- 
                                             
(a) op iedere gewone zitting uit haar Leden, andere dan Toegevoegde Leden, een voorzitter
                                                en twee ondervoorzitters te kiezen die hun ambt uitoefenen tot aan de volgende gewone
                                                zitting;
                                           
                                          - 
                                             
(b) haar eigen huishoudelijk reglement vast te stellen, voor zover daarin niet op andere
                                                wijze in dit Verdrag is voorzien;
                                           
                                          - 
                                             
(c) tijdelijke of, op aanbeveling van de Raad, blijvende nevenorganen in te stellen, die
                                                zij noodzakelijk acht;
                                           
                                          - 
                                             
(d) de Leden te kiezen, die overeenkomstig artikel 17 in de Raad vertegenwoordigd zullen
                                                zijn;
                                           
                                          - 
                                             
(e) de verslagen van de Raad te ontvangen en te bestuderen en beslissingen te nemen omtrent
                                                iedere aangelegenheid die naar haar door de Raad worden verwezen;
                                           
                                          - 
                                             
(f) het werkprogramma van de Organisatie goed te keuren;
                                           
                                          - 
                                             
(g) de begroting goed te keuren en de geldelijke regelingen van de Organisatie vast te
                                                stellen overeenkomstig Hoofdstuk XIII;
                                           
                                          - 
                                             
(h) de uitgaven van de Organisatie te controleren en haar rekeningen goed te keuren;
                                           
                                          - 
                                             
(i) de taken van de Organisatie uit te oefenen met dien verstande, dat de Algemene Vergadering
                                                aangelegenheden bedoeld in artikel 2, letters (a) en (b), naar de Raad zal verwijzen,
                                                opdat deze de desbetreffende aanbevelingen of regelingen zal ontwerpen; met dien verstande
                                                voorts, dat aanbevelingen of regelingen die door de Raad aan de Algemene Vergadering
                                                zijn voorgelegd doch niet door de Algemene Vergadering zijn aanvaard, naar de Raad
                                                ter nadere bestudering zullen worden terugverwezen, vergezeld van eventueel door de
                                                Algemene Vergadering gemaakte opmerkingen;
                                           
                                          - 
                                             
(j) de Leden de goedkeuring aan te bevelen van voorschriften en richtlijnen betreffende
                                                de veiligheid ter zee en de voorkoming en bestrijding van de verontreiniging van de
                                                zee door schepen, en andere aangelegenheden betreffende de gevolgen van de scheepvaart
                                                voor het mariene milieu aan de Organisatie toegewezen door of krachtens internationale
                                                regelingen, of van de haar voorgelegde wijzigingen van zulke voorschriften en richtlijnen;
                                           
                                          - 
                                             
(k) de stappen te doen die zij geschikt acht om de technische samenwerking te bevorderen
                                                overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, letter (e), daarbij rekening houdend met
                                                de bijzondere behoeften van de ontwikkelingslanden;
                                           
                                          - 
                                             
(l) beslissingen te nemen met betrekking tot het bijeenroepen van een internationale conferentie
                                                of het volgen van een andere passende procedure voor het tot stand brengen van internationale
                                                overeenkomsten of van wijzigingen van internationale overeenkomsten zoals uitgewerkt
                                                door de Maritieme Veiligheidscommissie, de Juridische Commissie, de Commissie ter
                                                bescherming van het mariene milieu, de Commissie inzake Technische Samenwerking, de
                                                Vereenvoudigingscommissie of door andere organen van de Organisatie;
                                           
                                          - 
                                             
(m) iedere aangelegenheid die binnen het werkterrein van de Organisatie valt, ter bestudering
                                                of beslissing naar de Raad te verwijzen, met dien verstande evenwel dat de taak aanbevelingen
                                                te doen overeenkomstig letter (j) van dit artikel, niet kan worden gedelegeerd.