De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Regering van de Unie der Socialistische Sovjetrepublieken,
hierna aangeduid als de Overeenkomstsluitende Partijen,
geleid door de wens de van oudsher tussen hun landen bestaande vriendschapsbanden
te versterken, de economische betrekkingen tussen hen uit te breiden en te intensiveren,
met name wat investeringen door investeerders van de ene Overeenkomstsluitende Partij
op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij betreft,
In het besef dat overeenstemming over het toekennen van een eerlijke en rechtvaardige
behandeling aan zulke investeringen het kapitaalverkeer en de uitwisseling van technologie
tussen, alsmede de economische ontwikkeling van de Overeenkomstsluitende Partijen
zal stimuleren;
zijn als volgt overeengekomen:
Voor de toepassing van deze Overeenkomst:
-
a) omvat de term „investeerder” met betrekking tot ieder der Overeenkomstsluitende Partijen:
-
(i) natuurlijke personen die de nationaliteit van die Overeenkomstsluitende Partij bezitten
in overeenstemming met haar recht en die het recht hebben in overeenstemming met de
wetten van hun land investeringen te doen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij;
-
(ii) rechtspersonen die zijn opgericht krachtens het recht van die Overeenkomstsluitende
Partij en die het recht hebben in overeenstemming met de wetten van hun land investeringen
te doen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij;
-
b) omvat de term „investering” alle soorten vermogensbestanddelen die worden geïnvesteerd,
hetzij rechtstreeks hetzij door tussenkomst van een investeerder van een derde Staat,
door investeerders van de ene Overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied van
de andere Overeenkomstsluitende Partij in overeenstemming met de wetten van de laatstbedoelde
Overeenkomstsluitende Partij, daaronder begrepen in het bijzonder, doch niet uitsluitend:
-
(i) goederen zoals gebouwen en uitrusting en alle desbetreffende eigendomsrechten;
-
(ii) kapitaal, alsmede rechten ontleend aan aandelen, obligaties en andere vormen van deelneming;
-
(iii) recht op geld of op andere vermogensbestanddelen of prestaties die economische waarde
hebben;
-
(iv) rechten op het gebied van de intellectuele eigendom, technische werkwijzen en kennis;
-
(v) rechten tot het ondernemen van commerciële werkzaamheden, daaronder begrepen rechten
tot het opsporen, exploreren, ontginnen en exploiteren van natuurlijke rijkdommen,
verleend krachtens een contract of krachtens de wetgeving van de Overeenkomstsluitende
Partij op wier grondgebied deze werkzaamheden worden ondernomen.
-
c) is deze Overeenkomst van toepassing op het grondgebied van ieder der Overeenkomstsluitende
Partijen, alsmede op maritieme gebieden die zich uitstrekken tot voorbij de territoriale
zee van ieder der Overeenkomstsluitende Partijen, in welke zij in overeenstemming
met het internationale recht hun soevereine rechten of rechtsmacht uitoefenen voor
het exploreren, exploiteren en instandhouden van natuurlijke rijkdommen.
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen bevordert, binnen het kader van haar wetten
en voorschriften, de economische samenwerking door middel van de bescherming op haar
grondgebied van investeringen van investeerders van de andere Overeenkomstsluitende
Partij. Met inachtneming van haar recht de door haar wetten of voorschriften verleende
bevoegdheden uit te oefenen, laat elke Overeenkomstsluitende Partij dergelijke investeringen
toe.
-
1 Elke Overeenkomstsluitende Partij waarborgt een eerlijke en rechtvaardige behandeling
van de investeringen van investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij
en belemmert niet, door onredelijke of discriminatoire maatregelen, de werking, het
beheer, de instandhouding, het gebruik, het genot of de vervreemding daarvan door
deze investeerders. Elke Overeenkomstsluitende Partij kent dergelijke investeringen
volledige zekerheid en bescherming toe.
-
5 Indien de wetsbepaling van één van beide Overeenkomstsluitende Partijen of verplichtingen
krachtens internationale verdragen die thans bestaan of op een later tijdstip tussen
de Overeenkomstsluitende Partijen tot stand komen een regeling bevatten, in het algemeen
dan wel in het bijzonder, die aan investeringen van investeerders van de andere Overeenkomstsluitende
Partij een gunstiger behandeling toekennen dan voorzien in de onderhavige Overeenkomst,
heeft die regeling, voor zover zij gunstiger is, voorrang boven de onderhavige Overeenkomst.
Elke Overeenkomstsluitende Partij waarborgt de investeerders van de andere Overeenkomstsluitende
Partij dat hun betalingen die verband houden met de investering kunnen worden overgemaakt.
Overmaking geschiedt in vrij inwisselbare valuta, zonder onredelijke beperking of
vertraging. Dergelijke overmakingen omvatten in het bijzonder, doch niet uitsluitend:
-
a) winsten, interesten, dividenden, royalty's, honoraria en andere lopende inkomsten;
-
b) de opbrengst van de verkoop of liquidatie van de investering, die toekomt aan de investeerder;
-
c) gelden voor terugbetaling van leningen;
-
d) het niet-uitgegeven gedeelte van lonen en andere beloningen die toekomen aan de onderdanen
van de ene Overeenkomstsluitende Partij die werkzaam zijn op het grondgebied van de
andere Overeenkomstsluitende Partij in verband met een investering.
Elke Overeenkomstsluitende Partij waarborgt, in overeenstemming met haar op het tijdstip
van ondertekening van deze Overeenkomst van kracht zijnde wetgeving, de vrije overmaking
van inwisselbare valuta van ondernemingen waarin investeerders van de andere Overeenkomstsluitende
Partij deelnemen, onder andere voor het verwerven van grondstoffen of hulpmaterialen,
halffabrikaten of eindprodukten, voor de vervanging van kapitaalgoederen van een onderneming
of voor de ontwikkeling van een investering.
Geen der Overeenkomstsluitende Partijen neemt maatregelen waardoor aan investerders
van de andere Overeenkomstsluitende Partij hun investeringen worden ontnomen, of maatregelen
die een soortgelijke uitwerking hebben, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a) De maatregelen worden genomen in het openbaar belang en met inachtneming van een behoorlijke
rechtsgang;
-
b) De maatregelen zijn niet discriminatoir;
-
c) De maatregelen gaan vergezeld van een regeling voor de betaling van een billijke schadeloosstelling.
Deze schadeloosstelling dient overeen te komen met de werkelijke waarde van de desbetreffende
investeringen en dient, wil zij doeltreffend zijn voor de gerechtigden, zonder onredelijke
vertraging te worden betaald en vrij te kunnen worden overgemaakt in een vrij inwisselbare
valuta die door de gerechtigden wordt aanvaard.
Aan investeerders van de ene Overeenkomstsluitende Partij die verliezen lijden met
betrekking tot hun investeringen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij wegens oorlog of een ander gewapend conflict, een nationale noodtoestand, burgerlijke
ongeregeldheden of andere uitzonderlijke omstandigheden, wordt door de laatstbedoelde
Overeenkomstsluitende Partij wat restitutie, schadevergoeding, schadeloosstelling
of een andere regeling betreft, een eerlijke en rechtvaardige behandeling toegekend,
die in ieder geval niet minder gunstig is dan die welke wordt toegekend aan investeerders
van een derde Staat. Desbetreffende betalingen worden zonder uitstel gedaan en dienen
vrij te kunnen worden overgemaakt.
-
1 Indien de investeringen van een investeerder van de ene Overeenkomstsluitende Partij
krachtens een bij wet ingesteld stelsel of krachtens een contract verzekerd zijn tegen
niet-commerciële risico's, wordt de subrogatie van de verzekeraar of de herverzekeraar
in de rechten van de bedoelde investeerder ingevolge de voorwaarden van deze verzekering
door de andere Overeenkomstsluitende Partij erkend.
-
2 Geschillen met betrekking tot het bedrag van of de procedure voor betaling van een
schadeloosstelling krachtens artikel 6 van deze Overeenkomst of met betrekking tot
de vrije overmaking zoals omschreven in artikel 4 van de Overeenkomst, die niet in
der minne kunnen worden geschikt binnen een tijdvak van zes maanden vanaf de datum
waarop één der partijen bij het geschil om een minnelijke schikking heeft verzocht,
kunnen door de investeerder worden onderworpen aan internationale arbitrage of bemiddeling.
-
4 Wat de samenstelling en procedures van het scheidsgerecht betreft, worden de bepalingen
van het tweede tot en met het achtste lid van artikel 13 op dienovereenkomstige wijze
toegepast. Niettemin wordt de President van het Instituut voor Arbitrage van de Kamer
van Koophandel te Stockholm verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
De bepalingen van de Overeenkomst zijn vanaf de datum van inwerkingtreding daarvan
tevens van toepassing op investeringen die zijn gedaan op of na 1 januari 1969.
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden is deze Overeenkomst van toepassing op
het Koninkrijk der Nederlanden als geheel, tenzij in de mededeling voorzien in artikel
14, eerste lid, anders wordt bepaald.
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan aan de andere Partij voorstellen overleg
te plegen omtrent aangelegenheden betreffende de uitlegging of toepassing van deze
Overeenkomst. De andere Partij neemt dit overleg in welwillende overweging en biedt
daartoe passende gelegenheid.
-
1 Geschillen tussen de Overeenkomstsluitende Partijen betreffende de uitlegging of de
toepassing van deze Overeenkomst die niet binnen een redelijke termijn door middel
van diplomatieke onderhandelingen kunnen worden beslecht, worden, tenzij de Overeenkomstsluitende
Partijen anderszins zijn overeengekomen, op verzoek van één van beide Overeenkomstsluitende
Partijen voorgelegd aan een scheidsgerecht.
-
2 Het scheidsgerecht wordt samengesteld uit drie leden. Elke Overeenkomstsluitende Partij
benoemt één scheidsman en de twee aldus benoemde scheidsmannen benoemen tezamen een
derde scheidsman, die geen onderdaan van één der Overeenkomstsluitende Partijen is,
tot hun voorzitter.
-
3 Indien één van beide Overeenkomstsluitende Partijen nalaat haar scheidsman te benoemen
en die benoeming niet verricht binnen twee maanden na een verzoek daartoe van de andere
Overeenkomstsluitende Partij, kan de laatstgenoemde Overeenkomstsluitende Partij de
President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming
te verrichten.
-
5 Indien, in de gevallen voorzien in het derde en vierde lid van dit artikel, de President
van het Internationale Gerechtshof verhinderd is genoemde functie uit te oefenen of
onderdaan is van één der Overeenkomstsluitende Partijen, wordt de Vice-President van
het Internationale Gerechtshof verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
Indien de Vice-President verhinderd is genoemde functie uit te oefenen of onderdaan
is van één der Overeenkomstsluitende Partijen, wordt het lid van het Gerechtshof dat
het hoogst in anciënniteit is, beschikbaar is en geen onderdaan is van één der Overeenkomstsluitende
Partijen, verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
-
6 Het scheidsgerecht doet uitspraak op basis van eerbiediging van het recht. Alvorens
uitspraak te doen, kan het scheidsgerecht in elke stand van het geding een minnelijke
schikking van het geschil aan de Overeenkomstsluitende Partijen voorstellen. De voorgaande
bepalingen doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van het scheidsgerecht in het geschil
een uitspraak te doen op grond van het beginsel van billijkheid, indien de Overeenkomstsluitende
Partijen daarmee instemmen.
-
1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de dertigste dag volgend op de datum waarop
de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de
in hun onderscheiden landen hiertoe constitutioneel vereiste procedures is voldaan,
en zij blijft van kracht gedurende een tijdvak van vijftien jaar.
-
2 Tenzij door één van beide Overeenkomstsluitende Partijen ten minste zes maanden vóór
de datum van verstrijken van de geldigheidsduur mededeling van beëindiging is gedaan,
wordt deze Overeenkomst telkens stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van tien jaar,
waarbij iedere Overeenkomstsluitende Partij zich het recht voorbehoudt de Overeenkomst
te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden voor
de datum van verstrijken van de lopende termijn van geldigheid.