Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] Esschebrügge-Coevorden; Rühlertwist- Nieuw-Schoonebeek), Bonn, 09-12-1966

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 19-12-1966 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenvoeging van de grenscontrole (Straelen-Arcen; Halle-Laagse Paal; Wielen-Veenebrugge; Esschebrügge-Coevorden; Rühlertwist- Nieuw-Schoonebeek)

Authentiek : NL

Nr. XXXI

AUSWÄRTIGES AMT

V3-81 SA 47

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Königlich Niederländischen Botschaft unter Bezugnahme auf Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebs Wechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 28. September 1966 – III B/3-Z 1108 (Nie)-132/66 – und das Schreiben des niederländischen Staatssekretärs der Finanzen vom 31. Oktober 1966 – D 6/7731 – zur Kenntnis genommen hat, mit denen gemäss Artikel 1 Absatz 4 Buchstabe a des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

Im Strassenverkehr werden die deutsche und die niederländische Grenzabfertigung wie folgt zusammengelegt:

I

  • 1. an der Strasse von Straelen nach Arcen auf deutschem Gebiet,

  • 2. an der Strasse von Halle nach Laagse Paal auf deutschem Gebiet,

  • 3. an der Strasse von Wielen—Vennebrügge nach Veenebrugge auf deutschem Gebiet,

  • 4. an der Strasse von Eschebrügge nach Coevorden auf deutschem Gebiet,

  • 5. an der Strasse von Rühlertwist nach Nieuw-Schoonebeek auf deutschem Gebiet.

II

Die Zonen im Sinne des Artikels 3 des Abkommens umfassen die zur Durchführung der Grenzabfertigung erforderlichen Diensträume und Anlagen einschliesslich der Rampen und angrenzenden Parkräume sowie

  • 1. einen Abschnitt der Strasse von Straelen nach Arcen von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 100 Metern, gemessen in Richtung Straelen, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 2. einen Abschnitt der Strasse von Halle nach Laagse Paal von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 77 Metern, gemessen in Richtung Halle, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 3. einen Abschnitt der Strasse von Wielen-Vennebrügge nach Veenebrugge von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 72 Metern, gemessen in Richtung Wielen—Vennebrügge, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 4. einen Abschnitt der Strasse von Eschebrügge nach Coevorden von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 210 Metern, gemessen in Richtung Eschebrügge, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 5. einen Abschnitt der Strasse von Rühlertwist nach Nieuw-Schoonebeek von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 173 Metern, gemessen in Richtung Rühlertwist, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland geht davon aus, dass die vorstehende Vereinbarung gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 durch diese Verbalnote und die Antwortnote der Königlich Niederländischen Botschaft bestätigt wird; sie schlägt vor, dass die Vereinbarung absprachegemäss am 19. Dezember 1966 in Kraft tritt, jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden kann und 6 Monate nach ihrer Kündigung ausser Kraft tritt.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlass, die Königlich Niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 8 Dezember 1966.

An die

Königlich Niederländische Botschaft

Nr. XXXII

AMBASSADE VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Nr. 16069

Note Verbale

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn note verbale van 8 december 1966, V3 - 81 SA 47, waarvan de inhoud als volgt luidt:

„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens, mede te delen, dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën van 28 september 1966 – III B/3-Z 1108(Nie)-132/66 – en van het schrijven van de Staatssecretaris van Financiën van het Koninkrijk der Nederlanden van 31 oktober 1966 – D 6/7731 –, waarbij conform artikel 1, lid 4, sub a der Overeenkomst de volgende regeling getroffen wordt:

I

Voor het verkeer over de weg worden de Duitse en Nederlandse grenscontrole als volgt samengevoegd:

  • 1. langs de weg van Straelen naar Arcen op Duits grondgebied,

  • 2. langs de weg van Halle naar Laagse Paal op Duits grondgebied,

  • 3. langs de weg van Wielen—Vennebrügge naar Veenebrugge op Duits grondgebied,

  • 4. langs de weg van Eschebrügge naar Coevorden op Duits grondgebied,

  • 5. langs de weg van Rühlertwist naar Nieuw-Schoonebeek op Duits grondgebied.

II

De zones in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst omvatten de voor de uitvoering van de grenscontrole benodigde dienstvertrekken en installaties met inbegrip van laadperrons en aangrenzende parkeerterreinen alsmede

  • 1. een gedeelte van de weg van Straelen naar Arcen vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 100 meter, gemeten in de richting Straelen vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg,

  • 2. een gedeelte van de weg van Halle naar Laagse Paal vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 77 meter, gemeten in de richting van Halle vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg,

  • 3. een gedeelte van de weg van Wielen—Vennebrügge naar Veenebrugge vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 72 meter, gemeten in de richting Wielen-Vennebrügge vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg,

  • 4. een gedeelte van de weg van Eschebrügge naar Coevorden vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 210 meter, gemeten in de richting Eschebrügge vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg,

  • 5. een gedeelte van de weg van Rühlertwist naar Nieuw-Schoonebeek vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 173 meter, gemeten in de richting Rühlertwist vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat er van uit dat bovenstaande regeling overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 bevestigd wordt door deze note verbale en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden; zij stelt voor dat de regeling, zoals overeengekomen, op 19 december 1966 in werking treedt, te allen tijde langs diplomatieke weg kan worden opgezegd en 6 maanden na opzegging buiten werking treedt.”

De Ambassade heeft de eer het Ministerie mede te delen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden er mede instemt, dat de note verbale van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst bedoelde bevestiging vormen van de in het voorgaande aangehaalde briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën van het Koninkrijk der Nederlanden en dat de regeling op 19 december 1966 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw haar bijzondere hoogachting te betuigen.

Bonn, 9 december 1966.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Bondsrepubliek Duitsland

te Bonn.

Naar boven