DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK
No. 312 PR/CAB
Abidjan, 12 februari 1962.
Mijnheer de Ambassadeur,
Uwe Excellentie heeft mij op de hoogte willen stellen van het verlangen van de Nederlandse
Regering, met de Ivoorkust een overeenkomst aan te gaan, houdende enkele bepalingen
nopens het reizigersverkeer van onderdanen van Nederland en van de Ivoorkust die in
het bezit zijn van diplomatieke of dienstpaspoorten.
Ik heb de eer Uwer Excellentie mede te delen dat ik akkoord ga met de in Uw brief
No. 2432 vervatte modaliteiten en ik moge Uwer Excellentie verzoeken nota te nemen
van mijn instemming met de hiernavolgende bepalingen:
[Red: (Zie tekst brief Nr. I )]
Deze Overeenkomst zal in werking treden dertig dagen na de datum van deze brief en
zal gedurende een periode van een jaar van kracht blijven. Indien zij een maand voor
het eind van deze periode niet is opgezegd, zal zij stilzwijgend voor onbeperkte duur
worden verlengd. Elk der Partijen zal de Overeenkomst na de eerste periode van een
jaar kunnen opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Gelief, Excellentie, de uitdrukking van mijn bijzondere hoogachting wel te willen
aanvaarden.
(w.g.) FÉLIX HOUPHOUET-BOIGNY
Zijner Excellentie Arie Zaal,
Ambassadeur van Nederland
in de Ivoorkust.