De Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, de
Franse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna te noemen: de Regeringen,
Kennis genomen hebbend van de werkzaamheden die in Fase 1 (zie Aanhangsel) zijn verricht
door de „Project Group for Transonic Wind Tunnel Definition” (Projectgroep voor de
omschrijving van een Transsone Windtunnel) onder de auspiciën van de „NATO Defence
Research Group” (NAVO-Researchgroep t.b.v. de Verdediging), teneinde een technisch
basisconcept op te stellen van een transsone windtunnel met een hoog getal van Reynolds,
die aan de Europese behoeften voldoet, alsmede van de overige werkzaamheden die als
Fase 2.1, de Fase van het Voorlopige Ontwerp, zijn verricht krachtens het Memorandum
van Overeenstemming (Bijlage bij AC/259-D/650: AC/243-D/545) tussen de Regeringen
dat sedert 4 januari 1978 van kracht is,
Bevestigen opnieuw hun wens de samenwerking bij dit project, hierna te noemen: de
Europese Transsone Windtunnel (ETW), voort te zetten.
Grondslag van de samenwerking
Bijgevolg wordt in dit Memorandum van Overeenstemming (hierna te noemen: dit MvO)
de overeenkomst opgenomen dat de Regeringen overgaan tot de uitvoering van Fase 2.2,
de Fase van het Definitieve Ontwerp, en tijdens deze Fase onderling overleg plegen
met het vaste voornemen over te gaan tot de uitvoering van Fase 3 van het project,
die betrekking heeft op de bouw en de exploitatie van de ETW. Het overleg vindt plaats
op de grondslag van de „Principles for Phase 3, the Construction and Operation of
the ETW” (Grondbeginselen voor Fase 3, de bouw en de exploitatie van de ETW), vastgelegd
in de Bijlage die deel uitmaakt van dit MvO. Eventuele wijziging van deze Grondbeginselen
vindt slechts plaats met een eenparig genomen besluit van de Regeringen. In ieder
geval zal Fase 3 te zijner tijd onderwerp van een overeenkomst tussen de Regeringen
zijn.
De Regeringen zijn overeengekomen dat, indien zij overgaan tot de uitvoering van Fase
3, zulks geschiedt op de volgende grondslag:
-
a. de ETW wordt gebouwd te Keulen-Porz, Bondsrepubliek Duitsland;
-
b. De totale bouwkosten, zoals omschreven in de Bijlage, worden door de Regeringen gedeeld
in de volgende verhoudingen:
Frankrijk
|
28%
|
Bondsrepubliek Duitsland
|
38%
|
Nederland
|
6%
|
Verenigd Koninkrijk
|
28%
|
De Fase van het Definitieve Ontwerp omvat:
-
a. het vervaardigen van het technische ontwerp van de installatie, met inbegrip van het
maken van de tekeningen en specificaties ten behoeve van de bedrijven die mededingen
naar deelneming aan het detailontwerp en aan de bouw van de installatie, en het uitnodigen
tot offerte voor de diverse tunnelonderdelen;
-
b. proeven in het proefmodel van de ETW (hierna te noemen: PETW) en in andere experimentele
voorzieningen;
-
c. voortzetting van de noodzakelijke ondersteunende programma's ter waarborging van de
geschiktheid van de tunnel met betrekking tot de behoeften van de gebruikers (bij
voorbeeld studies op het gebied van instrumentatie en het ontwerpen van modellen);
-
d. het treffen van alle voorbereidingen welke noodzakelijk zijn om zo vroeg mogelijk
te beginnen aan Fase 3.
Hoewel verwacht wordt dat in de Fase van het Definitieve Ontwerp over het algemeen
tot in details uitvoering wordt gegeven aan de aanbevelingen inzake het ontwerp uit
de Fase van het Voorlopige Ontwerp, kunnen de Regeringen (via de met de leiding van
het project belaste Stuurgroep) toestemming verlenen voor het aanbrengen van wijzigingen
in het ontwerp, indien de uitkomsten van nadere werkzaamheden daartoe aanleiding geven.
De voltooiing van de Fase van het Definitieve Ontwerp zal, naar verwacht wordt, ongeveer
twee jaar in beslag nemen.
Regelingen met betrekking tot de bedrijfsvoering
Teneinde op doeltreffende wijze leiding te kunnen geven aan de uitvoering van de Fase
van het Definitieve Ontwerp, wordt de uit twee niveaus bestaande organisatie, gevormd
door een Stuurgroep en een Projectgroep, welke organisatie voor de Fase van het Voorlopige
Ontwerp werd gebruikt, gehandhaafd. De Projectgroep wordt geleid door een Projectdirecteur
die verantwoording verschuldigd is aan de Stuurgroep.
De officiële gunning van de contracten en het beheer van de financiën geschieden door
een organisatie, hierna aangeduid als het Agentschap, welke in het begin het Nationaal
Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) te Amsterdam zal zijn en later de Deutsche
Forschungsund Versuchsanstalt für Luft-und Raumfahrt e.V. (DFVLR) te Keulen-Porz.
De Stuurgroep bestaat uit twee vertegenwoordigers van elke Regering, van wie er één
de als zodanig aangewezen stemgerechtigde is. De Stuurgroep komt ten minste tweemaal
per jaar bijeen.
De vertegenwoordigers die zitting hebben in de Stuurgroep, zijn bevoegd het nationale
standpunt inzake de op de taak van de Stuurgroep betrekking hebbende kwesties weer
te geven.
Het voorzitterschap van de Stuurgroep wordt beurtelings door de officiële vertegenwoordiger
van een der Regeringen bekleed voor een tijdvak van ongeveer een jaar, waarbij zoveel
mogelijk het voor Fase 2.1 vastgestelde rooster wordt gevolgd.
De Stuurgroep schenkt nader aandacht aan de technische, financiële, economische, administratieve,
wettelijke en politieke aspecten van de bouw en het gebruik van de voorgestelde windtunnel,
zoals de beheersvormen, de financieringsmethode, de kostenverdelingen de kostenfasering,
de totale hoeveelheid te verrichten werk, de rendabiliteit enz.
De Stuurgroep wordt bijgestaan door een permanent secretariaat en kan hulporganen
ad hoc, naast de Projectgroep, in het leven roepen om zich bezig te houden met bijzondere
aspecten van de werkzaamheden die krachtens dit MvO worden verricht.
De Stuurgroep onderneemt alle naar haar mening geëigende stappen om te komen tot een
beslissing omtrent de bouw en de exploitatie van de windtunnel, in het bijzonder tot
bevestiging van de geschiktheid van de windtunnel voor de behoeften van de gebruikers
(met inbegrip van die met betrekking tot de toepassing van beveiligingsprocedures
tijdens het gebruik) en onderzoekingen op het gebied van de kosten en baten.
De Stuurgroep is belast met de leiding van de gehele Fase van het Definitieve Ontwerp,
met inbegrip van het goedkeuren van de procedure voor het kiezen en het sluiten van
contracten met raadgevende ingenieursbureaus en andere bedrijven, zoals bedoeld in
paragraaf 19, alsmede het geven van algemene richtlijnen aan de hulporganen, met inbegrip
van de Projectgroep, binnen de in de paragrafen 22 t/m 29 vastgestelde financiële
grenzen. De bovengenoemde taak van de Stuurgroep sluit tevens de volledige bevoegdheid
in met betrekking tot de PETW die tijdens Fase 2.1 werd gebouwd.
De Stuurgroep doet aanbevelingen aan de Regeringen betreffende de voortzetting van
de samenwerking in de daaropvolgende Fase 3 op de grondslag van de Grondbeginselen
in de Bijlage. Een aanbeveling om met deze volgende Fase aan te vangen, dient tevens
voorstellen voor de organisatie, de leiding en de financiering daarvan te bevatten.
Hoewel de krachtens dit MvO ingestelde Stuurgroep geen bevoegdheid met betrekking
tot Fase 3 van het project bezit, is zij desondanks bevoegd tot onderhandelen met
de bij Fase 2.2 betrokken gecontracteerde bedrijven over de basis waarop deze aan
Fase 3 wensen deel te nemen, indien het project voortgang zou vinden. Voorwaardelijke
overeenkomsten van deze aard, d.w.z. betrekking hebbend op Fase 3, worden slechts
aangegaan, indien deze wenselijk lijken voor het versterken van de onderhandelingspositie
van enig orgaan dat eventueel daarna wordt ingesteld om leiding te geven aan de bouw
van de windtunnel.
De Stuurgroep neemt haar besluiten met eenparigheid van stemmen. Indien echter geen
eenstemmigheid inzake een bepaalde kwestie kan worden verkregen, zijn alle leden verplicht
al het mogelijke te doen om tot een oplossing te komen door middel van de normale
onderhandelingsprocedure. Indien dan nog geen beslissing kan worden bereikt, verwijzen
de leden van de Stuurgroep de kwestie onverwijld terug naar hun onderscheiden Regeringen.
De Projectdirecteur wordt benoemd door de Stuurgroep. Hij leidt de Projectgroep en
voert de aanwijzingen van de Stuurgroep uit overeenkomstig de door deze voorgeschreven
procedures. De Projectgroep heeft onder andere tot taak:
-
a. toezicht te houden op het technische ontwerp van de windtunnel dat door één of meer
raadgevende ingenieursbureaus of soortgelijke bedrijven wordt uitgevoerd, en er tevens
voor te zorgen dat het werk van de gecontracteerde bedrijven op een technisch aanvaardbaar
peil staat en binnen de vastgestelde tijdslimieten en kostengrenzen wordt voltooid;
-
b. uitvoering van proeven in de PETW ter bevestiging van de juistheid van het ontwerp;
-
c. aanvullende onderzoekingen die nodig zijn ter verzekering van de geschiktheid van
de voorgestelde windtunnel voor de behoeften van de gebruiker (bij voorbeeld studies
op het gebied van instrumentatie en het ontwerpen van modellen) òf zelf te verrichten
òf te laten verrichten en daarop toezicht uit te oefenen;
-
d. de Stuurgroep iedere vorm van door haar verlangde hulp (bij voorbeeld op technisch,
contractueel, financieel en administratief gebied) te verlenen;
-
e. de Stuurgroep alle informatie en hulp welke voor het uitvoeren van haar taak van nut
zou kunnen zijn, rechtstreeks gevraagd dan wel ongevraagd, te verschaffen.
Elk van de Regeringen stelt geschikte kandidaten voor de Projectgroep ter beschikking.
De leden van de Projectgroep worden geworven en aangesteld overeenkomstig de door
de Stuurgroep goedgekeurde procedures. De grootte, de kundigheden en de nationale
samenstelling van de Projectgroep worden op voorstel van de Projectdirecteur vastgesteld
door de Stuurgroep.
De leden van de Projectgroep zijn in het begin werkzaam in het Nationaal Lucht- en
Ruimtevaartlaboratorium (NLR) te Amsterdam. De Stuurgroep bezit echter de bevoegdheid
te beslissen over de gehele of gedeeltelijke overplaatsing van de Projectgroep op
een later tijdstip naar Keulen-Porz en te onderhandelen over de voorwaarden waarop
dit zal geschieden.
Financiële en administratieve regelingen
Voor het uitvoeren van de in paragraaf 19 aangeduide taken verlenen de Regeringen
machtiging tot het doen van de noodzakelijke uitgaven, tot een bedrag van ten hoogste
DM 38,9 miljoen tegen het prijspeil van 1 januari 1984, plus een compensatie voor
de inflatie. In onderstaande tabel is het begrotingsschema vermeld, behoudens herziening
door de Stuurgroep:
1985
|
DM 0 miljoen
|
1986
|
DM 9,8 miljoen
|
1987
|
DM 22,2 miljoen
|
1988
|
DM 6,9 miljoen
|
De Regeringen stellen de in paragraaf 22 vermelde bedragen beschikbaar in de volgende
verhoudingen:
Frankrijk
|
31%
|
Bondsrepubliek Duitsland
|
31%
|
Nederland
|
7%
|
Verenigd Koninkrijk
|
31%
|
Deze verdeling laat de verdeling van toekomstige middelen onverlet (o.a. in verband
met de vestigingsplaats die voor de windtunnel is gekozen).
Deze bijdragen vormen het Gemeenschappelijke Fonds, waaruit de uit dit MvO voortvloeiende,
in paragraaf 26 uitvoerig omschreven kosten worden bestreden.
Het Gemeenschappelijke Fonds wordt beheerd door het Agentschap (in het begin het NLR
en later de DFVLR).
De volgende kosten komen ten laste van het Gemeenschappelijke Fonds:
-
a. toelagen wegens het verrichten van werkzaamheden in het buitenland, voortvloeiend
uit de standplaats voor de Projectgroep; deze toelagen zullen rechtstreeks worden
uitbetaald aan de leden van de Projectgroep door hun werkgevers;
-
b. reiskosten en daarmee verbonden kosten van levensonderhoud in verband met het werk
van de Projectgroep;
-
c. de kosten van het aanstellen of inhuren van een Projectdirecteur;
-
d. diensten in de vorm van voorzieningen op het gebied van computers en tekenkamers,
alsmede technische en administratieve bijstand en hulp bij contracten en secretariaatswerkzaamheden,
door het NLR verleend of, ingeval de Projectgroep wordt overgeplaatst, door DFVLR;
de kosten van deze diensten worden op niet-commerciële basis in rekening gebracht;
-
e. de directe bedrijfskosten van de Projectgroep (zoals telefoonkosten); de kantoorruimte
voor de Projectgroep wordt in het begin door het NLR ter beschikking gesteld en daarna
zo nodig door de gastvrijheid verlenende instelling, op nader met de Stuurgroep overeen
te komen voorwaarden; de gebruikelijke kosten van lunches en verversingen tijdens
de werkuren worden door elk lid van de Projectgroep zelf betaald;
-
f. exploitatiekosten van de PETW;
-
g. de kosten van alle werkzaamheden, uitbesteed aan ingenieursbureaus, nationale instellingen
voor wetenschappelijk onderzoek, de industrie e.d.; de werkzaamheden worden verdeeld
overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 28, met uitzondering van de gevallen waarin
de landen van de Regeringen niet beschikken over de speciale deskundigheid.
De Projectgroep legt voor elk boekjaar (1 januari-31 december) de begroting ter goedkeuring
voor aan de Stuurgroep.
De Stuurgroep streeft ernaar dat de uit dit MvO voortvloeiende en bij contract uitbestede
werkzaamheden worden uitgevoerd door bedrijven uit de landen van de Regeringen en
dat het onderscheiden werkaandeel van deze landen in overeenstemming is met de in
paragraaf 23 genoemde verhoudingen.
De procedures voor de financiering en de financiële controle worden door middel van
onderhandeling uitgewerkt en in voorschriften vastgelegd door de Stuurgroep en het
Agentschap met inachtneming van de volgende richtlijnen:
-
a. Het Agentschap neemt uitsluitend financiële verplichtingen op zich overeenkomstig
de door de Stuurgroep vastgestelde procedures en onder voorwaarde dat de nodige middelen
beschikbaar zijn in het Gemeenschappelijke Fonds;
-
b. De Regeringen storten de eerste bijdrage zo spoedig mogelijk in het Gemeenschappelijke
Fonds, doch niet later dan twee maanden na de datum van inwerkingtreding van dit MvO,
en vervolgens elk kwartaal; deze betalingen worden gebaseerd op ramingen van de middelen
die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de verplichtingen gedurende het eerstvolgende
kwartaal, welke ramingen worden gemaakt door de Projectgroep aan de hand van het door
de Stuurgroep goedgekeurde programma en begrotingsbedrag; het kapitaal van het Gemeenschappelijke
Fonds wordt op een rentegevende rekening gestort. Met de verschillen in rente die
het gevolg zijn van de verschillen in het tijdstip van betalen van de kwartaal-voorschotten
door ieder der Regeringen wordt rekening gehouden bij het vaststellen van de laatste
betaling welke ieder der Regeringen verschuldigd is voor de Fase van het Definitieve
Ontwerp. Het totaal van de bijdragen van de Regeringen gaat niet uit boven de bedragen
die voortvloeien uit de paragrafen 22 en 23;
-
c. De Stuurgroep komt tot overeenstemming omtrent de vaststelling van een financieel
jaarverslag en neemt de nodige maatregelen voor een onafhankelijke financiële controle
van de uitgaven uit het Gemeenschappelijke Fonds; het jaarverslag en het verslag van
de financiële controle worden ter beschikking van de Regeringen gesteld; de Stuurgroep
heeft tot taak ervoor te zorgen dat eventuele onvolkomenheden in de financiële administratie
waarop in de verslagen van de financiële controle de aandacht wordt gevestigd, zo
spoedig mogelijk worden gecorrigeerd.
Informatie en rechten van de gebruiker
De Regeringen zijn zich ervan bewust dat gedurende de Fase van het Definitieve Ontwerp
informatie ter beschikking komt uit de volgende bronnen:
-
a. technische studies die op een eerder tijdstip werden verricht onder de auspiciën van
de „Advisory Group for Aerospace Research and Development” (AGARD) (Adviesgroep voor
Lucht- en Ruimtevaartonderzoek en -ontwikkeling) en AC/243(PG/7);
-
b. het Voorlopige Ontwerp;
-
c. de in paragraaf 19 vermelde werkzaamheden van de Projectgroep;
-
d. de adviesbureaus of de gecontracteerde bedrijven krachtens de voorwaarden van hun
met de Stuurgroep gesloten overeenkomsten of contracten;
-
e. de landen van de Regeringen (ingebracht via hun lidmaatschap van de Stuurgroep of
de Projectgroep);
-
f. uitwisseling met niet-deelnemende landen.
De informatie uit de in paragraaf 31 a, b, c en d genoemde bronnen wordt ter kennis
van de Regeringen gebracht en mag kosteloos worden gebruikt voor het doel van het
programma in het kader van de Fase van het Definitieve Ontwerp, alsmede voor elke
toekomstige ontwikkeling of constructie waartoe door de Regeringen besloten wordt
als onderdeel van het programma, alsook voor elke toekomstige ontwikkeling of constructie
waartoe door de Regeringen besloten wordt ten behoeve van hun nationale programma's.
De informatie wordt niet gebruikt voor andere doeleinden, noch ter kennis gebracht
van derden zonder toestemming van degene van wie zij afkomstig is en/of van de Stuurgroep.
Informatie, afkomstig uit de in paragraaf 31 e genoemde bron, wordt in het algemeen
op dezelfde wijze behandeld als informatie, afkomstig uit de in paragraaf 31 onder
a, b, c en d genoemde bronnen, behalve in die gevallen waarin een overeenkomst bestaat
die het gebruik van de verstrekte informatie voor buiten het project gelegen doeleinden
beperkt.
Informatie, afkomstig uit de in paragraaf 31 f genoemde bron, mag worden gebruikt
voor de doeleinden van het programma in het kader van de Fase van het Definitieve
Ontwerp, alsmede voor elke toekomstige ontwikkeling of constructie waartoe door de
Regeringen wordt besloten als onderdeel van het programma. Alle verdere gebruik is
onderworpen aan de voorwaarden van de regelingen die door de Stuurgroep met de niet-deelnemende
landen worden getroffen.
Bij de uitvoering van dit MvO is de op 19 oktober 1970 te Brussel gesloten „NATO Agreement
on the Communication of Technical Information for Defence Purposes” (NAVO-Overeenkomst
inzake de verstrekking van technische informatie voor defensiedoeleinden) van toepassing.
De Stuurgroep geeft het Agentschap voorschriften inzake de in de contracten met bedrijven
en nationale instellingen op te nemen bepalingen dat met betrekking tot de aan deze
bedrijven en instellingen namens de Stuurgroep verstrekte informatie de volgende regels
in acht dienen te worden genomen:
-
a. elke openbaarmaking aan derden, met uitzondering van deelnemende bedrijven of nationale
instellingen, dient schriftelijk te worden goedgekeurd door de Stuurgroep;
-
b. tenzij de informatie tot het publieke domein behoort, mag deze slechts worden gebruikt
voor de doeleinden van het contract en het betrokken bedrijf of de betrokken instelling
draagt er zorg voor dat betrokkene en andere ontvangers van de informatie de volgende
regels in acht nemen:
-
i. alle ontvangers van de informatie zijn verantwoordelijk voor de bescherming daarvan
en nemen passende maatregelen om te voorkomen dat de informatie ter kennis van iemand
anders wordt gebracht, wordt gepubliceerd, zonder toestemming wordt gebruikt of op
enige andere wijze wordt behandeld die afbreuk zou doen aan de rechten van de eigenaar
of de auteur daarvan, in het bijzonder aan het recht met betrekking tot het indienen
van een octrooiaanvrage;
-
ii. indien echter een ontvanger van zodanige informatie de informatie wenst openbaar te
maken of te gebruiken voor andere doeleinden dan die van het contract, dient hij een
verzoek te richten tot de Stuurgroep en te trachten overeenstemming te bereiken inzake
een zodanige openbaarmaking of een zodanig gebruik;
-
iii ingeval de eigenaar van zodanige informatie schade heeft geleden als gevolg van de
onrechtmatige openbaarmaking of het onrechtmatige gebruik daarvan, is de desbetreffende
ontvanger rechtstreekse vergoeding aan de eigenaar verschuldigd.
Eisen tot schadevergoeding
Elk der Regeringen ziet af van het recht tot het instellen van een vordering tegen
een van de andere Regeringen wegens verlies van of schade aan haar eigendom of wegens
enigerlei letsel (hieronder tevens begrepen letsel de dood ten gevolge hebbende),
schade of verlies, opgelopen of geleden door haar ambtenaren of vertegenwoordigers,
voortvloeiend uit de werkzaamheden die ingevolge dit MvO worden verricht, behalve
in het geval van grove nalatigheid, zoals gedefinieerd in paragraaf 39. Elk der Regeringen
vrijwaart de andere Regeringen met betrekking tot een vordering wegens dit letsel,
dit verlies of deze schade, opgelopen of geleden door haar ambtenaren of vertegenwoordigers.
Ingeval schade is toegebracht aan gemeenschappelijk eigendom van de Regeringen of
indien letsel, verlies of schade met betrekking tot derden is veroorzaakt, waarvoor
de Regeringen verantwoordelijkheid dragen of een van de Regeringen verantwoordelijkheid
draagt, zijn de Regeringen gelijkelijk aansprakelijk, behalve in het geval van grove
nalatigheid, zoals gedefinieerd in paragraaf 39. Elk zodanig letsel of verlies of
elke zodanige schade, veroorzaakt door personeel of uitrusting van een gecontracteerd
bedrijf, tijdens proeven of anderszins, wordt door een passende, door het gecontracteerde
bedrijf gesloten, verzekering gedekt. Het Agentschap zal een clausule in zijn contracten
opnemen volgens welke het gecontracteerde bedrijf een zodanige verzekering dient te
hebben of te sluiten en de Regeringen dient schadeloos te stellen met betrekking tot
tegen de Regeringen ingestelde vorderingen die voortvloeien uit dit letsel, dit verlies
of deze schade.
In het geval van grove nalatigheid van een ambtenaar of een vertegenwoordiger van
een der Regeringen aanvaardt de Regering die verantwoordelijkheid draagt voor het
handelen of het nalaten van de ambtenaar of de vertegenwoordiger, de aansprakelijkheid
daarvoor. Onder ,,grove nalatigheid” wordt verstaan: een opzettelijke fout, een grove
vergissing of een ernstige onachtzaamheid.
Ten aanzien van enigerlei verlies, letsel of schade, veroorzaakt door niet tot het
ambtelijke personeel behorende leden van de Projectgroep, wordt door het Agentschap
een passende verzekering gesloten, voor zover de aansprakelijkheid niet reeds is gedekt
door bestaande verzekeringsstelsels. De kosten van deze (aanvullende) verzekering
komen ten laste van het Gemeenschappelijke Fonds.
De classificatie van de informatie die betrekking heeft op de Fase van het Definitieve
Ontwerp, wordt door de Stuurgroep vastgesteld.
Alle geclassificeerde informatie die wordt uitgewisseld, gebruikt, geproduceerd of
bewaard in verband met de werkzaamheden aan het ETW-project, wordt, in afwachting
van een overeenkomst inzake bijzondere beveiligingsregelingen ten behoeve van de samenwerking,
op even zorgvuldige wijze verzonden, opgeslagen, behandeld en beveiligd als voorgeschreven
in ,,NATO Security Regulations C-M(55) 15 (Final)” Beveiligingsvoorschriften van de
NAVO C-M(55)15 (Definitief), d.d. 31 juli 1972, met inbegrip van alle aanvullingen
en wijzigingen daarop.
Beëindiging, duur en opzegging van het MvO
Dit MvO zal van kracht blijven tot de inwerkingtreding van de Intergouvernementele
Overeenkomst voor Fase 3, met dien verstande dat het niet langer dan drie jaar van
kracht zal blijven. Bepalingen die betrekking hebben op de rechten en verplichtingen
in de paragrafen 31 t/m 42, blijven van kracht nadat dit MvO buiten werking is getreden.
Elk der Regeringen kan dit MvO opzeggen, mits zij de Voorzitter van de Stuurgroep
twaalf maanden van tevoren schriftelijk kennis geeft van haar voornemen tot opzegging.
De Regering die kennis geeft van opzegging dient haar aandeel in de begroting(en)
over deze periode van twaalf maanden te betalen, alsmede haar aandeel in de contractuele
verplichtingen die reeds vóór de datum van de kennisgeving van opzegging zijn aangegaan,
in zoverre deze de opzeggingstermijn van twaalf maanden overschrijden. De Regering
die kennis geeft van opzegging, verleent de andere Regeringen alle hulp die redelijkerwijs
kan worden verlangd, om hen in staat te stellen de Fase van het Definitieve Ontwerp
voort te zetten, indien zij zulks wensen. In het geval van opzegging blijft het bepaalde
in de paragrafen 31 t/m 36 en in de paragrafen 41 en 42 daarna van toepassing, evenals
het bepaalde in de paragrafen 37 t/m 40 met betrekking tot vorderingen, voortvloeiend
uit gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden voor de opzegging.