Het Koninkrijk België,
                                    
                                    de Tsjechische Republiek,
                                    
                                    het Koninkrijk Denemarken,
                                    
                                    de Bondsrepubliek Duitsland,
                                    
                                    de Republiek Estland,
                                    
                                    de Helleense Republiek,
                                    
                                    het Koninkrijk Spanje,
                                    
                                    de Franse Republiek,
                                    
                                    Ierland,
                                    
                                    de Italiaanse Republiek, 
                                    
                                    de Republiek Cyprus,
                                    
                                    de Republiek Letland,
                                    
                                    de Republiek Litouwen,
                                    
                                    het Groothertogdom Luxemburg,
                                    
                                    de Republiek Hongarije,
                                    
                                    de Republiek Malta,
                                    
                                    het Koninkrijk der Nederlanden,
                                    
                                    de Republiek Oostenrijk,
                                    
                                    de Republiek Polen,
                                    
                                    de Portugese Republiek,
                                    
                                    de Republiek Slovenië,
                                    
                                    de Slowaakse Republiek,
                                    
                                    de Republiek Finland,
                                    
                                    het Koninkrijk Zweden,
                                    
                                    het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
                                    
                                    Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het Verdrag betreffende de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd, en van
                                    
                                    De Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
                                    
                                    hierna „de Gemeenschap” genoemd,
                                    
                                    enerzijds, en
                                    
                                    De gevolmachtigden van de Republiek Albanië, hierna „Albanië” genoemd,
                                    
                                    anderzijds,
                                    
                                    Gelet op de sterke banden tussen de partijen en de waarden die zij gemeen hebben,
                                       hun verlangen deze banden nog te versterken en op wederkerigheid en wederzijds belang
                                       gebaseerde nauwe en langdurige betrekkingen tot stand te brengen die Albanië in staat
                                       moeten stellen de betrekkingen met de Gemeenschap en haar lidstaten te versterken
                                       en uit te breiden, welke voorheen via de Overeenkomst inzake handel en commerciële
                                       en economische samenwerking van 1992 met de Gemeenschap tot stand zijn gebracht;
                                    
                                    Gelet op het belang van deze overeenkomst voor het stabilisatie- en associatieproces
                                       met de landen van Zuidoost-Europa voor de totstandbrenging en handhaving van een op
                                       samenwerking gebaseerde stabiele orde in Europa, waarvan de Europese Unie een steunpilaar
                                       is, en voor het stabiliteitspact;
                                    
                                    Gelet op de verbintenis van de partijen dat zij met alle mogelijke middelen zullen
                                       bijdragen tot politieke, economische en institutionele stabilisatie, in Albanië en
                                       in de gehele regio, door de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en door
                                       democratisering, institutionele opbouw en hervorming van het openbaar bestuur, regionale
                                       handelsintegratie en versterkte economische samenwerking, alsmede door samenwerking
                                       op veel uiteenlopende gebieden, met name op het gebied van justitie en binnenlandse
                                       zaken, en versterking van de nationale en regionale veiligheid;
                                    
                                    Gelet op de verbintenis van de partijen om de politieke en economische vrijheden te
                                       stimuleren als grondslag van deze overeenkomst, de mensenrechten te eerbiedigen en
                                       de rechtsstaat te handhaven, inclusief de rechten van leden van nationale minderheden,
                                       alsmede de democratische beginselen, op basis van een meerpartijenstelsel met vrije
                                       en eerlijke verkiezingen;
                                    
                                    Gelet op de verbintenis van de partijen om volledig uitvoering te geven aan alle beginselen
                                       en bepalingen van het Handvest van de Verenigde Naties, de OVSE, met name die van de Slotakte van Helsinki, de slotdocumenten van de conferenties
                                       van Madrid en Wenen, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa, en het Stabiliteitspact
                                       voor Zuidoost-Europa, teneinde bij te dragen tot regionale stabiliteit en samenwerking
                                       tussen de landen van de regio;
                                    
                                    Gelet op de gehechtheid van de partijen aan de beginselen van de vrijemarkteconomie
                                       en de bereidheid van de Gemeenschap om aan de economische hervormingen in Albanië
                                       bij te dragen;
                                    
                                    Gelet op het belang dat de partijen hechten aan vrijhandel, overeenkomstig de rechten
                                       en verplichtingen die voortvloeien uit de WTO;
                                    
                                    Gelet op de wens van de partijen om de regelmatige politieke dialoog over bilaterale
                                       en internationale vraagstukken van wederzijds belang verder te ontwikkelen, met inbegrip
                                       van regionale aspecten, rekening houdend met het gemeenschappelijk buitenlands en
                                       veiligheidsbeleid van de Europese Unie;
                                    
                                    Gelet op de verbintenis van de partijen om de georganiseerde misdaad te bestrijden
                                       en beter samen te werken in de strijd tegen terrorisme, op basis van de verklaring
                                       van de Europese Conferentie van 20 oktober 2001;
                                    
                                    Overtuigd dat deze overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun onderlinge
                                       economische betrekkingen, in het bijzonder voor de ontwikkeling van handel en investeringen,
                                       factoren van cruciaal belang voor de economische herstructurering en modernisering;
                                       
                                    
                                    Gelet op de verbintenis van Albanië om zijn wetgeving aan te passen aan die van de
                                       Gemeenschap en om die daadwerkelijk ten uitvoer te leggen;
                                    
                                    Rekening houdend met de bereidheid van de Gemeenschap om doorslaggevende steun te
                                       verlenen voor de tenuitvoerlegging van hervormingen en daartoe gebruik te maken van
                                       alle beschikbare instrumenten voor samenwerking en technische, financiële en economische
                                       bijstand, op een brede, indicatieve meerjarige basis;
                                    
                                    Bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst die binnen de toepassingssfeer
                                       van deel III, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, het Verenigd Koninkrijk en Ierland binden als afzonderlijke verdragsluitende
                                       partijen, en niet als deel van de Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk
                                       of Ierland (al naargelang van het geval) Albanië ervan in kennis stelt dat het Verenigd
                                       Koninkrijk of Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeenschap overeenkomstig
                                       het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan die verdragen is gehecht;
                                    
                                    Wijzend op de top van Zagreb, waarop werd opgeroepen tot verdere consolidatie van
                                       de betrekkingen tussen de landen die deel uitmaken van het stabilisatie- en associatieproces
                                       en de Europese Unie, alsmede tot intensievere samenwerking in de regio;
                                    
                                    Eraan herinnerend dat de top van Thessaloniki het stabilisatie- en associatieproces
                                       heeft bevestigd als het beleidskader voor de betrekkingen van de Europese Unie met
                                       de landen op de Westelijke Balkan en dat die landen naargelang van hun individuele
                                       voortgang en prestaties met betrekking tot de hervormingen uitzicht hebben op toetreding
                                       tot de Europese Unie;
                                    
                                    Wijzend op het Memorandum van Overeenstemming inzake handelsbevordering en liberalisering,
                                       dat op 27 juni 2001 is ondertekend in Brussel en waarbij Albanië zich, samen met andere
                                       landen in de regio, ertoe heeft verbonden onderhandelingen te voeren over een netwerk
                                       van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten, ter versterking van het vermogen van de
                                       regio om investeringen aan te trekken en om de vooruitzichten op integratie van de
                                       regio in de wereldeconomie te verbeteren;
                                    
                                    Wijzend op de bereidheid van de Europese Unie om Albanië zo volledig mogelijk te integreren
                                       in de politieke en economische hoofdstroom van Europa, en op de status van het land
                                       als een potentiële kandidaat voor het lidmaatschap van de Europese Unie op basis van
                                       het Verdrag betreffende de Europese Unie en het voldoen aan de door de Europese Raad in juni 1993 gedefinieerde criteria,
                                       onder voorbehoud van de succesvolle tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met name
                                       wat betreft regionale samenwerking,