AMBASSADE VAN BELGIË
No. 172/369
's-Gravenhage, 22 januari 1957.
Mijnheer de Minister,
Ik heb de eer Uwer Excellentie mede te delen, dat de bevoegde Belgische Ministers
kunnen instemmen - overeenkomstig artikel I van het Verdrag nopens de samenvoeging
van douanebehandeling aan de Belgisch-Nederlandse grens, ondertekend te 's-Gravenhage,
de 13e april 1948 - met de aanwijzing:
I
-
a) als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: de grenskantoren Bocholt (België)
en Weert (Nederland); dit internationaal douanekantoor zal worden genoemd Bocholt-Weert;
-
b) als internationale douaneweg: de weg van Weert naar Bocholt langs grenspaal 164, over
een lengte van 100 meter aan weerszijden van het punt alwaar de gemeenschappelijke
grens de as van de weg snijdt.
II
-
a) als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: de grenskantoren Clinge (Nederland)
en De Klinge (België). Dit internationaal douanekantoor zal worden genoemd: Clinge-De
Klinge;
-
b) als internationale douaneweg: de weg van Clinge naar De Klinge over een lengte van
150 m., gemeten in noordelijke richting langs de as van de weg vanaf het punt waar
bij de grenspaal 275 de grens de as van de weg verlaat.
Deze regeling zou, van Belgische zijde, op 1 februari 1957 in werking kunnen treden.
Ik zou het op prijs stellen te mogen vernemen of de bevoegde Nederlandse Ministers
aan het bovenvermelde hun goedkeuring kunnen hechten.
Gelief, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner bijzondere hoogachting wel te
willen aanvaarden.
De Ambassadeur van België,
(w.g.) VAN DER STRATEN
Aan
Zijne Excellentie
Mr. J. M. A. H. Luns,
Minister van Buitenlandse Zaken,
's-Gravenhage.