De Regeringen van de bij het Internationale Koude-Instituut aangesloten landen,
Overwegende, dat de wetenschap van de lage temperaturen zich voortdurend ontwikkelt,
waardoor nieuwe perspectieven voor vooruitgang en welvaart worden geopend;
Overwegende, dat de toepassing van de kunstmatige koude zich tot nieuwe gebieden uitbreidt;
Overwegende, dat de uitwisseling van aan bederf onderhevige levensmiddelen tussen
de verschillende naties ter wereld gestadig in omvang toeneemt, waardoor een steeds
doeltreffender internationale samenwerking op het gebied van de voeding mogelijk wordt,
doch waardoor voor de bewerking en verduurzaming van deze levensmiddelen het op grotere
schaal aanwenden van koeltechnische hulpmiddelen noodzakelijk wordt;
Overwegende, dat het Verdrag van 21 juni 1920, gewijzigd op 31 mei 1937, waarbij het
Internationale Koude-Instituut in het leven geroepen werd, niet voldoende beantwoordt
aan de uit deze nieuwe omstandigheden voortvloeiende wetenschappelijke en technische
eisen, noch aan de huidige economische toestanden;