Tenzij het tegendeel blijkt, geldt voor de uitleg van deze Overeenkomst:
„Persoon” betekent natuurlijke persoon.
„Instelling” omvat enigerlei firma, overheidslichaam, regeringsinstantie, maatschap
en vennootschap, al of niet rechtspersoonlijkheid bezittende.
„Nederland” betekent het Koninkrijk der Nederlanden, met inbegrip van zijn Overzeese
Gebiedsdelen.
„Australië” omvat de gebiedsdelen behorende tot of onder bestuur van Australië.
„Beheerder” betekent de Beheerder van Vijandelijke Eigendommen in Australië.
De Beheerder verstrekt de Nederlandse Legatie te Canberra of zodanige andere vertegenwoordiger,
als de Nederlandse Regering mocht aanwijzen, volledige gegevens met betrekking tot:
-
(a) Alle gelden, welke aan de Australische Regering betaald zijn ingevolge de „National
Security (Enemy Property) Regulations” en de „Trading with the Enemy Act 1939—1947”
(verder aangeduid als „de wetten van het Gemenebest”) ten behoeve van personen in
Nederland en van instellingen gevestigd in Nederland; en
-
(b) Alle andere gelden en eigendommen, toebehorende aan personen in Nederland en instellingen,
gevestigd in Nederland, welke onderworpen waren aan de „National Security (Enemy Property)
Regulations,”
en welke onder het beheer zijn van de Beheerder op de dag dat deze Overeenkomst van
kracht wordt.
De Beheerder verstrekt de Legatie of zodanige andere vertegenwoordiger, als de Nederlandse
Regering mocht aanwijzen, tevens gegevens betreffende alle te zijnen kantore geregistreerde
vorderingen:
-
(a) van personen en instellingen in Australië op personen in Nederland en op instellingen,
gevestigd in Nederland; en
-
(b) met betrekking tot eigendommen in Nederland, toebehorende aan personen in Australië,
personen van Australische nationaliteit woonachtig buiten Australië en instellingen
gevestigd in Australië.
Gelden, welke de Australische Regering op het ogenblik onder zich heeft krachtens
de bepalingen van de wetten van het Gemenebest ten behoeve van Nederlandse personen
en instellingen gevestigd in Nederland, worden aan de Nederlandse Regering of aan
zodanige Bank als door de Nederlandse Regering mocht worden aangewezen, uitbetaald
ter voldoening van de vorderingen van de Nederlandse personen of instellingen aan
wie deze gelden verschuldigd zijn.
De Beheerder geeft, telkens wanneer hij een desbetreffend verzoek van de Nederlandse
Regering ontvangt en onverminderd de bepalingen van Artikel 6 van deze Overeenkomst,
andere Nederlandse gelden en eigendommen, waarop de „National Security (Enemy Property)
Regulations” van toepassing zijn geweest, vrij.
Voor de toepassing van dit Artikel wordt een verzoek, gedaan of een vergunning verleend
door de Nederlandse Bank, geacht te zijn een verzoek van de Nederlandse Regering.
De Nederlandse Regering treft regelingen voor de verificatie van alle aan haar ingevolge
Artikel 2 door de Beheerder verstrekte gegevens, stelt er te zijner tijd de Beheerder
van in kennis, indien daaronder gelden of eigendommen zijn begrepen, welke niet verschuldigd
zijn aan of het eigendom zijn van Nederlandse personen of instellingen. De Nederlandse
Regering neemt op zich om aan de Beheerder alle gelden, waarvan bevonden wordt dat
zij niet verschuldigd zijn aan of het eigendom zijn van Nederlandse personen of instellingen,
en welke betaald zijn aan de Nederlandse Regering ingevolge Artikel 4 van deze Overeenkomst,
te restitueren.
De Nederlandse Regering verbindt zich hierbij om de Regering van Australië, het Ministerie
van Financiën van het Australische Gemenebest en de Beheerder te vrijwaren en te blijven
vrijwaren voor actie, vordering in rechte, daad, aanspraak of eis, welke kunnen voortvloeien
uit de betaling of de overmaking van vorenbedoelde gelden of eigendommen aan de Nederlandse
Regering of zodanige bank als mocht worden aangewezen door de Nederlandse Regering
of aan andere personen of instellingen in overeenstemming met deze Overeenkomst.
De Beheerder zal niet verantwoordelijk gesteld worden voor gelden, die niet krachtens
de „National Security (Enemy Property) Regulations” bij hem zijn aangegeven of die,
om welke redenen dan ook, niet aan hem betaald zijn. Indien de Australische Regering
overtuigd is, dat zodanige gelden verschuldigd zijn aan Nederlandse personen of instellingen
gevestigd in Nederland, zal de Beheerder echter, naar zijn beste vermogen, zijn medewerking
verlenen tot de invordering.
De Nederlandse Regering zal de van de Beheerder, overeenkomstig Artikel 3 van deze
Overeenkomst, ontvangen opgave van vorderingen onderzoeken en zal de Beheerder mededeling
doen van de gegrondheid der vorderingen. Zij zal eveneens de Beheerder alle gegevens
verstrekken betreffende de stand van alle vorderingen met betrekking tot eigendommen
in Nederland en zij zal aangeven of zodanige eigendommen beschikbaar zijn voor teruggave
aan de eigenaren in Australië en verslag uitbrengen over de toestand van zodanige
eigendommen. De Nederlandse Regering zal voorzover mogelijk medewerking verlenen tot
het realiseren van activa en tot het herstellen der eigenaren in het genot hunner
eigendomsrechten.
De Nederlandse Regering neemt hierbij op zich alle activa in Nederland, welke bij
het van kracht worden van deze Overeenkomst toebehoren aan Australische personen en
instellingen ter vrije beschikking te stellen van de eigenaren, zulks voorzover deze
activa beschikbaar zijn en behoudens het bepaalde in Artikel 11 van deze Overeenkomst.
Deze Overeenkomst heeft niet de strekking om enig geld of eigendom uit te zonderen
van de wettelijke bepalingen, welke op het stuk van belasting of deviezencontrôle,
van kracht zijn in Australië of Nederland.
De Regeringen van Australië en van Nederland kunnen nader overeenkomen dat de bepalingen
van deze Overeenkomst niet van toepassing zijn op bepaalde eigendommen.
Deze Overeenkomst is niet van toepassing op enige schikking tussen de overeenkomstsluitende
Regeringen of waarbij een of meer Regeringsinstanties betrokken zijn, tenzij met wederzijds
goedvinden.
Gelden, die overeenkomstig de wetten van het Gemenebest ontvangen zijn of mochten
worden ten behoeve van Nederlandse personen, die sindsdien overleden zijn, worden
niet uitbetaald aan de Nederlandse Regering onder de bepalingen van deze Overeenkomst,
alvorens een wettige persoonlijke vertegenwoordiger benoemd is.
Er zullen geen kosten berekend worden met betrekking tot gelden of eigendommen welke
onder deze Overeenkomst vallen.
Tenslotte wenst de Australische Regering het volgende aan te tekenen:
-
(i) De Nederlandse Regering machtigt de Nederlandse Bank voor haar rekening de gelden
in ontvangst te nemen, als vermeld in Artikel 4 van de Overeenkomst en de Nederlandse
Bank zal tot dat doel een rekening openen bij de „Commonwealth Bank of Australia”
te Sydney;
-
(ii) In verband met Artikel 9 van de Overeenkomst heeft de Australische Regering nota genomen
van het feit, dat gedurende de Duitse bezetting van Nederland (in Europa) geld en
eigendom toebehorende aan onderdanen der Verenigde Naties in vele gevallen overgemaakt
zijn door schuldenaren en „trustees” in Nederland in opdracht van de bezettingsautoriteiten.
De Australische Regering verstaat derhalve, dat de Nederlandse Regering niet verantwoordelijk
gesteld kan worden voor de maatregelen genomen door de Duitse bezettingsautoriteiten,
of voor het beheer van de „Deutsche Revisions und Treuhand Gesellschaft” en dat in
geval enig Australisch geld of eigendom in beslag genomen of geliquideerd is, de vorderingen
van de Australische eigenaren slechts voldaan zullen worden in verhouding tot het
totaal der beschikbare fondsen voor de voldoening van alle vorderingen van onderdanen
der Verenigde Naties.
De Australische Regering neemt er verder nota van, dat iets dergelijks het geval zou
kunnen zijn met gelden of eigendommen, toebehorende aan onderdanen der Verenigde Naties
in de Nederlandse Overzeese Gebiedsdelen gedurende de Japanse bezetting en stemt er
mede in, dat de Nederlandse Regering geen verantwoordelijkheid aanvaarden kan voor
maatregelen genomen door de Japanse bezettingsautoriteiten en/of voor het beheer van
de Japanse Nampo-bank.”
Ik ben door de Nederlandse Regering gemachtigd te verklaren, dat de Nederlandse Regering
accoord gaat met de hierboven vermelde bepalingen en met het voorstel, dat Uwe Nota
en dit antwoord geacht zullen worden de Overeenkomst tussen onze beide Regeringen
in deze materie te vormen en te waarmerken.