No. 6438
Nota-verbaal
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van
Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland de ontvangst te bevestigen van
zijn nota-verbaal nr. 510.511.13 NLD d.d. 30 mei 1974 waarvan de inhoud in de Nederlandse
taal als volgt luidt:
„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk
der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, lid 5 van de overeenkomst van 30
mei 1958 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens
de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations
en van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens, mede te delen, dat de Regering
van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van de brief van de Bondsminister
van Financiën van 18 maart 1974, III B 8 - Z 1108 (Nie) - 31/74 - en van de brief
van de Nederlandse Minister van Financiën van 5 april 1974 - B 74/6913 - waarbij overeenkomstig
artikel 1, lid 4 sub a van de overeenkomst de volgende regeling wordt getroffen:
Aan de grensovergang Hebelermeer-Zwartemeer wordt de Duitse en de Nederlandse grenscontrole
op Duits grondgebied samengevoegd.
De zône in de zin van artikel 3 van de overeenkomst omvat:
-
1. de voor de uitvoering van de grenscontrole benodigde dienstvertrekken en installaties,
-
2. een gedeelte van de weg van Emmen naar Meppen vanaf de gemeenschappelijke grens tot
op een afstand van 155 m., gemeten in de richting Meppen vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke
grens met de middellijn van de weg,
-
3. het langs de zuidzijde van de douane lopende weggedeelte vanaf de gemeenschappelijke
grens tot aan het punt waar deze uitloopt in de weg van Emmen naar Meppen.
De regeling wordt overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de overeenkomst bevestigd en
in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt in de diplomatieke
nota's vastgelegd.
Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt
zes maanden na opzegging buiten werking.
De regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat bovenstaande regeling
overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd
door deze nota-verbaal en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der
Nederlanden en dat deze regeling op 30 mei 1974 in werking treedt”.
De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen, dat
de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden ermede instemt, dat de verbaalnota
van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5 van de overeenkomst
bedoelde bevestiging vormen van de hierboven aangehaalde briefwisseling tussen de
Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Minister van Financiën en dat deze regeling
op 30 mei 1974 in werking treedt.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland haar bijzondere
hoogachting te betuigen.
Bonn, 30. Mai 1974.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de Bondsrepubliek Duitsland
te
Bonn