De Overeenkomstsluitende Staten,
Erkennende dat de in het wild levende dier- en plantesoorten door hun schoonheid en
verscheidenheid een onvervangbaar onderdeel vormen van de natuurlijke stelsels, dat
moet worden beschermd ten behoeve van de huidige en komende generaties;
Zich bewust van de steeds toenemende waarde van in het wild levende dier- en plantesoorten,
uit een esthetisch, wetenschappelijk, cultureel, recreatief en economisch oogpunt;
Erkennende dat de volken en Staten de beste beschermers van hun in het wild levende
dier- en plantesoorten zijn en behoren te zijn;
Bovendien erkennende dat internationale samenwerking van wezenlijk belang is voor
de bescherming van bepaalde in het wild levende dier- en plantesoorten tegen overmatige
exploitatie ten gevolge van de internationale handel;
Overtuigd van de dringende noodzaak hiertoe passende maatregelen te nemen;