No.267
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van het Koninkrijk Lesotho haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen
naar de Nota van het Ministerie van 18 januari 1972, No. FR/TRT/16-2, die als volgt
luidt:
[Red: (zoals in Nr. I)]
De Ambassade heeft de eer het Ministerie mede te delen dat de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden het voorstel van de Regering van het Koninkrijk Lesotho aanvaardt
dat het Verdrag tussen Nederland en Groot-Brittannië houdende bepalingen tot het vergemakkelijken
van rechtsgedingen in burgerlijke zaken en handelszaken, ondertekend te Londen op
31 mei 1932, bindend zal zijn tussen het Koninklijk der Nederlanden en het Koninkrijk
Lesotho, met dien verstande dat met betrekking tot het Koninkrijk Lesotho het Verdrag
zal worden gewijzigd door de woorden „Senior Master of the Supreme Court of Judicature”
te vervangen door „Master of the High Court of Lesotho”, overal waar deze in de tekst
voorkomen.
De Ambassade heeft de eer het Ministerie verder mede te delen dat de Regering van
het Koninkrijk der Nederlanden bereid is een overeenkomst in dien zin aan te gaan
met de Regering van het Koninkrijk Lesotho.
De Nederlandse Regering stelt echter voor dat deze overeenkomst, die zal worden gevormd
door de Nota van het Ministerie van 18 januari 1972, No. FR/TRT/16-2, deze Nota en
de Nota van het Ministerie als bevestigend antwoord daarop, op zodanige wijze zal
worden toegepast dat aanvragen van de bevoegde rechterlijke autoriteit in het ene
land aan de bevoegde rechterlijke autoriteit in het andere land om betekening van
gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken of om bewijslevering, kunnen worden geadresseerd
en verzonden in overeenstemming met het bepaalde in en krachtens het Verdrag van 1932,
dan wel rechtstreeks kunnen geschieden tussen deze rechterlijke autoriteiten.
De Nederlandse Regering stelt verder voor dat deze overeenkomst van kracht zal worden
op de datum waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de Regering van
het Koninkrijk Lesotho schriftelijk heeft medegedeeld, dat aan de in het Koninkrijk
der Nederlanden voor deze overeenkomst grondwettelijk vereiste procedures is voldaan,
en dat deze overeenkomst ten aanzien van het Koninkrijk der Nederlanden van toepassing
zal zijn op het grondgebied van het Koninkrijk in Europa en op de Nederlandse Antillen.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
om de verzekering van haar zeer bijzondere hoogachting jegens het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van het Koninkrijk Lesotho te hernieuwen.
Pretoria, 17 januari 1975