AMBASSADE VAN BELGIË
No 174/3715
's-Gravenhage, 11 Augustus 1954.
Mijnheer de Minister,
Ik heb de eer Uwer Excellentie mede te delen dat de bevoegde Belgische Ministers kunnen
instemmen met de aanwijzing overeenkomstig artikel 1 van het verdrag nopens de samenvoeging
van de douane-behandeling aan de Nederlands-Belgische grens, ondertekend te 's-Gravenhage,
op 13 April 1948:
-
a) als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: de kantoren Putte (België) en
Putte (Nederland); dit internationaal douanekantoor zal worden genoemd: Putte;
-
b) als internationale douaneweg: de weg van Antwerpen naar Bergen op Zoom, via Kapellen,
over een lengte van 80 meter op Belgisch grondgebied en 120 meter op Nederlands grondgebied,
beide gemeten vanaf het punt alwaar de gemeenschappelijke grens de as van die weg
snijdt, met inbegrip van de parkeerruimte op Belgisch grondgebied gelegen ten Westen
van de genoemde weg aan de gemeenschappelijke grens en het aan die parkeerruimte grenzende
gedeelte van de weg die ten Noorden van deze parkeerruimte is gelegen, alsmede de
parkeerruimte aan de Noordelijke zijde van het Nederlands grenskantoor.
Deze regeling wordt van kracht met ingang van 14 Augustus 1954.
Ik zou het op prijs stellen te mogen vernemen of de bevoegde Nederlandse Ministers
aan de bovenbedoelde aanwijzing hun goedkeuring hechten.
Gelief, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner bijzondere hoogachting wel te
willen aanvaarden.
De Ambassadeur van België,
(w.g.) Eg. GRAEFFE
Aan Zijne Excellentie de Heer Luns,
Minister zonder Portefeuille,
's-Gravenhage.