AMBASSADE VAN HET
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
No. 12.569
Bonn, 24 november 1975.
Mijnheer de Staatssecretaris,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw nota van 29 september jl., kenmerk
514-553.70/10 NLD, waarvan de inhoud in de Nederlandse taal als volgt luidt:
„Ik heb de eer te verwijzen naar het Verdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke
landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende
verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende
vraagstukken, alsmede naar de werkzaamheden van de krachtens Artikel 3 van het Grensverdrag
ingestelde Duits-Nederlandse Grenscommissie en van haar technische werkgroep en uit
naam van de Regering der Bondsrepubliek Duitsland de volgende Overeenkomst met betrekking
tot het in werking treden van de definitieve grens bij de Molenbeek (Jonge Worm) en
de Rammelbeek voor te stellen:
-
1. Op de datum van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst treden in werking:
-
a) de grenswijzigingen volgens Artikel 2 en Bijlage B, § 3, van het Grensverdrag in de
genormaliseerde Molenbeek tussen een punt dat ongeveer 250 meter ten noordoosten van
grenssteen 361 ligt op de bestaande grens, en grenssteen 362;
-
b) de grenswijzigingen volgens Artikel 2 en Bijlage B, § 5, van het Grensverdrag in de
genormaliseerde Rammelbeek.
-
2. De artikelen 7 en 8 van het Grensverdrag vinden overeenkomstige toepassing op de grenswijzigingen
conform paragraaf 1, letter a) en b), van deze nota.
-
3. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op het Land Berlijn, tenzij de Regering van
de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden na het in werking treden van deze
Overeenkomst een tegenovergestelde verklaring afgeeft tegenover de Regering van het
Koninkrijk der Nederlanden.
Indien Uw Regering zich met dit voorstel kan verenigen, heb ik de eer verder voor
te stellen dat deze nota en de daarmede overeenstemmende antwoordnota van Uw Excellentie
een Overeenkomst tussen onze beide Regeringen vormen, die in werking treedt een maand
na de datum waarop de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland aan de Regering van
het Koninkrijk der Nederlanden zal hebben medegedeeld dat in de Bondsrepubliek Duitsland
aan de vereiste interne voorwaarden is voldaan.”.
Ik heb de eer te Uwer kennis te brengen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
zich met de voorstellen vervat in Uw hogergenoemde Nota kan verenigen en dat Uw nota
en mijn nota een Overeenkomst zullen vormen tussen onze beide Regeringen, die in werking
zal treden een maand na de datum waarop de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland
aan de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden zal hebben medegedeeld dat in de
Bondsrepubliek Duitsland aan de vereiste interne voorwaarden is voldaan.
Gelief, Mijnheer de Staatssecretaris, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting
wel te willen aanvaarden.
De Ambassadeur,
(w.g.) D. VAN LYNDEN
D. W. Baron van Lynden
Zijner Excellentie
Dr. Waker Gehlhoff
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken