Notawisseling tussen de Nederlandse en de Keniase Regering inzake de toepassing van [...] voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken, Nairobi, 19-11-1966

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 25-01-1968 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Keniase Regering inzake de toepassing van het op 31 mei 1932 te Londen tussen Nederland en Groot-Brittannië gesloten Verdrag, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken

Authentiek : EN

Nr. I

ROYAL NETHERLANDS EMBASSY

No. 4207

The Royal Netherlands Embassy presents its compliments to the Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Kenya and has the honour to refer to the Treaty between the Kingdom of the Netherlands and the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland concerning the mutual assistance in the conduct of proceedings in civil and commercial matters, signed in London on 31st May 1932, which Treaty was extended, in accordance with the Articles 13 and 15 thereof, to the territory of Kenya before the attainment of its independence.

The Embassy has been instructed by the Government of the Kingdom of the Netherlands to propose to the Government of the Republic of Kenya that the relations between the two States shall be governed by the provisions of the said Treaty of 31st May 1932, pending the conclusion between them of a new treaty concerning the mutual assistance in the conduct of proceedings in civil and commercial matters.

If this proposal is acceptable to the Government of the Republic of Kenya, the Embassy has the honour further to propose that this Note and the Ministry's reply, if it is in the affirmative, shall constitute an agreement between the two Governments on this subject, which agreement shall apply, as regards the Kingdom of the Netherlands, to the territory of the Kingdom in Europe and to Surinam and shall enter into force on the date on which the Government of the Kingdom of the Netherlands notifies the Government of the Republic of Kenya that the formalities constitutionally required in the Kingdom of the Netherlands have been complied with.

The Royal Netherlands Embassy avails itself of this opportunity to renew to the Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Kenya the assurances of its highest consideration.

Nairobi, the 30th of September, 1966.

The Ministry of Foreign Affairs

Nairobi.

Nr. II

MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS

Ref. MFA. 273/0020/101

The Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Kenya presents its compliments to the Royal Netherlands Embassy and has the honour to acknowledge, with thanks, the receipt of the Embassy's Note No. 4207 dated 30th September, 1966 concerning the Treaty between the Kingdom of the Netherlands and the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland regarding the Mutual Assistance in the conduct of Proceedings in Civil and Commercial matters, signed in London on 31st May, 1932, which treaty was extended, in accordance with Articles 13 and 15 thereof, to the territory of Kenya before the attainment of its independence.

The Ministry notes the proposal of the Netherlands Government that the relations between Kenya and Netherlands should be governed by the provisions of the said Treaty of 31st May, 1932, pending the conclusion between them of a new treaty on this subject.

The aforesaid proposal as set out in the Embassy's Note under reply is acceptable to the Government of the Republic of Kenya. Accordingly, the present affirmative reply to the Netherlands Government's proposal may be regarded as constituting an agreement between the two Governments, subject to the understanding that the agreement shall enter into force on the date on which the Government of Netherlands notifies the Government of Kenya that constitutional formalities required under the applicable laws of Netherlands have been complied with.

The Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Kenya avails itself of this opportunity to renew to the Royal Netherlands Embassy the assurances of its highest consideration.

19th November, 1966,

Nairobi.

Royal Netherlands Embassy,

P.O. Box 1537,

Nairobi.

Vertaling : NL

Nr. I

KONINKLIJKE NEDERLANDSE

AMBASSADE

Nr. 4207

De Koninklijke Nederlandse Ambassade biedt aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Kenia haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het op 31 mei 1932 te Londen ondertekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken, welk Verdrag, in overeenstemming met deszelfs artikelen 13 en 15, tot het gebied van Kenia was uitgebreid voordat dit de onafhankelijkheid verwierf.

De Ambassade is door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden opgedragen, aan de Regering van de Republiek Kenia voor te stellen, dat de betrekkingen tussen de beide Staten door de bepalingen van genoemd Verdrag van 31 mei 1932 zullen worden beheerst, zulks in afwachting van de sluiting tussen hen van een nieuw verdrag, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken.

Indien dit voorstel voor de Regering van de Republiek Kenia aanvaardbaar is, heeft de Ambassade de eer, verder voor te stellen, dat deze Nota en het bevestigend antwoord daarop van het Ministerie een overeenkomst ter zake tussen de twee Regeringen vormen, welke overeenkomst, wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, van toepassing zal zijn op het in Europa gelegen grondgebied van het Koninkrijk en op Suriname en in werking zal treden op de datum waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de Regering van de Republiek Kenia er van in kennis stelt, dat aan de in het Koninkrijk der Nederlanden grondwettelijk vereiste formaliteiten is voldaan.

De Koninklijke Nederlandse Ambassade moge van deze gelegenheid gebruik maken om de verzekering harer zeer bijzondere hoogachting jegens het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Kenia te hernieuwen.

Nairobi, 30 september 1966.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken,

Nairobi.

Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE

ZAKEN

Ref. MFA. 273/0020/101

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Kenia biedt aan de Koninklijke Nederlandse Ambassade zijn complimenten aan en heeft de eer in dank de ontvangst te bevestigen van de Nota van de Ambassade d.d. 30 september 1966, nr. 4207, inzake het op 31 mei 1932 te Londen ondertekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken, welk Verdrag, in overeenstemming met deszelfs artikelen 13 en 15, tot het gebied van Kenia was uitgebreid voordat dit de onafhankelijkheid verwierf.

Het Ministerie neemt kennis van het voorstel van de Nederlandse Regering, dat de betrekkingen tussen Kenia en Nederland door de bepalingen van genoemd Verdrag van 31 mei 1932 worden beheerst, zulks in afwachting van de sluiting tussen hen van een nieuw verdrag ter zake.

Bovengenoemd voorstel, zoals neergelegd in de Nota van de Ambassade onder beantwoording, is aanvaardbaar voor de Regering van de Republiek Kenia. Dienvolgens kan het onderhavige bevestigend antwoord op het voorstel van de Nederlandse Regering worden beschouwd als vormende een overeenkomst tussen de twee Regeringen, waarbij wel te verstaan is dat de overeenkomst in werking zal treden op de datum waarop de Regering van Nederland de Regering van Kenia er van in kennis stelt, dat aan de grondwettelijke formaliteiten krachtens de van toepassing zijnde wetten van Nederland is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Kenia moge van deze gelegenheid gebruik maken om de verzekering zijner zeer bijzondere hoogachting jegens de Koninklijke Nederlandse Ambassade te hernieuwen.

19 november 1966,

Nairobi.

Koninklijke Nederlandse Ambassade,

Postbus 1537,

Nairobi.

Naar boven