, die is gestart in 1984 en die sindsdien
                                       bij diverse gelegenheden is hervat;
                                    
                                    herinnerend aan de conclusies van de Top van Wenen van 2006, met inbegrip van de toezeggingen
                                       die door Midden-Amerika zijn gedaan met betrekking tot verdieping van de regionale
                                       economische integratie;
                                    
                                    erkennend de vooruitgang die is geboekt in het Midden-Amerikaanse economische integratieproces,
                                       zoals de ratificatie van de Convenio Marco para el Establecimiento de la Unión Aduanera Centroamericana en het Tratado sobre Inversión y Comercio de Servicios, alsmede de implementatie van een gerechtelijk mechanisme dat moet zorgen voor handhaving
                                       van de regionale economische wetgeving in de gehele Midden-Amerikaanse regio;
                                    
                                    herbevestigend dat zij de democratische beginselen en fundamentele mensenrechten zoals
                                       verwoord in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens respecteren;
                                    
                                    herinnerend aan hun engagement voor de beginselen van de rechtsstaat en goed bestuur;
                                    
                                    uitgaand van het beginsel van gedeelde verantwoordelijkheid en in de overtuiging van
                                       het belang van het voorkomen van illegaal drugsgebruik en van het beperken van de
                                       schadelijke effecten daarvan, met inbegrip van de strijd tegen de verbouwing, de productie,
                                       de verwerking en het verhandelen van drugs en hun precursoren, alsmede tegen witwaspraktijken;
                                    
                                    er nota van nemend dat de bepalingen van deze overeenkomst die binnen het toepassingsgebied
                                       van het derde deel, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen, het Verenigd Koninkrijk en Ierland binden als afzonderlijke overeenkomstsluitende
                                       partijen, en niet als deel van de Europese Unie, tenzij de Europese Unie tezamen met
                                       het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland de republieken van de MA-partij ervan in kennis
                                       heeft gesteld dat het Verenigd Koninkrijk of Ierland gebonden zijn als deel van de
                                       Europese Unie, overeenkomstig Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten
                                          aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Indien het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland overeenkomstig artikel 4 bis van Protocol nr. 21 niet langer gebonden zijn als deel van de Europese Unie, moet de Europese Unie tezamen
                                       met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland de republieken van de MA-partij onmiddellijk
                                       in kennis stellen van iedere wijziging in hun positie; in dat geval blijven zij op
                                       zichzelf gebonden door de bepalingen van deze overeenkomst. Hetzelfde geldt voor Denemarken,
                                       overeenkomstig het aan die verdragen gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken;
                                    
                                    onderstrepend hun engagement om samen te werken aan het verwezenlijken van de doeleinden
                                       van armoedebestrijding, werkgelegenheidsschepping, rechtvaardige en duurzame ontwikkeling,
                                       met inachtneming van de kwetsbaarheid voor natuurrampen, milieubehoud, milieubescherming
                                       en biodiversiteit, en de geleidelijke integratie van de republieken van de MA-partij
                                       in de wereldeconomie;
                                    
                                    herbevestigend het belang dat de partijen hechten aan de beginselen en regels ten
                                       aanzien van de internationale handel, met name diegene die zijn opgenomen in de overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie van 15 april 1994 (hierna „WTO-Overeenkomst” genoemd), en de multilaterale overeenkomsten
                                       die zijn gehecht aan de WTO-Overeenkomst, alsmede aan de noodzaak om deze op een transparante
                                       en niet-discriminerende wijze toe te passen;
                                    
                                    overwegend het verschil in economische en sociale ontwikkeling dat bestaat tussen
                                       de republieken van de MA-partij en de EU-partij en de gedeelde doelstelling om het
                                       proces van economische en sociale ontwikkeling in Midden-Amerika kracht bij te zetten;
                                    
                                    de wens uitdrukkend hun economische betrekkingen te versterken, in het bijzonder handel
                                       en investeringen, ter versterking en verbetering van de huidige mate van toegang van
                                       de republieken van de MA-partij tot de markt van de Europese Unie, om zo bij te dragen
                                       aan de economische groei in Midden-Amerika en de vermindering van de ongelijkheden
                                       tussen de twee regio’s;
                                    
                                    ervan overtuigd dat deze overeenkomst een klimaat zal creëren dat bevorderlijk is
                                       voor groei binnen duurzame economische betrekkingen tussen de partijen, met name in
                                       de sectoren handel en investeringen, die essentieel zijn voor de verwezenlijking van
                                       de economische en sociale ontwikkeling en van technologische innovatie en modernisering;
                                    
                                    onderstrepend de noodzaak om voort te bouwen op de beginselen, doelstellingen en mechanismen
                                       die de betrekkingen tussen de twee regio’s bepalen, in het bijzonder de Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap
                                          en haar lidstaten enerzijds, en de Republiek Costa Rica, de Republiek El Salvador,
                                          de Republiek Guatemala, de Republiek Honduras, de Republiek Nicaragua en de Republiek
                                          Panama anderzijds, ondertekend in 2003 (hierna „de Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking
                                       van 2003”), alsmede de Raamovereenkomst inzake samenwerking van 1993 die door dezelfde
                                       partijen is ondertekend;
                                    
                                    zich bewust van de noodzaak om in beide regio’s duurzame ontwikkeling te bevorderen
                                       door middel van een ontwikkelingspartnerschap waar alle relevante belanghebbenden,
                                       met inbegrip van het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector, bij zijn
                                       betrokken, overeenkomstig de beginselen van de Consensus van Monterrey en de Verklaring
                                       van Johannesburg, en het bijbehorende Uitvoeringsplan;
                                    
                                    herbevestigend dat de staten bij de uitoefening van hun soevereine bevoegdheid om
                                       hun natuurlijke hulpbronnen overeenkomstig hun eigen milieu- en ontwikkelingsbeleid
                                       te exploiteren, duurzame ontwikkeling moeten bevorderen;
                                    
                                    indachtig de noodzaak om een uitgebreide dialoog over migratie te ontwikkelen ter
                                       versterking van de biregionale samenwerking inzake migratievraagstukken in het kader
                                       van die delen van deze overeenkomst welke betrekking hebben op politieke dialoog en
                                       samenwerking, en om te zorgen voor effectieve bevordering en bescherming van de mensenrechten
                                       van alle migranten;
                                    
                                    erkennend dat geen enkele bepaling van deze overeenkomst in welk opzicht ook mag verwijzen
                                       naar of geïnterpreteerd of uitgelegd mag worden als de bepaling van een standpunt
                                       van de partijen in lopende of toekomstige bilaterale of multilaterale handelsbesprekingen;
                                    
                                    de nadruk leggend op de wil om samen te werken in internationale fora inzake kwesties
                                       van wederzijds belang;
                                    
                                    lettend op het strategisch partnerschap dat tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika
                                       en het Caribisch gebied in het kader van de topontmoeting van Rio in 1999 tot stand
                                       is gekomen en dat op de topontmoetingen van Madrid in 2002, Guadalajara in 2004, Wenen
                                       in 2006, Lima in 2008 en Madrid in 2010 opnieuw is bevestigd;
                                    
                                    rekening houdend met de verklaring van Madrid van mei 2010;