Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
en
de Bondspresident van de Republiek Oostenrijk,
De wens koesterende om het rechtsverkeer, zoals dit is geregeld bij het Haagse Verdrag
van 1 maart 1954 betreffende de burgerlijke rechtsvordering, tussen de beide Staten
te vergemakkelijken,
Hebben besloten te dien einde een verdrag te sluiten, en hebben tot Hun Gevolmachtigden
benoemd:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
Zijne Excellentie mr. Henri Frederik Eschauzier, Harer Majesteits Buitengewoon en
Gevolmachtigd Ambassadeur te Wenen;
De Bondspresident van de Republiek Oostenrijk:
De Heer Dr. Bruno Kreisky, Bondsminister van Buitenlandse Zaken,
De Heer Dr. Christian Broda, Bondsminister van Justitie;
Die, na hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben uitgewisseld,
het volgende zijn overeengekomen: