De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Denemarken;
Geleid door de wens de ontwikkeling van het personen- en goederenvervoer tussen hun
beide landen in het belang van hun economische betrekkingen te bevorderen;
Besloten hebbende een overeenkomst te sluiten ten einde de bestaande faciliteiten
te bevestigen en verdere faciliteiten te scheppen,
Zijn als volgt overeengekomen:
De Overeenkomstsluitende Partijen staan overeenkomstig de desbetreffende verordeningen
van de Europese Economische Gemeenschap vervoerders, die op het grondgebied van de
andere Overeenkomstsluitende Partij zijn gevestigd toe, zonder bijzondere vergunningen
de volgende vormen van internationaal ongeregeld vervoer naar en over haar grondgebied
uit te voeren:
-
a. gesloten rondritten;
-
b. vervoer waarbij de heenreis met reizigers en de terugreis zonder reizigers plaatsvindt;
-
c. vervoer waarbij de heenreis zonder reizigers plaatsvindt op voorwaarde dat alle reizigers
op dezelfde plaats worden opgenomen en dat zij
-
(i) in groepsverband reizen volgens vervoersovereenkomsten, gesloten vóór hun aankomst
in het land waar zij zullen worden opgenomen; of
-
(ii) reeds op een eerder tijdstip door dezelfde vervoerder overeenkomstig het bepaalde,
als bedoeld in letter b, werden vervoerd naar het land, waar zij zullen worden opgenomen
en vervolgens uit dit land worden vervoerd, of
-
(iii) zijn uitgenodigd zich naar het land van de andere Overeenkomstsluitende Partij te
begeven, waarbij de vervoerskosten ten laste komen van degene die deze uitnodiging
deed. Deze reizigers dienen een homogene groep te vormen, die niet uitsluitend met
het oog op het vervoer is samengesteld.
Aanvragen voor vergunningen voor andere vormen van internationaal ongeregeld vervoer
dienen te worden gericht aan de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende
Partij op wier grondgebied de vervoerder is gevestigd, die deze aanvragen met hun
opmerkingen doorzenden aan de bevoegde autoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende
Partij.
Aanvragen voor vergunningen voor internationaal pendelvervoer worden door de bevoegde
autoriteiten van de beide Overeenkomstsluitende Partijen beoordeeld overeenkomstig
de desbetreffende verordeningen van de Europese Economische Gemeenschap.
Aanvragen voor vergunningen voor internationaal geregeld vervoer worden door de bevoegde
autoriteiten van de beide Overeenkomstsluitende Partijen beoordeeld overeenkomstig
de desbetreffende verordeningen van de Europese Economische Gemeenschap.
Het bepaalde in de artikelen 1 t/m 4 is van toepassing op motorvoertuigen die staan
ingeschreven of worden gebruikt voor het vervoer van meer dan negen personen, de bestuurder
inbegrepen.
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen staat vervoerders die op het grondgebied van
de andere Overeenkomstsluitende Partij zijn gevestigd en die in het bezit zijn van
een nationale vergunning voor het internationale goederenvervoer, toe zonder bijzondere
vergunningen goederenvervoer te verrichten
-
a. tussen enige plaats op haar grondgebied en enige plaats op het grondgebied van de
andere Overeenkomstsluitende Partij,
-
b. tussen enige plaats in een derde land en enige plaats op haar grondgebied,
-
c. in doorvoer over haar grondgebied.
Niets in deze Overeenkomst wordt geacht vervoerders die op het grondgebied van een
der Overeenkomstsluitende Partijen zijn gevestigd, toe te staan goederen te vervoeren
die zijn geladen op enige plaats op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij naar enige andere plaats op hetzelfde grondgebied.
Tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald, dienen vervoerders die op het grondgebied
van een der Overeenkomstsluitende Partijen zijn gevestigd, de wetten die van kracht
zijn op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij na te leven.
-
1 In geval van overtreding van de bepalingen van deze Overeenkomst of van de wetten
en verordeningen die van kracht zijn op het grondgebied van een van de Overeenkomstsluitende
Partijen door een vervoerder die is gevestigd op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij, kunnen de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij op wier
grondgebied de overtreding plaatsvond, onder voorbehoud van de straf wettelijke bepalingen
die in beide landen van kracht zijn, de vervoerder hetzij tijdelijk, hetzij blijvend
uitsluiten van het verrichten van vervoersdiensten op het grondgebied van deze Overeenkomstsluitende
Partij. Een zodanige beslissing wordt niet genomen dan na overleg met de autoriteiten
van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
-
3 Indien geen beslissing tot uitsluiting is genomen, kan de bevoegde autoriteit van
de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied de overtreding plaatsvond, de
bevoegde autoriteit van de andere Overeenkomstsluitende Partij in kennis stellen van
de overtreding, en deze autoriteit neemt de maatregelen waarin haar nationale wetgeving
voorziet.
-
1 Voertuigen van vervoerders die gevestigd zijn op het grondgebied van een van de Overeenkomstsluitende
Partijen, zijn bij het verrichten van internationaal vervoer overeenkomstig het bepaalde
in deze Overeenkomst, vrijgesteld van belastingen en heffingen op het rijden met of
het bezit van motorvoertuigen, alsmede van bijzondere belastingen of heffingen op
vervoer verricht op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
-
1 De zich in de normale reservoirs van de in artikel 10 genoemde voertuigen bevindende
brandstof, alsmede de smeermiddelen en reservedelen die voor deze voertuigen bestemd
zijn, zijn op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij zonder enig
verbod of enige beperking vrijgesteld van invoerrechten en invoerbelastingen.
De bevoegde autoriteiten van de beide Overeenkomstsluitende Partijen zullen elkaar
raadplegen over alle vraagstukken die uit de toepassing van deze Overeenkomst voortvloeien.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst alleen van toepassing
op het in Europa gelegen grondgebied van het Koninkrijk.