Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende [...] landsgrens door de bouw van een grensbrug, Bonn, 13-04-2005

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-10-2007 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de aansluiting van de Nederlandse regionale weg N 297n en de Duitse rijksweg B 56n op de gemeenschappelijke landsgrens door de bouw van een grensbrug

Authentiek : NL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de aansluiting van de Nederlandse regionale weg N 297n en de Duitse rijksweg B 56n op de gemeenschappelijke landsgrens door de bouw van een grensbrug

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Bondsrepubliek Duitsland

Geleid door de wens het wegverkeer tussen de beide Staten alsmede het doorgaand verkeer over hun grondgebieden te vereenvoudigen en het trans-Europese wegennet te completeren,

Verlangend de goede onderlinge betrekkingen als nabuurlanden te bevorderen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Onderwerp en doel van het Verdrag

  • 1 De rijksweg B 56n op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland en de regionale weg N 297n op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden worden op de gemeenschappelijke landsgrens in de omgeving van Selfkant / Echt-Susteren op elkaar aangesloten. Ten dien einde wordt op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland en op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden een grensoverschrijdende brug over de Roode Beek gebouwd.

  • 2 Het tracé verloopt op Duits grondgebied ten noorden van Millen, gemeente Selfkant, en op Nederlands grondgebied ten noorden van Sittard. De aansluiting tussen de rijksweg B 56n en de regionale weg N 297n geschiedt ter hoogte van kilometer 0,000/0,000. Bepalend voor de definitieve tracering en voor de bouw van de Duitse rijksweg B 56n en de Nederlandse regionale weg N 297n zijn de wettelijke procedures als gevolgd door de aan Duitse en Nederlandse zijde bevoegde autoriteiten.

  • 3 Een overzicht met het dwarsprofiel in het grensgebied maakt deel uit van dit Verdrag. De aanpassing van het normale dwarsprofiel in het grensgebied geschiedt aan Duitse zijde. Nadere bijzonderheden komen de aan Duitse en Nederlandse zijde respectievelijk bevoegde autoriteiten belast met de uitvoering van de bouwwerkzaamheden gezamenlijk overeen.

  • 4 De Verdragsluitende Staten voltooien de grensbrug in 2007 met inachtneming van de desbetreffende nationale wettelijke procedure (planologische kernbeslissing). Tot dat tijdstip dienen tevens de aansluitingswegen op Duits en Nederlands grondgebied gerealiseerd te zijn; op Duits grondgebied dient de aansluiting op de weg Schinveld-Koningsbosch vooralsnog vóór 2007 te zijn voltooid.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit Verdrag hebben onderstaande begrippen de volgende betekenis:

  • 1. De „Grensbrug": is de brug over de Roode Beek in de omgeving van Selfkant/Echt-Susteren tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden; hiertoe behoren tevens de tot de grensbrug behorende voorzieningen, te weten de bermen, beschoeiingen, opritten alsmede afwaterings- en verlichtingsinstallaties en installaties ten behoeve van de verkeersveiligheid in de omgeving van de grensbrug.

  • 2. Onder de „uitvoering" vallen in het bijzonder opmeting, planning en ontwerp, aanbesteding, gunning, controle van het bouwbestek, bouw, bouwtoezicht en controle van de afrekening van de overeengekomen prestaties.

  • 3. Het „onderhoud" omvat alle voor de instandhouding, reparatie en renovatie van de grensbrug en de bijbehorende voorzieningen noodzakelijke werkzaamheden. Hiertoe behoren alle werkzaamheden ter waarborging van een deugdelijk gebruik en van de hiervoor vereiste technische staat van de grensbrug met inachtneming van het draagvermogen ervan zonder dat de afmetingen en de statische eigenschappen van de grensbrug hierdoor wezenlijk worden veranderd, alsmede de reiniging en ruimingswerkzaamheden tijdens de winter.

  • 4. „Bevoegde instantie" betekent in overeenstemming met het recht van de Verdragsluitende Staten de autoriteiten of bestuurlijke lichamen die in het bijzonder zijn belast met de verplichting tot financiering, planning, bouw of onderhoud van de grensbrug.

Artikel 3. Planning en uitvoering

  • 1 De Verdragsluitende Staten voeren elk op hun grondgebied voor eigen rekening voorbereidende onderzoeken en opmetingen van het terrein uit.

  • 2 De bevoegde instantie van de Bondsrepubliek Duitsland draagt in verband met de grensbrug zorg voor:

    • a. de planning;

    • b. de aanbesteding;

    • c. de gunning;

    • d. de controle van het bouwbestek;

    • e. het bouwtoezicht;

    • f. de controle van de afrekening van de overeengekomen prestaties; en

    • g. het ontwerp van de kostenverdeling op basis van dit Verdrag; een en ander nadat overeenstemming met de bevoegde instantie van het Koninkrijk der Nederlanden is bereikt.

  • 3 De grensbrug wordt overeenkomstig de in de Bondsrepubliek Duitsland geldende rechtsvoorschriften en technische voorschriften gepland, gebouwd en gekeurd. Voor afzonderlijke constructieonderdelen kunnen de bevoegde instanties van de Verdragsluitende Staten de toepassing van Nederlandse voorschriften overeenkomen.

Artikel 4. Bouwrecht en grondaankoop

  • 1 Elke Verdragsluitende Staat draagt zorg voor een tijdige verlening van de krachtens zijn rechtsvoorschriften voor de bouw van de grensbrug vereiste vergunningen en verloven en voor een tijdige uitvoering van de opleveringskeuringen.

  • 2 Elke Verdragsluitende Staat draagt er voor eigen rekening zorg voor dat het voor de bouw van de grensbrug blijvend of tijdelijk benodigde bouwterrein op zijn grondgebied tijdig ter beschikking staat. Elke Verdragsluitende Staat voert de opmeting en afbakening van het benodigde bouwterrein op zijn grondgebied voor eigen rekening uit.

Artikel 5. Opleveringskeuring

Na voltooiing van de bouwwerkzaamheden wordt de grensbrug door de bevoegde instantie van de Bondsrepubliek Duitsland in aanwezigheid van de aannemers gekeurd volgens het voor openbaar aanbestede bouwwerken geldende recht van de Bondsrepubliek Duitsland. Het Koninkrijk der Nederlanden wordt bij de opleveringskeuring vertegenwoordigd door zijn bevoegde instantie. De Bondsrepubliek Duitsland waakt over de vrijwaringstermijnen voor de grensbrug en doet vrijwaringsaanspraken mede namens het Koninkrijk der Nederlanden gelden.

Artikel 6. Onderhoud en verkeersveiligheid

  • 1 Vanaf de opleveringskeuring van de grensbrug draagt de Bondsrepubliek Duitsland zorg voor het onderhoud van de grensbrug, met inbegrip van de verkeersveiligheid. Als grens voor deze werkzaamheden fungeert het einde van de grensbrug met inbegrip van het landhoofd op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden. Deze werkzaamheden geschieden in overleg met het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 2 De respectievelijk bevoegde autoriteiten kunnen aanvullende overeenkomsten of overeenkomsten tot wijziging van de bevoegdheid sluiten betreffende de aard, omvang en uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden, met inbegrip van werkzaamheden in verband met de verkeersveiligheid als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De bevoegde Verdragsluitende Staat die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de grensbrug en daardoor voor de verkeersveiligheid rond de brug, vrijwaart de andere Verdragsluitende Staat voor aanspraken van derden.

Artikel 7. Kosten

  • 1 Elke Verdragsluitende Staat draagt de helft van de kosten voor de bouw en renovatie van de grensbrug. Bij de verdeling van de kosten dient de bij de kosten inbegrepen Duitse omzetbelasting buiten beschouwing gelaten te worden. Deze belasting wordt door de Bondsrepubliek Duitsland alleen gedragen.

  • 2 De onderhoudskosten voor de grensbrug, met inbegrip van de kosten voor de verkeersveiligheid en de ruimingskosten in de winter worden gedragen door de Bondsrepubliek Duitsland, tenzij bij een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, anders is overeengekomen.

  • 3 Het Koninkrijk der Nederlanden vergoedt de Bondsrepubliek Duitsland exploitatiekosten ten bedrage van drie percent van de overeenkomstig het eerste lid voor haar rekening komende bouw- en renovatiekosten exclusief de Duitse omzetbelasting.

  • 4 Beschikbare bescheiden in verband met de bouw en het onderhoud van de grensbrug worden over en weer kosteloos ter beschikking gesteld.

Artikel 8. Betalingen

  • 1 Het Koninkrijk der Nederlanden vergoedt de Bondsrepubliek Duitsland het door eerstgenoemde te betalen aandeel in de termijnen die al naargelang de voortgang van de bouw aan de aannemers worden betaald. De aan Duitse zijde bevoegde instantie stelt bij de gunning een tijdschema op waaruit de vervaldata en de vermoedelijke hoogte van de termijnen blijken.

  • 2 De Bondsrepubliek Duitsland stelt het Koninkrijk der Nederlanden twee maanden van tevoren in kennis van de geschatte kapitaalbehoefte in verband met de termijnen en informeert het bij die gelegenheid over de stand van de betalingen in de vorm van overzichten waaruit hoogte en tijdstip van de betalingen blijken.

  • 3 Het Koninkrijk der Nederlanden betaalt de rest van zijn aandeel in de kosten na de definitieve opleveringskeuring en afrekening.

  • 4 In geval van meningsverschillen mogen de onbetwiste bedragen niet worden ingehouden.

  • 5 Het Koninkrijk der Nederlanden ontvangt afschriften van de bouwcontracten, de bestelformulieren en de gecontroleerde afrekeningsnota's.

Artikel 9. Recht van toegang, tewerkstellingsvergunningen

  • 1 De bij de bouw en het onderhoud van de grensbrug betrokken onderdanen van de Verdragsluitende Staten alsook alle overige bij voornoemde werkzaamheden betrokken personen die noch in de Bondsrepubliek Duitsland, noch in het Koninkrijk der Nederlanden, noch in een van de lidstaten van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte visumplichtig zijn, mogen ten behoeve van de uitoefening van de taken uit hoofde van dit Verdrag de landsgrens in de omgeving van het bouwterrein voor de grensbrug overschrijden en voor de duur van in totaal ten hoogste 90 dagen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat gelegen gedeelte van het bouwterrein verblijven zonder dat hiervoor een verblijfsvergunning vereist is, indien zij een geldig en door de Verdragsluitende Staten erkend document bij zich dragen dat recht geeft op overschrijding van de landsgrens. In geval van een langduriger verblijf van bedoelde personen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat dienen zij aanvullend de naar het recht van die Verdragsluitende Staat vereiste verblijfsvergunningen bij zich te dragen. Onderdanen van andere staten mogen ten behoeve van de uitoefening van bovengenoemde taken de landsgrens in de omgeving van het bouwterrein overschrijden en op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat gelegen gedeelte van het bouwterrein verblijven, indien zij de naar het recht van die Verdragsluitende Staat vereiste documenten en verloven bij zich dragen.

  • 2 De in het eerste lid genoemde werknemers zijn onderworpen aan de Duitse rechtsvoorschriften inzake de verlening van een tewerkstellingsvergunning aan buitenlandse werknemers, ongeacht of de werkzaamheden op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland of van het Koninkrijk der Nederlanden worden uitgevoerd. Personen die het onderhoud van grensbruggen plannen en uitvoeren en de hiermee ver-band houdende controles uitvoeren, behoeven niet in het bezit te zijn van een tewerkstellingsvergunning van de andere Staat waarvoor zij overeenkomstig het eerste lid een recht van toegang hebben.

  • 3 De Verdragsluitende Staten verplichten zich personen die op grond van dit Verdrag toegang tot het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat hebben gekregen en de bepalingen van dit Verdrag hebben overtreden of aldaar onrechtmatig verblijven, te allen tijde zonder formaliteiten terug te nemen.

  • 4 Details met betrekking tot de handhaving van de openbare orde en veiligheid in de omgeving van de grensbrug worden door de plaatselijk bevoegde douaneautoriteiten en de plaatselijk respectievelijk bevoegde politieautoriteiten in goed overleg geregeld.

Artikel 10. Belasting- en douanebepalingen

  • 1 Zonder het verloop van de staatsgrenzen tussen de onderscheiden grondgebieden te wijzigen worden de omgeving van het bouwterrein van de grensbrug en na voltooiing ervan de grensbrug zelf, voor zover deze zich tot het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden uitstrekken, ten aanzien van de toepassing van het omzetbelastingrecht van de Bondsrepubliek Duitsland en van het BTW-recht van het Koninkrijk der Nederlanden geacht tot het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland te behoren, voor zover het leveringen van zaken en overige prestaties betreft die voor de bouw van de grensbrug of voor de reparatie en renovatie ervan bestemd zijn.

  • 2 De bevoegde belasting- en douaneautoriteiten van de Verdragsluitende Staten treden in overleg en verschaffen elkaar alle nodige informatie en ondersteuning bij de toepassing van hun rechts- en dienstvoorschriften uit hoofde van het bepaalde in het eerste lid.

    Vertegenwoordigers van deze autoriteiten zijn gerechtigd zich op het bouwterrein op te houden en aldaar de maatregelen uit hoofde van het bepaalde in het eerste lid te nemen als voorzien in hun rechts- en dienstvoorschriften.

Artikel 11. Gegevensbescherming

Op de verstrekking en het gebruik van persoonsgegevens (hierna te noemen „gegevens") uit hoofde van dit Verdrag zijn behoudens het nationale recht van elke Verdragsluitende Staat de volgende bepalingen van toepassing:

  • 1. De ontvangende instantie van een Verdragsluitende Staat informeert de verstrekkende instantie van de andere Verdragsluitende Staat op verzoek over het gebruik van de verstrekte gegevens en de hiermee bereikte resultaten.

  • 2. Het gebruik van de gegevens door de ontvangende instantie is slechts toegestaan voor de in dit Verdrag genoemde doelen en onder de door de verstrekkende instantie opgelegde voorwaarden. Het gebruik ervan is voorts toegestaan ter voorkoming en vervolging van ernstige strafbare feiten alsmede ter afwending van aanzienlijke gevaren voor de openbare veiligheid.

  • 3. De verstrekkende instantie is verplicht erop toe te zien dat de te verstrekken gegevens juist zijn en dat de verstrekking ervan noodzakelijk is en in verhouding staat tot het ermee beoogde doel. Hierbij dienen de naar het desbetreffende nationale recht geldende bepalingen inhoudende een verbod op de verstrekking van de gegevens in acht genomen te worden. De verstrekking van de gegevens blijft achterwege indien de verstrekkende instantie reden heeft aan te nemen dat zulks in strijd met het doel van een nationale wet zou zijn of afbreuk zou doen aan voor bescherming vatbare belangen van de betrokken personen. Indien blijkt dat er onjuiste gegevens of gegevens zijn verstrekt die niet hadden mogen worden verstrekt, dient de ontvangende instantie hiervan onverwijld in kennis gesteld te worden. Zij is verplicht de gegevens onverwijld te corrigeren of te vernietigen.

  • 4. De betrokkene dient op verzoek geïnformeerd te worden over de ten aanzien van zijn persoon beschikbare gegevens alsmede over het hiermee beoogde gebruiksdoel. De verstrekking van dergelijke informatie kan worden geweigerd indien het staatsbelang om de informatie niet te verstrekken zwaarder weegt dan het belang van de verzoeker. Voor het overige wordt het recht van de betrokkene op informatie bepaald door het nationale recht van de Verdragsluitende Staat op wiens grondgebied het verzoek om informatie wordt ingediend.

  • 5. De verstrekkende instantie wijst bij de verstrekking van de gegevens op de naar haar nationale recht geldende termijnen voor het bewaren van deze gegevens, na afloop waarvan de gegevens moeten worden gewist. De verstrekte gegevens dienen ongeacht bedoelde termijnen gewist te worden zodra ze niet meer nodig zijn voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt.

  • 6. De verstrekkende en ontvangende instantie waarborgen dat verstrekking en ontvangst van de gegevens in een akte worden vastgelegd.

  • 7. De verstrekkende en ontvangende instantie zijn verplicht de verstrekte gegevens effectief tegen onbevoegde toegang, onbevoegde wijziging en onbevoegde openbaarmaking te beschermen.

  • 8. Indien iemand in verband met de verstrekking van gegevens uit hoofde van dit Verdrag wederrechtelijk schade wordt toegebracht, is de ontvangende instantie jegens hem verplicht de schade overeenkomstig haar nationale recht te vergoeden. Zij kan zich er tegenover de benadeelde niet op beroepen dat de schade door de verstrekkende instantie is veroorzaakt. Indien de ontvangende instantie schadevergoeding betaalt wegens schade die door het gebruik van onjuist of onterecht verstrekte gegevens is veroorzaakt, stelt de verstrekkende instantie de ontvangende instantie schadeloos voor het bedrag van de betaalde schadevergoeding.

Artikel 12. Gemeenschappelijke grensbrugcommissie

  • 1 De Verdragsluitende Staten stellen een gemeenschappelijke grensbrugcommissie in die met regelmatige tussenpozen bijeenkomt. Op verzoek van een van de Verdragsluitende Staten wordt de gemeenschappelijke grensbrugcommissie bijeengeroepen. De gemeenschappelijke grensbrugcommissie stelt een reglement van orde vast.

  • 2 Elke Verdragsluitende Staat benoemt drie leden die andere deskundigen kunnen consulteren.

  • 3 De gemeenschappelijke grensbrugcommissie behandelt iedere kwestie die voortvloeit uit de uitlegging en toepassing van dit Verdrag. De commissie begeleidt de tenuitvoerlegging en de naleving van de bepalingen van dit Verdrag en vervult in het bijzonder de taken die haar uit hoofde van dit Verdrag zijn toegewezen. De gemeenschappelijke grensbrugcommissie houdt zich zo nodig bezig met kwesties die in verband met de financiering, de bouw en het onderhoud van de grensbrug rijzen, in het bijzonder met betrekking tot:

    • a. de locatie, de afmetingen en de eigenschappen van de grensbrug;

    • b. de uitvoering;

    • c. de betalingen en betalingsvoorwaarden;

    • d. de uitgangspunten voor de opleveringskeuring van het werk;

    • e. de overdracht en aanvaarding van de grensbrug; alsmede

    • f. de uitgangspunten voor het onderhoud van het bouwwerk en de bijbehorende voorzieningen.

  • 4 De desbetreffende bevoegde Duitse en Nederlandse autoriteiten zijn verplicht de noodzakelijke stukken aan de gemeenschappelijke grensbrugcommissie over te leggen ter voorbereiding van de vergaderingen van de commissie.

Artikel 13. Geschillenbeslechting

  • 1 Elk geschil over de uitlegging en toepassing van dit Verdrag wordt op verzoek van een van de Verdragsluitende Staten ter beslechting voorgelegd aan een scheidsgerecht.

  • 2 Het scheidsgerecht wordt per geval in het leven geroepen doordat iedere Verdragsluitende Staat een lid benoemt en beide leden tezamen overeenstemming bereiken over een onderdaan van een derde Staat als voorzitter die door de Regeringen van de Verdragsluitende Staten wordt benoemd. De leden dienen binnen twee maanden en de voorzitter dient binnen drie maanden benoemd te worden, nadat de ene Verdragsluitende Staat de andere heeft medegedeeld dat hij het geschil wenst voor te leggen aan een scheidsgerecht.

  • 3 Indien de in het tweede lid genoemde termijnen niet in acht worden genomen, kan bij gebrek aan een andere wijze van overeenstemming elke Verdragsluitende Staat de President van het Internationaal Gerechtshof te Den Haag verzoeken de nodige benoemingen te verrichten. Indien de President onderdaan van een van de Verdragsluitende Staten is of indien hij om andere redenen verhinderd is, verricht zijn vervanger de benoemingen. Indien ook de vervanger onderdaan van een van beide Verdragsluitende Staten is of eveneens verhinderd is, verricht diens vervanger de benoemingen.

  • 4 Het scheidsgerecht beslist met meerderheid van stemmen op grond van bestaande verdragen en het volkenrecht. Zijn beslissingen zijn bindend en dienen door de Verdragsluitende Staten geëerbiedigd te worden. Elke Verdragsluitende Staat draagt de kosten van de door hem benoemde scheidsman alsmede van zijn vertegenwoordiging in de procedure voor het scheidsgerecht; de kosten van de voorzitter alsmede de overige kosten worden door de Verdragsluitende Staten gelijkelijk gedragen. Voor het overige stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedureregels vast.

Artikel 14. Geldigheidsduur en wijzigingen van het Verdrag

  • 1 Dit Verdrag wordt voor onbepaalde duur gesloten. Het kan slechts in onderling overleg tussen de Verdragsluitende Staten gewijzigd, aangevuld of buiten werking gesteld worden.

  • 2 Wijzigingen en aanvullingen van het overzicht overeenkomstig artikel 1, derde lid, geschieden bij notawisseling.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1 Dit Verdrag dient bekrachtigd te worden; de akten van bekrachtiging worden zo spoedig mogelijk in Den Haag uitgewisseld.

  • 2 Dit Verdrag treedt op de eerste dag van de tweede maand na uitwisseling van de akten van bekrachtiging in werking.

GEDAAN te Bonn, de 13e april 2005, in tweevoud, in de Nederlandse en Duitse taal, zijnde de twee teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

K. M. H. PEIJS

Voor de Bondsrepubliek Duitsland

DR. PETER AMMON

DR. MANFRED STOLPE

Naar boven