Notawisseling tussen de Nederlandse en de Belgische Regering betreffende de oprichting [...] twee onbemande radarstations op Nederlands grondgebied, 's-Gravenhage, 18-02-1969

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 18-02-1969 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Belgische Regering betreffende de oprichting en het gebruik van twee onbemande radarstations op Nederlands grondgebied

Authentiek : NL

Nr. I

AMBASSADE VAN BELGIË

No. 56/7790

De Ambassade van België te 's-Gravenhage biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken haar complimenten aan en heeft de eer het volgende aan het Departement mede te delen.

Na overleg in de schoot der Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart werd in 1962 door de bevoegde Belgische en Nederlandse rijksloodsdiensten overgegaan tot de oprichting van een inlichtingendienst voor de Zee-Schelde en haar mondingen (de Schelde-Inlichtingendienst), die tot taak heeft de gezagvoerders van zeeschepen via VHF-radioverbindingen alle dienstige gegevens te verstrekken ter bevordering van de veiligheid van de scheepvaart op de Schelde en voor het coördineren van de schuttingen door de zeesluizen te Antwerpen. De werking van deze dienst wordt gevoerd vanuit twee operatiecentra: Kruisschans-Radio, ressorterend onder het Belgisch Loodswezen te Antwerpen en Vlissingen-Radio opgericht in het Nederlands Loodswezen aldaar. Beide centra, uitgerust met een VHF-zend- en ontvangpost en met havenradar, bestrijken elk een gedeelte van de stroom en werken in nauwe onderlinge verstandhouding.

In het vooruitzicht van de ingebruikneming van de Zandvlietsluis, gelegen in de nabijheid van de Belgisch-Nederlandse grens, werden reeds sinds 1965 bepaalde Belgische voorstellen door de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart in studie genomen, die verband houden met een noodzakelijke uitbreiding van de werking van de Schelde-Inlichtingendienst op Belgisch gebied. Deze voorstellen hadden betrekking op de oprichting in de dienstgebouwen aan de Zandvlietsluis van een nieuw operatiecentrum voor de Schelde-Inlichtingendienst, uitgerust met VHF-radio-apparatuur en overzichtradar. De bestaande post aan de Kruisschans zou, met zijn huidige attributies behouden blijven, maar ondergeschikt worden gemaakt aan de post van Zandvliet, die als hoofdoperatiecentrum zou fungeren.

De geografische ligging van de Zandvlietsluis stelt heel bijzondere eisen inzake de radarapparatuur van het nieuw hoofdoperatiecentrum. Het radaroverzicht moet inderdaad volgende gebieden kunnen bestrijken:

  • 1) stroomopwaarts: het volledig trajekt tot Kruisschans, te verwezenlijken door overlapping van de sectoren der radarposten Zandvliet en Kruisschans, waaraan geen problemen zijn verbonden;

  • 2) stroomafwaarts: een voldoende aanloopzone in de richting van Hansweert, hetgeen slechts kan worden bereikt door de oprichting langsheen de Schelde op Nederlands grondgebied van twee onbemande radarposten die het stroomgebied tussen Bath en Hansweert bestrijken en hun beelden automatisch met behulp van straalzenders naar het operatiecentrum te Zandvliet overdragen. De gelijktijdige werking van deze twee onbemande radarposten, samen met de bemande radarposten te Zandvliet en aan de Kruisschans, zou de coördinator in de hoofdpost de gelegenheid bieden de scheepvaartsituatie op het gedeelte van de Schelde gaande van bezuiden Hansweert tot de Royersluis waar te nemen.

De Permanente Commissarissen van Toezicht op de Scheldevaart hebben deze voorstellen grondig onderzocht en hebben een principiële overeenstemming bereikt, nadat in de loop der besprekingen reeds was overeengekomen het beperkt walradarproject te splitsen in twee uitvoeringsfasen, namelijk:

  • 1) De oprichting van het nieuw operatiecentrum voor de Schelde-Inlichtingendienst, uitgerust met VHF-zend- en ontvangradiostation en met overzichtradar.

    Nadat de door de Permanente Commissarissen aangestelde Belgische en Nederlandse deskundigen overeenstemming hadden bereikt aangaande de technische specificaties van de installaties, werd door de bevoegde Belgische diensten overgegaan tot de aanbesteding van de leveringen en werken. De kosten van deze apparatuur worden volledig door België gedragen.

  • 2) De oprichting op Nederlands grondgebied van de twee onbemande radarposten. De aangestelde deskundigen beraden zich thans over de technische specificaties van de installaties en de plaats van opstelling van de onbemande posten. De studie van deze deskundigen is erop gericht deze walradar-installaties zodanig op te vatten dat zij kunnen worden ingeschakeld in een eventueel later overeen te komen plan tot verdere uitbreiding van het radartoezicht op het Nederlands gedeelte van de Schelde.

    De oprichting der bedoelde onbemande radarposten op Nederlands gebied valt onder toepassing van het Belgisch-Nederlands verdrag van 23 oktober 1957 betreffende de verlichting en de bebakening van de Westerschelde en haar mondingen. Het tweede lid van artikel 6 van dit verdrag bepaalt inderdaad dat de aanschaffing, de plaatsing en het onderhoud van bedoelde installaties „door de zorgen van de Nederlandse Regering, in overleg met en voor rekening van de Belgische Regering” zullen dienen te geschieden.

    Op grond van genoemd bebakeningsverdrag en met verwijzing naar de overeenstemming bereikt in de schoot van de Permanente Commissie moge de Belgische Regering de Nederlandse Regering verzoeken haar toestemming te willen verlenen tot de oprichting en het gebruik op Nederlands grondgebied van de twee onbemande radarstations, als automatische relaisposten voor de centrale radarpost van het Belgisch operatiecentrum van de Schelde-Inlichtingendienst te Zandvliet.

De Ambassade van België benut deze gelegenheid om aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken de uitdrukking harer gans bijzondere hoogachting te hernieuwen.

's-Gravenhage, 5 oktober 1967.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

te 's-Gravenhage

Nr. II

MINISTERIE VAN

BUITENLANDSE ZAKEN

Directie Europa

Bureau West- en

Zuid-Europa

No. 198363

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken biedt de Ambassade van België zijn complimenten aan en heeft de eer de Ambassade in antwoord op Haar nota van 5 oktober 1967, no. 56/7790, betreffende de oprichting en het gebruik van twee onbemande radarstations op Nederlands grondgebied, het volgende mede te delen.

De Nederlandse Regering verleent hierbij haar toestemming voor de oprichting en het gebruik op Nederlands grondgebied langs de Westerschelde van twee onbemande radarstations, als automatische relaisposten voor de centrale radarpost van het Belgische operatiecentrum te Zandvliet van de in 1962 ten behoeve van de scheepvaart opgerichte Schelde-Inlichtingendienst, zulks onder de navolgende voorwaarden:

  • 1. Nederlands toezicht moet mogelijk zijn op het gebruik dat van bedoelde stations wordt gemaakt;

  • 2. het Belgisch personeel, dat de apparatuur van bedoelde stations bedient, moet voldoen aan door Nederland goedgekeurde bekwaamheidseisen;

  • 3. de door Nederland met het toezicht op het gebruik van bedoelde stations belaste functionarissen moeten kunnen ingrijpen, zodra de veiligheid van de scheepvaart op het Nederlandse gedeelte van de Schelde dit naar hun inzicht noodzakelijk maakt;

  • 4. de activiteiten van het walradarsysteem, althans voor wat betreft de scheepvaart op Nederlands gebied, moeten worden gestaakt, indien naar het oordeel van de Nederlandse Permanente Commissarissen van Toezicht op de Scheldevaart de veiligheid van de scheepvaart op Nederlands gebied door deze activiteiten wordt geschaad;

  • 5. de gehele apparatuur moet voldoen aan door Nederland goedgekeurde technische normen;

  • 6. de apparatuur moet van zodanige constructie zijn, dat aansluiting aan een eventuele latere uitbreiding van de radarketen langs de Schelde technisch niet in de weg wordt gestaan.

Het Belgische verzoek tot het bouwen van de radar stations en de Nederlandse toestemming daartoe onder de hoger omschreven voorwaarden moeten worden opgevat als een overeenstemming gelijk bedoeld in artikel 6 van het Verdrag van 23 oktober 1957 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, regelende de verlichting en de bebakening van de Westerschelde en haar mondingen. De radarstations zullen door de zorgen van de Nederlandse Regering in overleg met en voor rekening van de Belgische Regering worden aangeschaft, geplaatst en onderhouden op de voorwaarden als in artikel 5 van genoemd Verdrag overeengekomen.

De Nederlandse Regering behoudt zich het recht voor deze aangelegenheid opnieuw in overweging te nemen en de verleende toestemming alsmede de bovenstaande voorwaarden, na overleg met de Belgische Regering, te herzien, in geval van ingrijpende wijzigingen ter plaatse (bijvoorbeeld door uitvoering van het zogenaamde Baalhoekproject en/of andere grote waterstaatkundige werken).

's-Gravenhage, 22 november 1968.

Aan de Ambassade van België

te 's-Gravenhage

Nr. III

AMBASSADE VAN BELGIË

S/V

No. 56/1050

De Ambassade van België te 's-Gravenhage biedt aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken haar complimenten aan en heeft de eer het Departement, in antwoord op zijn nota d.d. 22 november 1968, no. 198363, betreffende de oprichting en het gebruik van twee onbemande radarstations op Nederlands grondgebied, het volgende mede te delen:

De Belgische Regering aanvaardt - met verwijzing naar de terzake bereikte overeenstemming in de schoot van de Permanente Commissie van Toezicht op de Schelde - de voorwaarden die de Nederlandse Regering in voornoemde nota van het Ministerie stelt voor het verlenen van haar toestemming voor de oprichting en het gebruik van de bedoelde radarstations.

De Ambassade van België benut deze gelegenheid om aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken de uitdrukking van hare gans bijzondere hoogachting te hernieuwen.

's-Gravenhage, 18 februari 1969.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken,

te 's-Gravenhage

Naar boven